Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 18 (1904-1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 18
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.19 MB)

Scans (107.78 MB)

ebook (7.10 MB)

XML (4.11 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 18

(1904-1905)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Opvoeding. (Overzicht van een cursus over practische zielkunde gegeven aan de ‘opleidingsinrichting voor socialen arbeid’ te Amsterdam, door den Heer A.H. Gerhard.) IX.

De mensch streeft naar hetgeen hij zich als het hoogste kan voorstellen, d.i. naar het ware, het goede en het schoone.

We zijn ons instinctmatig bewust, zelfstandigen invloed op onze ontwikkeling in die richting te kunnen uitoefenen. De vraag, of we hier te doen hebben met een werkelijk actief streven, dan wel met een anderen vorm van het passieve leven buiten ons, kunnen we hier laten rusten. Voor ons gevoel is het in elk geval, alsof we in deze hebben te willen of niet te willen.

Om met goed gevolg naar het ware, het goede en schoone te kunnen streven, en anderen te doen streven, moeten we vóór alles in staat zijn, het begrip-zelf ten allen tijde helder te reproduceeren, m.a.w. we moeten precies weten, wat we er onder hebben te verstaan.

Nemen we eerst het waar-zijn. We noemen waar, degenen, wier woorden en daden in overeenstemming zijn met hun voelen en denken. Het is echter niet mogelijk dit te doen, indien de mensch zich niet helder en klaar van zijn voelen bewust is. Om waar te kunnen zijn, moeten we allereerst streven naar heldere, juiste voorstellingen. En deze krijgen we alleen door juiste waarneming van hetgeen in en om ons gebeurt.

[pagina 148]
[p. 148]

De zucht om deze waarneming, of de voorstelling ervan, van alle deelen nauwkeurig te omschrijven, noemen we intellectueel waarheidsgevoel. Een waar mensch is alzoo in de eerste plaats waar tegenover zich-zelf.

De waarheidszin moet echter ook leiden tot waar-zijn tegenover anderen. Als we tot de ontdekking komen, dat iemands woorden en daden niet overeenstemmen met zijn voelen en denken, krijgen we een sterk leedgevoel. Het is goed, ons een heldere voorstelling te vormen pan het leedgevoel, dat anderen ontvangen, wanneer zij ervaren, dat ons zeggen en doen niet overeenkomt met ons voelen en denken. Die gedachte zal ons aanzetten tot waar-zijn. Dit is de ethische waarheidszin.

Hoe kunnen we nu bij kinderen den waarheidszin ontwikkelen? Bovenstaande uiteenzetting geeft ons reeds het antwoord. Allereerst het kind gewennen om alles juist waar te nemen; en verder, eenerzijds het kind bij herhaling doen ervaren hoe prettig, hoe heerlijk het is precies te zeggen en te doen wat men denkt en voelt, anderzijds het bij herhaling doen gevoelen het leedgevoel, dat bij anderen wordt opgewekt, als zij ons op onwaar-zijn betrappen.

Het is goed hierbij steeds voor oogen te houden, dat men de leugen niet kweekt, maar, dat men de waarheid belemmert; m.a.w.: dat de leugen niet is iets positiefs, maar iets negatiefs.

Onnoodig mag het eigenlijk genoemd worden, er op te wijzen, dat vóór alles de opvoeder-zelf waar moet zijn. Zonder dit, is elke poging tot ontwikkeling van den waarheidszin bij het kind zoo goed als ijdel.

 

Niemand, die niet eens bij het zien of hooren van iets uitroept: ‘dat is mooi’ of ‘dat is leelijk’. (We denken hier nog niet aan mooi of leelijk uit zedelijk oogpunt; uitsluitend dus aan de indrukken, die tot ons komen door oog en oor, de z.g.n. aestetische zinnen).

Hoe wordt dit schoonheidsgevoel ontwikkeld?

Gaan we tot het kind; liefst tot het kind op de Fröbelschool. Daar vinden we een ruim veld van waarneming. Allereerst treft het ons, dat de kleinen, werkende met de z.g.n. vlechtdraden, steeds grijpen naar draden van verschillende, ja, van de meest uiteenloopende kleuren (voor de complementaire kleuren krijgt het pas later oog door den leidenden invloed van de onderwijzeres). Zien we het kind werken met mozaïkplaatjes, dan treft het ons, hoe het streeft naar eenige symmetrie in de te leggen figuurtjes. Zelf kan het die er natuurlijk niet dan hoogst gebrekkig inbrengen; maar zie maar eens naar het gezichtje, hoe het straalt van blijdschap, als de ‘juffrouw’ den symmetrischen vorm heeft aangebracht! In de derde plaats valt het ons op, hoe het kind schikt en voegt, zoolang een symmetrische figuur niet af is. Het wil het ontbrekende aanvullen.

Onze waarnemingen hebben ons alzoo geleerd, dat het kind behagen vindt in verscheidenheid, gepaard met symmetrie, die in zich sluit volledigheid, i.é.w. naar harmonie.

Aan het begrip harmonie is nauw verbonden dat van doeltreffendheid. Steeds is dàt door de menschen mooí gevonden, dat aan zijn doel beantwoordt. Spreken we van een harmonisch geheel, dan ligt hierin tevens opgesloten, dat het overeenkomt met zijn bestemming. Een wagen bijv. kan op zichzelf heel mooi zijn van vorm en kleur, maar als hij niet geschikt is om er mee te rijden, is hij ten slotte weer niet mooi.

Hoe nu bij het kind het schoonheidsgevoel te ontwikkelen?

Allereerst kunnen we dit opmerken. Als een kind, opgegroeid in een leven van harmonie, overgeplaatst wordt in een omgeving van disharmonie, wordt - door de associatiewet der contrasten - de voorstelling van het harmonische bij hem opgewekt. Honderd tegen één, dat door het leedgevoel, hetwelk het kind hierbij ondervindt, het sterk zal worden aangezet, het onharmonische, het leelijke, te verwijderen of te ontvluchten.

Grooten invloed heeft alzoo de omgeving, waarin het kind verkeert. In de jeugd toch vindt de eerste bewerking plaats van den akker van het geestelijk leven, die den grond vormt voor de geestelijke ontwikkeling in het latere leven. We hebben immers gezien, hoe steeds de nieuwe voorstellingen terugwerken op de oude, reeds aanwezige voorstellingen.

Gelukkig dus het kind, wiens omgeving van dien aard is, dat zij voor het verdere leven kan meegeven een schat van heldere harmonische voorstellingen. Zoo'n kind zal steeds in zich hebben een sterken prikkel om alles, wat in eenig opzicht leelijk is, te bestrijden en te ontvluchten en al, wat mooi is en welluidt, op te zoeken en aan te

[pagina 149]
[p. 149]

kweeken. Bijv., als een kind den rijkdom, de pracht en schoonheid van de plantenwereld heeft leeren kennen, zal het niet zoo spoedig er toe overgaan de schendende hand naar boomen, bloemen en planten uit te steken. Of om op iets anders te wijzen: een kind, dat thuis nooit anders als beschaafd en welluidend heeft hooren spreken, zal in den regel op lateren leeftijd geen behagen vinden in schreeuwen en razen, tieren en vloeken.

Daarom moet er bij de opvoeding een bewust streven zijn om het kind veel moois te laten zien en hooren. En omdat we weten, dat herhaling een voorstelling versterkt en verheldert, is het noodig dit dikwijls te doen.

A.

P.K.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken