Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 19 (1905-1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.70 MB)

Scans (102.45 MB)

ebook (6.51 MB)

XML (4.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 19

(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Twee jonge gezinnen.

Ik ben een der tallooze meisjes die het voorrecht hebben van veel uit logeeren te worden gevraagd. Ik ben 26 jaar oud, heb een gelukkig thuis, een bezig leven, al behoor ik niet tot de ‘nuttigheids menschen,’ en kom elken dag tijd te kort. Verveling ken ik niet. Na het afloopen der H.B. school voor meisjes bezocht ik de huishoudschool, nam taallessen en vulde mijn ledigen tijd op allerlei wijze aan. Veel en dikwijls werd ik uit logeeren gevraagd en hoor nog hoe een oom zich verbaasd toonde, bijna geërgerd toen ik weer inging op een vriendelijke uitnoodiging van een mijner gehuwde vriendinnen. Moeder verdedigde het plan met te zeggen: dat uit logeeren gaan ontwikkelt en ik overal wat leeren kon, mits ik mijn ooren en oogen wijd openzette. Nu, dat nam ik nu voor meer te doen dan ooit, daar ik het leven deelen ging van een jonggetrouwde vriendin. In het begin van

[pagina 146]
[p. 146]

haar huwelijk had ik enkele dagen bij haar te D. doorgebracht en was verrukt van Lizzie 's huis en omgeving. Met Evert, haar echtgenoot, kan ik het ook uitnemend vinden. De brieven van Lizzie waren me een genot; ze was zoo ontwikkeld en poetisch aangelegd. In den aanvang van haar huwelijk verraste ze me dikwijls met haar schrijven, maar toen ze een baby wachtte, zag ik maar zelden haar mooie hand; ik begreep ze had het druk.

En nu was ik twaalf dagen te D..... Wat werd ik gedesillusioneerd! Behoefte voel ik om mijn bevindingen mee te deelen, zonder iets aan de waarheid te kort te doen. Ik kwam aan en werd hartelijk ontvangen, maar als iemand mij vraagt: ‘geloof je dat Lizzie blij was met je komst,’ och dan zou ik niet weten wat te moeten antwoorden. Maar interest is verdwenen; waarom? - omdat ze een kind heeft! Ze is onverschillig geworden voor mij en anderen, waartoe? - om altoos te kunnen optrekken met haar baby.-

Bij het binnenkomen zag ik reeds de verandering die had plaats gehad. Een rommelige huiskamer was het terrein waar we samen waren. Geen stoel of er hing wat op, een grijs waas van stof bedekte tapijt en gordijnen. Het mooie koper was aangeslagen en vuil, kasten die open gingen, waren een toonbeeld van wanorde, Een bedje waar Werther over dag in sliep was half afgehaald, een apokrief vochtig lakentje hing over den rand te droogen! Een beelderig tafeltje, waar bij ieder ander een plant of ornament op zou staan, was bezet met allerlei ingredienten die op een slaapkamer thuis behooren. Een afgrijselijk slaapkamer meubel blonk me tegen achter het ledikant.... men moet het gezien hebben om te kunnen gelooven. We dejeuneerden met Werther naast ons, een lief kind, mooi, gezond, vroolijk, een heerlijke bezitting! Evert en Lizzie namen beiden de honneurs waar, gul en vriendelijk, maar oogen en ooren waren alleen voor het kind. Na mijn oprechte bewondering te hebben betoond voor het lieve wezentje, vroeg ik belangstellend naar een en ander, maar de antwoorden die ik bekwam werden terloops gegeven. Lizzie zat voortdurend Werther toe te knikken; wat ik zei drong zoo weinig tot haar door. Na het dejeuner verdween Ernst en ruimde ik de koffietafel op, terwijl Lizzie Werther hielp; alweer in de huiskamer, waar ik graag even later eau de cologne zou willen gebrand hebben om mijn reukorganen op te frisschen.

Een half uur later gingen we uit. Mijn aanbod om den wagen te mogen besturen werd afgeslagen. Lizzie zei, dat ze uit principe alles zelve deed, en al betuigde ik knap genoeg te zijn op mijn 26sten jaar om conducteur te zijn van een kinderéquipage, het hielp niet. De boschrijke omgeving van D., de heerlijke geur van groen en bloemen maakte Werther al gauw in slaap. Nu meende ik althans gelegenheid te hebben om eens te praten met mijn oude vriendin, naar wie ik zoo dikwijls verlangd had. Geen gedachte had me vroeger bezield of ik had ze uitgesproken voor haar.

‘Lizzie, weet je dat juffrouw Walterhagen zoo ernstig ziek is?’ vroeg ik. Juffrouw W. is de directrice der meisjes H.B. van wie we beiden heel veel hielden, eigenlijk mee dweepten in de vijf jaren dat we onderricht van haar kregen.

‘Och, wat heeft ze?’

‘Dokter Zelmer is bang voor kanker. Twee maanden geleden....’

‘Ze wordt wakker!.. dag kindje! dag Werther! kijk eens naar mama!...’

Werther wrijft met twee mollige vuistjes haar neusje en dommelt weer in. Wij zoeken een mooi plekje om wat te gaan zitten en voor de zooveelste maal beweerde ik hoe lief Werther was en beaamde al het goede dat van haar verteld werd.

‘Waarschijnlijk moet juffrouw W. geopereerd, ik bezoek haar trouw.’

‘Och kom, hoe akelig, ben je niet bang voor besmetting?... dag kleintje! lig je met open oogjes?..’

Werther speelt met haar vingertjes, is heel zoet en ziet me aan met een paar verstandige oogen of ze zeggen wil ‘praat maar gerust door.’

Ten derde male bracht ik het gesprek op de zieke, die mij in den laatsten tijd zoo vervuld had. Ik begon over oude kennissen uit haar geboortestad maar.... Lizzie had immers een kind, dat absorbeerde haar doen en denken - hoe kan ik dan aankomen met futile praatjes?! Ik bepaalde me dus bij het bewonderen van Werther's lieve kleurtje, van de rose, blootgewoelde, snoesig kleine voetjes en kwam thuis ontstemd over de verandering die had plaats gehad bij de jonge zoo begaafde vrouw. We kwamen vroeg terug en ik ging mijn koffer uitpakken. Verrukt was ik over de gezelligheid der logeerkamer. Dáár herkende ik nog eens weer mijn oude Lizzie in. Zorgzaam en net was hier alles

[pagina 147]
[p. 147]

wat een logée begeeren kan. Toen ik beneden kwam, verwelkomde een kopje thee Ernst en mij, maar niet in een easy hoekje, knus, gezellig, smaakvol voorgediend, neen omgeven door allerlei rommel en kleertjes, de trommel met koekjes boven op een stapel luiers.

Ik kon niet nalaten te vragen: ‘Lizzie wil ik die boel eens voor je wegbrengen, zeg maar gerust als je wat voor me te doen hebt.’

‘O, dank je, laat maar liggen... och van een klein kind is niets vies, hè?..’ dat met het oog op heel onsmakelijke vertooningen.

Nog een kwartier lang zat ik maar mee gebaren te maken, als ‘handje klap,’ ‘waar vliegt de reiger,’ ‘armpjes in de lucht,’ enz. Met kleine wijzigingen verliep het diner vrij wel op dezelfde manier en omdat Werther huilde, raadde Ernst aan maar schielijk af te eten daar de jonge dame toch het hoogste woord had en dan kon worden uitgekleed. Onder het opruimen door de dienstbode had de uitkleedpartij plaats, gevolgd door de voeding die ik al eenmaal had bijgewoond en nu zoo ongegeneerd mogelijk plaats had ten aanzien van haar man en mij, plus een vriend van Ernst die een adres kwam vragen. Ik schaamde me; was dat de fijnbesnaarde Lizzie?

Eindelijk sliep Werther en werd het gesprek wat degelijker. Op mijn vraag aan Lizzie of ze nog wel eens piano speelde, (ze was als meisje een zeer goede musicienne) vernam ik dat daar geen tijd meer voor was nu ze een kind had. ‘En 's avonds?’ ‘Och dan ben ik bang dat Werther wakker zal worden. Bovendien ik heb zooveel te naaien, ze is al negen maanden en groeit uit alles uit. Vindt je deze flanelletjes niet snoesig?’

Ik had behoefte aan iets anders en vroeg naar de portefeuilles. ‘Die hebben we maar opgezegd; Ernst had geen tijd en ik keek ze toch niet in. Och, als je een kind hebt, Margo, dan neem je toch geen boek in handen.’ Dat was de eerste dag van mijn séjour en zoo verliepen er twaalf. Niemand van kennissen of vrienden had ik ontmoet. Al die dagen lang hadden mijn gedachten zich bewogen in een bedroefd klein kringetje.

Den laatsten tijd waagde ik te zeggen: ‘Zie je die aardige meisjes niet meer, die ik vroeger eens bij je ontmoette, en die geestige meneer K. en die jonge mevrouw v. R. met wie we zooveel plezier hadden verleden jaar op de bowlpartij, die je in den tuin gaaft?’

Lizzie zag me verbaasd aan, of ik iets raars vroeg.

‘Nee, ik zie nooit meer menschen, dat was goed toen we nog met ons beiden waren; mijn jour heb ik ook afgeschaft, want...’

‘O, ja, je hebt nou een kind,’ viel me een weinig bits uit den mond.

Begrijp je dat zelf niet? Och, Margot, als je ooit trouwt en een baby hebt, dan zullen we veel dichter bij elkaar staan. Vriendinnen die niet geëngageerd of gehuwd zijn, hebben zulke andere belangen, dat merk ik telkens.’

 

Dat merkte ik, helaas, ook maar al te goed. Zoo graag had ik haar gezegd, dat ik in dat geval door háár geleerd had waar ik me voor wachten moest. Voor overdrijving en onaesthetische inrichting van een huishouden ter wille van een baby.

Hoe kan een man zich in zulk een omgeving voegen? dacht ik telkens als ik Ernst zwijgend zag rondkijken. Toen ik teleurgesteld thuis kwam en moeder alles vertelde, zei ze: ‘och de man zal denken, dat het niet anders kan, dat zal hem zijn voorgepraat.’

* * *

En nu zou ik alle Lizzie's willen zenden naar het gezin van mijn nichtje, die dokter's vrouw is te....

Sedert mijn logeatie te D. ben ik verloofd geraakt met haar zwager. Van daar dat ik voor een veertien dagen zou komen logeeren, om eens goed kennis te maken met haar man. Ze heeft drie kleuters, waarvan het oudste nog geen vier jaar is. Leerde ik van Lizzie waar ik me voor wachten moest, van haar zag ik alles af met groote open oogen en mijn vurige wensch is, eens voor man en kinderen te worden wat zij is voor haar gezin.

Haar opvatting is zoo mooi. Zij houdt zich steeds voor, dat de ware huismoeder haar huis stempelt door fijnen toon, keurige omgeving en aristocratische begrippen bij grooten eenvoud. Van daar, dat de gezelligheid van de huiskamer onuitsprekelijk is. Ook daar ligt in een rein kamerwiegje een heerlijk roze kind, de jongste van den kring, maar van al wat onsmakelijk is - geen spoor. Haar zorgen zijn talloos; ze is een ideaal moedertje, maar begrijpt dat het hooggehouden moederschap niet er onder lijdt als voor physieke zorgen hulp wordt genomen. Op geregelde tijden voedt ze haar baby, maar niet als vrouwen uit het volk ten aanzien van anderen. Ze is daarbij een hulp van haar man en deelt het interest dat hij heeft voor zijn patienten.

[pagina 148]
[p. 148]

Haar vriendelijke woning is gezocht door oud en jong; belet wordt heel zelden gegeven. Des avonds komen menigmaal collega's of andere vrienden praten, dikwijls met vrouwen of zusters. Haar frissche geest heeft niet genoeg aan Lizzie's enge kringetje. Haar interest is niet verdwenen - omdat ze kinderen heeft! Ze spoort haar man als verstandige vrouw aan om voeling te blijven houden met vroegere vrienden, zijn clubavond geregeld te bezoeken. Ze heeft tijd om haar planten even goed te baden als haar kinderen, ja ik ben niet uitgepraat over de vrouw, die mijn voorbeeld zal blijven nu ik binnenkort ook een deftige mevrouw hoop te worden. Op die wijze moet, dunkt me, een man zich hoog gelukkig voelen aan eigen haard.

 

MARGO.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken