Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 19 (1905-1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.70 MB)

Scans (102.45 MB)

ebook (6.51 MB)

XML (4.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 19

(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Varia.

‘Hoe sommigen over ons denken.’

Nu er zich hier en daar enkele verschijnselen van meer belangstelling in hun eigen land, door de Hollanders, openbaren, is het mogelijk niet te onpas, nog eens opnieuw het oordeel van vreemden over ons te hooren. Mij althans trok eenige jaren geleden zeer de aandacht, wat dienaangaande in den vorm van een boekje, werd meegedeeld door twee Engelschen, en wel onder den titel ‘Schetsen van een tochtje door Holland en Duitschland, door J.P. Mahaffij en J.E. Rogers, uitgegeven te Londen, Mac Millan & Co. 1889, opgedragen aan Zijne Hoogheid, Prins Eduard van Saxen-Weimar, uit erkentenis voor zijne vele blijken van vriendschap.’

Tot mijn spijt hoorde ik, dat het boekje uitverkocht was en moest dus mijn voornemen het geheel in het Hollandsch over te zetten, laten varen. Thans volsta ik dus met enkele brokstukken, die mij destijds reeds het meest kenmerkend voorkwamen, weer te geven.

Moge het zien in den spiegel, ons door vreemden, die blijkbaar zeer onpartijdig oordeelden, voorgehouden, ons ten nutte komen en aanleiding geven tot gepaste zelfkritiek.

Wat ik dan het eerst onder mijne aanteekeningen dienaangaande, vermeld vind, is pag. 26: Iets omtrent Dordrecht, waarvan het heet: Dordrecht is, zooals de meeste Hollandsche steden, doorsneden door water. Het ligt bovendien aan een mooie rivier (de Maas), wat niet dikwijls het geval is. Er zijn waterstraten en wateromheiningen langs wegen en rond rijke villa's - bewonderenswaardige vervanging voor de leelijke en eigenwijze muren, zoo algemeen in Engeland. -

Pag. 29: De vereeniging van pakhuizen met private huizen, geeft een duidelijk bewijs voor den band van de Hollandsche samenleving met handel en den eerbied, waarmee de laatste is opgehouden.

Pag. 34: Wij waren blijde te hooren, dat de praktijk om honden zware vrachten te laten trekken, nu door de publieke opinie veroordeeld is en weldra bij de Wet verboden. Zelfs nu mag de eigenaar niet in een kar zitten, getrokken door een hond, hoewel dit voortdurend op het platte land gedaan is, en somtijds hielden wij een zoodanige kar tegen, en dwongen de luie mannen of jongens er uit te gaan, wat zij zonder tegenpruttelen deden.

Echter zagen wij niet één enkel geval van wreed gebruik van de zweep of van ‘een onwillig dier aan te zetten’.

Het volk is echter verreweg beter voor hun vee dan in Zuid-Europa het geval is.

Pag. 36: De Groote Kerk in Dordt is een zeer goed voorbeeld van den Godsdienstigen bouwtrant van het land. Op een afstand zijn deze kerken hoog boven de steden uitstekend en van verre met hun groote torens zichtbaar, zeer schoon en indrukwekkend.

Het contrast van deze kerken met den wereldlijken bouwtrant is nog meer opvallend, daar zooveel er van zuiver Renaissance is.

Maar is de uitwerking van de kerken ietwat bedorven door de effenheid van bijzonderheid aan de uitwendige oppervlakte, wanneer gij er binnengaat, krijgt gij een grooten schok.

Geheel het binnenwerk is gewit, en al de ornamenten van een kerk zijn verdwenen. De Puriteinsche geest van het volk heeft van dezelve gemaakt een groote ruimte zonder eenige gedachte.

De groote gewitte bogen en gewelven zien er onuitsprekelijk koud en naakt uit, en hier in Dordt is het koor geheel verlaten, en staan er een menigte oudmodiesche, achttieneeuwsche zitbanken, rond een ordinair rococostijl spreekgestoelte in het schip, met een hooggestoelte voor den Burgemeester of Kerkvoogd er tegenover.

Het Heilig avondmaal wordt bediend (ik durf niet te zeggen gevierd), in het midden van de kerk, terwijl eenige zitbanken op zijde zijn geschoven, om plaats te maken voor de Tafel.

Iets treuriger, kouder of naarder kan niet bedacht worden. Er blijven in deze kerk, veronachtzaamd en vervallen twee prachtige rijen stoelen, gesneden (carved), in den besten

[pagina 415]
[p. 415]

vroegen Renaissance stijl in eikenhout en gedateerd 1460 en 1537. Dit prachtige werk is ten minste onaangeroerd gebleven, maar dreigt binnen weinige jaren in stukken te vallen.

Eén onzer herinnerde er nog aan, hoe wij bij de driehonderdjarige viering van Leiden's Universiteit, in groot tenue op een zeer kouden winterdag er op uit waren gegaan, om den Rector zijne rede van af het spreekgestoelte van zulk een kerk te hooren houden.

De uitwerking van koude, door het karakter, dat alles droeg en de geheele omgeving teweeggebracht, overtrof die van de temperatuur; zoodat wij allen oprezen, meer dood dan levend. Wij hoorden nu, dat deze iemand doende bevriezen Godsdienst haar macht op het volk verloren heeft en een pieuse Hollander niet gemakkelijk meer te vinden is.

Pag. 43: De zaal van de Synode was neergeveld dertig jaar geleden, en vervangen door een gebouw, dat aan de nakomelingschap herinnert, hoe een leelijk ding somtijds als mooi kan beschouwd worden.

Pag. 45: In Zwijndrecht vonden wij niet alleen overvloedig fruit, maar ook zeer lieve kinderen, zoo geheel en al een uitzondering voor het land.

Pag. 46: Leiden en Haarlem.

Den Haag bevalt ons niet, hoewel iemand, die introducties heeft, daar, voor aangenaam gezelschap wat kan stil blijven en in ieder geval de schilderijen zien in haar verrukkelijk museum met zijn onvergelijkelijke anatomische les van Rembrandt, zijn aangrijpende ‘Oude man in wapenrusting’ door Boll, zijn beminnelijke Wouverman en Van der Velde landschappen, om niet te spreken van Van Dijk en zijne portretten.

Maar dit alles kan in een paar uur gezien worden, in welk tijdsverloop gij de mooie straten, het goed gekleede publiek en de mooie equipages zult bewonderen, zelfs niettegenstaande een koetsier in mooi en compleet liverei, met zijn palfvrenier naast zich, rookend eene sigaar en met oorringen in zijn ooren, ons iets zonderlings toescheen, op het gebied van stijl.

Zoo ook het feit, dat te Rotterdam een man langs den trein op en neer liep, met champagne en hardgekookte eieren, bij wijze van morgenverfrissching voor reizigers. Zulk soort dingen ziet gij elk oogenblik, als gij wilt.

Maar laat ons gaan naar de wezenlijk merkwaardige stad Leiden, dat bezwaarlijk minder Hollandsch en minder schilderachtig dan Dordt is. Dezelfde terugkeer in elke straat van oude gevels, met 16e- en 17e eeuw datums. Wij zagen deze stad ook bij de viering van het 300-jarig bestaan der Academie in 1875. In beide tijden werden wij even hartelijk ontvangen. Heeft deze groote zetel van geleerdheid geen oude collegekamers, (geen Universiteit ergens heeft ze behalve op ons Schiereiland) zeker heeft hij oude huizen genoeg, om met eenige stad in Engeland te wedijveren.

Pag. 52 en v.v. Het studentenleven is veel fijner dan iets van dien aard, dat wij in Engeland hebben.

In het hotel ‘de Zon’ is een mantelstuk in de privaatkamer van den eigenaar, dat een model is van Hollandsch meldenswaardigen stijl; wij hoorden dat verscheidene zulke andere dingen in Leiden waren: f 4000. - (350 Eng. pd.) was geweigerd voor genoemd stuk, ééne week vóórdat wij het zagen.

Wij zagen veel betere in Dublin verkocht voor 25 pd. en konden elken dag veel betere verschaffen voor 50 pd.

 

(Wordt vervolgd.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken