Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 19 (1905-1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.70 MB)

Scans (102.45 MB)

ebook (6.51 MB)

XML (4.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 19

(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.

Gaarne zou ik over het hoofdartikel van ‘Margo’ (Holl. Lelie van 6 Sept.) mijn opinie willen zeggen en tot op zekere hoogte Lizzie's huishouden - eén uit velen - willen verdedigen. In deze quaestie gevoel ik mij tot beoordeelen nog wèl zoo goed bevoegd als Margo, daar ik voor mijn jongen van 15 maanden van de geboorte af geheel zelf heb gezorgd.

Lizzie en haar man zullen, evenals zoovele anderen, de ervaring hebben opgedaan, dat niets een jong huishouden zóó verandert als de komst van baby No. 1. Ze had blijkbaar niet veel bediening, daar er sprake is van ‘de’ dienstbode en er kwam dus veel op haarzelf neer. Hoe aardig om dan nog een logée te vragen om deze genoegen te doen, te zorgen dat de logeerkamer zoo in de puntjes was, - en hoe ontmoedigend wanneer zij zichzelf en haar huishoudentje in het historische stuk van Margo mogelijk zal erkennen en bemerken, dat haar gast na eenige uren reeds ‘ontstemd’ thuiskwam, zich verder 12 dagen lang ergerde en gedesillusioneerd naar huis ging.

- Zijn al de détails volkomen waar, dan kon Lizzie het zeker beter ingericht hebben, maar waar Margo zóóveel afkeurt, dat in Lizzie's omstandigheden niet anders kan, zou ik op deze punten wel even willen wijzen.

Het is zeker niet goed, dat er stof in de huiskamer lag, dat het koper noodig een beurt moest hebben, dat slaapkamer-ingrediënten op een mooi tafeltje stonden..... Maar had Lizzie een kinderkamer? Had ze andere bedienn

[pagina 186]
[p. 186]

dan ééne dienstbode en was die goed? Had ze flinke kasten om direct de waschkommetjes enz., die ieder oogenblik met een baby gebruikt moeten worden, in weg te bergen?

Lizzie behoefde zich toch nòch voor haar man, nòch voor de logeé, die als tijdelijke huisgenoote wordt beschouwd, te geneeren om haar kindje te voeden! De vriend van Ernst had er niets bij noodig, dat geef ik toe. A propos van het zelf-voeden - hoe kon Lizzie haar jour aanhouden als ze op het gewone uurtje van vier of half vijf Werther moest helpen?’

Ernst, de arme stakkert, ‘die wel zal zijn voorgepraat dat het niet anders kan,’ is mij sympathiek, omdat hij niet de onvermoeide zorgen van zijn vrouw voor hun beider kind verzwaart, door onnut gemopper over dingen die niet zijn te veranderen. Hij beseft blijkbaar, dat hij èn zij tijdelijk moeten opgeven, menschen zien, geacheveerde orde en gezelligheid in de huiskamer en dat kleine Werther, omdat haar moeder zelf voor haar zorgende, b.v. zelf met den wagen rijdende, waakt voor wind vangen, kou-vatten, schokken, te schelle zon, kortom voor duizend kleinigheden die allen te zamen een kind veel nadeel kunnen toebrengen - geworden is ‘een lief, gezond, vroolijk kind, een heerlijke bezitting.’

Gelukkig de vrouw, wier man dat waardeert en gelukkig het kleine wezentje dat in zulk een huishouden zijn intree heeft gedaan.

Dat een vrouw, al heeft zij de handen vol met een baby, moet blijven deelen in de belangen van haar man, spreekt van zelf, maar nergens lees ik dat Lizzie dat niet deed. Wat weet een logée van de gezellige avondjes ‘onder ons’ wanneer vertrouwelijke gesprekken tusschen man en vrouw worden gehouden, van zijn werkkring verteld, zijn belangen besproken - - misschien wel het allergezelligst wanneer zij naait aan een van de versmade flanelletjes.

Ten slotte nog dit: het dunkt mij niet billijk dat Margo deze twee gezinnen vergelijkt, - hoe houdt Margo's nichtje haar omgeving keurig, hoe stelt zij het buiten ‘onsmakelijke vertooningen,’ daar kind en wieg zichzelf toch wel niet ‘rein’ zullen tooveren?

Doordat haar huishouden geheel anders is ingericht dan dat van Lizzie, doordat we hier den gewonen gang van zaken hebben, dat er met meer kinderen ook meer hulp komt. Ziedaar ook de reden waarom de vergelijking m.i. niet rechtvaardig is en waarom het weinig zou helpen wanneer zij, die in Lizzie's omstandigheden verkeeren, in de leer gingen bij de doktersvrouw.

Gaarne zie ik een andere geheel ware beschrijving van een ideaal-moedertje en huisvrouw in een dergelijk huishouden als van Lizzie tegemoet.

ERNESTA.

 

Noot red:

De inzendster van dit ingez: stuk vergunne mij ook aan háár artikel een woordje toe te voegen. Ik heb reeds gezegd in mijn inleiding bij Margo's beschouwing, dat ik voldeed aan het uitdrukkelijk verzoek van deze, waar ik de bewuste inleiding schreef. Zij staat mij in voor de waarheid der door haar meegedeelde feiten; ik heb daarom gemeend haar wensch te moeten inwilligen. Maar nogtans geef ik Ernesta volkomen gelijk, waar zij het licht laat vallen op de andere zijde der questie, vooral waar zij er op wijst, dat niet elke vrouw in de gelegenheid is haar ‘kinderkamer’ te hebben, of haar ‘jour’ en andere gezelschaps-plichten kan vereenigen met de eigenhandige zorgen voor haar kindje. Daarom moet het mij dan nu ook van 't hart, dat naar mijne meening een vrouw die te ver gaat in de richting van ‘Lizzie’ veel meer gelijk heeft, dan eene die uit zelfzucht, ijdelheid, enz., haar interieur en haar gezin opoffert aan eigen-ik-aanbidding en na-looperij van genoegens en zoogenaamde plichten buitenshuis. Het is moeilijk om altijd en in alles het juiste midden te betrachten, en niet te dwalen, noch links, noch rechts. Maar wie dan dwaalt in de richting van Lizzie, en zichzelve opoffert voor en wijdt aan man en kind, die staat naar mijne meening hooger dan zij, die zich-zelve-alleen aanbidt en zichzelve en haar genoegens méér verzorgt dan haar gezin en haar huishouden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken