Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 18 (1904-1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 18
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 18Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 18

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.19 MB)

Scans (107.78 MB)

ebook (7.10 MB)

XML (4.11 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 18

(1904-1905)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De Zee, het Woud.

Overspannen, een druk gezin, zieke kinderen, och ieder moedertje weet wel hoe dikwijls men zich dan o zoo moe gevoelt. Daarbij een dorps-dokters-vrouw op wier schouders de receptuur nog rustte ook. 't Ging niet, slapelooze nachten, prikkelbaar humeur, 'k was de oude niet meer. Ik moest er uit, eens geheel zonder zorgen zijn, volgens het advies van mijn man.

Nu dat kan in den tegenwoordigen tijd best; even geschreven naar het comité tot verschaffen van tijdelijke hulp in het huisgezin en klaar ben je, moeder kan er uit.

In mijn grootmoeder's tijd zullen de vrouwen het toch ook wel eens druk gehad hebben, en overspannen geweest zijn, hoe redden zij het toen toch, hoe kwamen die geschokte zenuwgestellen weder tot rust en kalmte; ik heb nooit gehoord van er uit te moeten en van huis te zijn!

Enfin ik moest er uit; eerst verwierp ik het denkbeeld, doch toen kwam een collega mijn man ter hulp, en ja er werd besloten naar zee, naar die heerlijke kalme zee, naar Holland's blanke duinen, daar brachten ze mij. Niet naar Scheveningen, noch Zandvoort, zelfs niet Noordwijk, neen heel rustig, heel kalm, heel primitief naar....

Daar werd ik geïnstalleerd met eene vriendin tot gezelschap. Wij kregen een zeer eenvoudig pension, en daar het nog geen badseizoen was, zei de juffrouw dat wij maar f 3. - per persoon moesten betalen, want ‘ziet u, als het badhotel is geopend’.... ‘een badhotel hier, ja zeker mevrouw dat groote gebouw daar, verleden jaar waren er wel meer dan 300 gasten’; ‘neen maar wat u zegt’, ‘ja, ja mevrouw wij hebben ook al eene bad-courant, als u nu wat later gekomen waart dan had uw naam er ook ingestaan’; o heilige eenvoud waar huist gij toch!

Den volgenden morgen gingen wij naar zee, naar het rustige strand, waar mijne geschokte zenuwen zouden kalmeeren.

Er waren badstoelen en badkoetsjes, en al spoedig waren wij in een van de eerste geïnstalleerd, en zaten te kijken naar de nooit rustige, immer elkaar opstuwende golven. Och, dacht ik, juist als het menschenleven, de een den ander verdringend, ôtetoi de là qui je m'y mets. Naast ons was een troepje kinderen bezig met schepjes en emmertjes te worstelen tegen den opkomenden vloed, een groote kuil gravende waaromheen een barricade werd opgeworpen, om het steeds wassende water te beletten binnen hun kuil te komen. Alle pogingen bleken vruchteloos, steeds verder en verder moest worden geweken voor den immer sterkeren drang van den opkomenden vloed.

Wat is dat een rusteloos strijden en vergeefsche moeite voor die kinderen, vond mijne vriendin. Morgen maar weder beginnen;.... 't maakte mij moe in plaats van rustig, dat eeuwige klotsen, waaien en vechten en voortzwiepen tegen een groote

[pagina 824]
[p. 824]

macht, die nooit te overwinnen is. Nu kijk dan eens naar ginder, 't is hier toch nog zoo eenvoudig. Och kom, zie ginds eens dat flirten in die twee badstoelen vlak bij elkaar, en die dandy daar met zijn hooge piepstem, meen je dat die geniet van zee en strand, en zie ginds twee heeren met een schaakbord tusschen hen in. En wat al toiletten, het gelijkt hier wel Scheveningen of Ostende. En de zee die rolt en stuwt de eene golf over de andere, de rustelooze, zelden kalme. En die helle zon, die blinkende duinen, het doet zoo pijn aan je hoofd; groot toch is de zee, liefelijk is ze niet. De lucht zal je sterken, ja misschien, maar de menschen maken je zoo wee, zie daar vlak bij ons zitten twee dames met plaids over de knieën te kijken naar 't spel hunner kinderen, als operette-figuurtjes, uitgedost in scharlaken broekjes, en blauw met wit gestreepte zwemkieltjes.

De moeders met de plaids over de knieën, want de Noordenwind is koud, genieten van het spel hunner kleinen. Met bloote beentjes en bloote voetjes zijn ze aan 't graven en scheppen. Kinderen hebben toch nooit last van koude, hoor ik de eene dame tegen de andere zeggen. Aan wie de schuld als de kinderen later last van hunne ingewanden hebben, zeker niet aan zee of aan Noordenwind.

Wat mooi was aan zee, die kalme avonden als de wind was gaan slapen, en wij alleen met ons beiden aan 't strand de zon zagen ondergaan; bloedrood, langzaam wegzinkend in de golven, 't was een groot, eenig-mooi gezícht, 'k bracht hulde aan zee en strand en vergaf haar, haar perpetuum mobile bestaan. Doch uit was de betoovering, daar komt een joelende hotsende troep de duinen af, 't fanfare-korps blaast al zijn best: ‘Allons enfants de la patrie’, ja schetter er maar op los, het strand langs. Wij naar huis: ‘de illusie was verdwenen.’

Wij bleven nog een paar dagen doch het verblijf aan zee en strand gaf mij kalmte noch rust, en moedeloos en ontmoedigd stelde ik voor nog eene week naar B. te gaan waar een kennis van ons houtvester was, om in de bosschen te trachten datgene terug te vinden wat ik verloren had. In eene eenvoudige woning, gelegen midden in 't bosch, aan den zoom door hei begrensd, kregen wij een paar kamertjes.

't Was avond toen wij er aankwamen, en die kalme omgeving, die prachtige kleurschakeering van al die verschillende boomen deed weldadig aan. Wat genoten wij de volgende dagen, die hei met zijne tinteling van vele bloemen, die echte mooie heibloem, wat verspreidt ze opwekkende geuren, men gevoelt dat zij in deze gezegende, van de overbeschaafde wereld verwijderde streek volkomen past. Het ‘Welkom’, dat boven de deur stond geschreven, noodde uit tot binnengaan, en menige wandelaar trad er binnen, gedurende ons verblijf in dat vriendelijke huis, en genoot er van de goede gaven van huis en hof; daar heerschte nog oudhollandsche eenvoud en gulheid. Last van vliegen en insecten hadden wij in 't geheel niet; het geheele huis was doortrokken van lavendel en kruid.

Die kalmte, dat heerlijke liggen onder die groene boomen, die prachtige bruine beuken, de bijen gonzend en zoemend over de heibloemen, en uit berken en linden en dennen steeg een honinggeur op, die den indruk van deze natuurpracht verhoogde.

De vogels zongen ons wakker 's morgens, de westerbries streelde alles en allen, o schoone, rustige, heerlijke wereld, wees gegroet!

Daar vonden wij de zoo verlangde rust en eenvoud.

Gezegend woud, heerlijke natuur, die sterk maakt en krachtig en gezond tot in merg en beenderen. Wie zwak is en zenuw-krank, ga naar de wouden en de hei, die nog niet verbasterd zijn, door allerlei kleinzielig menschengedoe.

Niet aan den grooten weg, in een hotel vol bedienden, en menschen; maar zoek u een eenvoudige woning, diep binnenin het woud.

Het is er nooit somber, hoe kan dat als vogels zingen en bijen zoemen, als wij bij iedere bocht van den weg, een ander gezichtspunt hebben, de zonnestralen dartelen door de boomen, overal verschillende tinten en kleurschakeeringen, doch chacun son goût.

Mijne indrukken van zee en strand, van bosch en hei heb ik trachten wéer te geven. Gezond en opgewekt, vol moed, kwam ik terug. De heerlijke lucht, de kalme omgeving van bosch en hei hadden mij goed gedaan, misschien kan een ander zijn voordeel doen met mijne ondervindingen.

 

VERITAS S.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken