Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 19 (1905-1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 19

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.70 MB)

Scans (102.45 MB)

ebook (6.51 MB)

XML (4.20 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 19

(1905-1906)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 743]
[p. 743]

Ingezonden stukken.
Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.

I.

Zeer geachte redactrice.

 

Hoewel ik eigenlijk voor het genoegen c.a. mijner vrouw abonné werd van de Lelie, lees ik toch ook een groot deel van den inhoud met groote belangstelling. Zoo weer in het laatste nummer, waar u de wreedheid van de dames en heeren der High-life in hun genoegens aan de kaak stelt en daaruit de treurige ontwikkeling onzer zoogenaamde beschaving helder te voorschijn treedt. Toevallig lees ik tegelijk in ‘The wide world magazine’ van Mei een opstel van S.L. Bensusan, getiteld: ‘An African Slave-Market’. Na een interessante beschrijving van de markt en het publiek te Marrakesh, zegt de S. o.a. woordelijk:

Some of the sights we must see in the course of the two hours' traffic of the market are painful enough, even to the point of being revolting; but if we are sufficiently just with ourselves and the Moors to reflect upon life as it is in the centres of Western Civilisation, we shall find that we have little occasion to congratulate ourselves upon the result of the comparison. The slavemarket, for instance, is not as ugly as the streets of our big towns in their more sordid aspect. The suffering of the slaves is less than the suffering of our own poor; in fact, few of them are destined to know what hunger and thirst are like, when once they have found masters; and if at times they are brutally handled, it is wel to remember that negroid people are hardy, healthful, and vigorous to an extent that makes ordinary punishment a mere laughing matter. Consequently, superlatives can be saved for use nearer home, and we may remain in the slave-market from the opening to the close, regarding al that passes with the consciousness that all institutions like African Slavery are destined to pass, and to pass very soon, although one may not be quite sure in his own mind whether the second state of the slaves will be better than the first. For in Africa, in the countless thousands of miles where decent government is still to seek, the wants of mankind are primitive, and there is not enough food to go round. While the poor free man starves, the slave is fed. Again, when the slave embraces the ‘true belief’ i.e. Islam, and has received the freedom that so often awaits him at the hands of masters who are anxious to make their peace with Heaven. he is on terms of absolute equality with all men, and may rise to heights in the state that would be impossible in any Western Civilisation.

Mohamed heeft in zijn Koran een zachtmoedige behandeling der slaven als voorwaarde gesteld om in het paradijs te komen, en elke Mohamedaan houdt zich strikt aan dat voorschrift. Christenen echter, die zeggen dat hun godsdienst een godsdienst van liefde is, handelen anders. Had Mrs Stowe in het onbeschaafde moorenland, of op een der eilanden in onzen Oost-Indischen archipel geleefd, waar de, in 1863 afgeschafte, slavernij nog steeds voortduurt, dan ware haar boek ‘Uncle Tom's Cabin’ waarschijnlijk ongeschreven gebleven. Doch zij leefde in een maatschappij die het monopolie van hooge beschaving bezat en dus de slaven met verfijnde wreedheid martelde. Vanwaar toch het verschijnsel dat alléén beschaafde Europeanen hun slaven wreed behandelen? Want al is de naam veranderd, de toestanden zijn ongeveer gelijk gebleven tot op dezen dag.

F.W.M.

II.

Geachte Freule Lohman.

 

Een woord van instemming moet me van 't hart met het hoofdartikel van Mignon; ze is een voorbeeldige huisvrouw en ik twijfel er niet aan of haar man zal een goed, huiselijk leven bij haar hebben. Haar dagverdeeling is perfekt en de geheele rooster van werkzaamheden sluit in elkaar als een bus, ze is stellig de vrouw van een ambtenaar of kantoorheer, in zulke huishoudingen kan alles op de minuut af geregeld worden. Haar man kan echter onmogelijk dokter zijn, want met de beste wil ter wereld, kunnen in een doktersgezin de maaltijden niet op de klok worden genuttigd, kan precies om zeven uur worden opgestaan, enz De praktijk, vooral die op het platteland, gooit subiet de prachtige dagverdeeling omver, de maaltijden worden ongeregeld, zelfs al doet manlief nog zóo zijn best op den tijd te passen. Doch wat het meest en het eerst de geheele regeling omverwerpt is wel baby No. 1; zoodra die gearriveerd is, denkt Mignon er niet meer aan, na vier uur te wandelen, te fietsen en bezoeken af te leggen! - Ze kan niet de huisdeur sluiten en baby aan zijn lot overlaten, noch met haar man rustig zitten praten en lezen - baby is er en doet zich gelden op de meest ongelegen tijden! En hoe zeer ze er ook tegen zal strijden, aan haar huishoudelijke plichten zal ze minder tijd kunnen besteden, baby moet verzorgd, gekleed, verdroogd, gevoed worden - ze kan niet beide even goed doen. - Ze zal als echte moeder 't kindje zelf willen helpen, het nooit aan een ander overlaten, doch ze heeft maar twee handen en de dag is niet langer dan 15 uren hoogstens, hoe zal ze alles alleen kunnen doen? Ik spreek hier niet van arbeidersgezinnen of kleine-burgermenschen, waar alles er op is gericht, dat de moeder zélf alles moet doen, neen ik heb het over een huishouding als van Mignon, met een woonkamer, eetkamer, suite, logeerkamer, keuken en tuin! Zoodra baby ouder wordt en ook zusjes en broertjes gaat krijgen, o wee, waar blijft dan het rooster der werkzaamheden? Ik zelf heb drie kindertjes, waarvan de jongste twee maanden is en ik weet precies hoeveel drukte ze geven. Ik mag blij zijn als ik ze alle drie een goede opvoeding geef, zooveel mogelijk hun kleeren maak, met ze speel en met ze leer, mijn man help in zijn praktijk bij kleine operaties en een wakend oog over de huishouding houd.

Ik doe zelf de wasch mee en verstel alles wat begint te slijten of te breken, en ik heb 's avonds maar weinig tijd voor mijn correspondentie bij

[pagina 744]
[p. 744]

te houden, de tijdschriften te volgen en de couranten te lezen. En toch heb ik een groote meid en een kleiner meisje tot mijn beschikking, o, Mignon weet niet, wat er te pas komt in een dokters huisgezin met een groot huis en drie kinderen!-

Haar leefwijze en werkzaamheden mogen gelden in een rustig gezin zonder kinderen, ze kunnen niet worden gevolgd in een drukke huishouding!

Niettegenstaande mijn betoog, ben ik toch blij, dat de schrijfster weer eens een flink voorbeeld geeft en toont, dat een ware ‘Mevrouw’ ook wel zelf den melkboer helpt, groenten aanneemt, visch schoonmaakt, 'k ben het geheel met haar eens, dat het mevrouw-zijn geheel onafhankelijk is van haar kleeding, haar werken en haar streven, 't Hangt er maar van af, hoe ze de dienstboden behandelt, hoe ze zich gedraagt tegenover haar minderen, en hoe netjes ze er uitziet. Ik kan dat hooghartig gedoe en dat geleuter van ‘och 't zijn maar booien’ nooit uitstaan, bij menschen, die zoo praten gelden mij de dienstmeisjes veel meer dan de dames, daar ze dikwijls veel flinker en netter zijn dan de niets-uitvoerende mevrouwen, die zoo laag op ze neerzien!

'k Hoop, dat Mignon's ‘rooster van werkzaamheden’ veel navolging vindt, vooral in het eerste huwelijksjaar, wie goed begint en wiens wil goed is, kan later met een geringe hulp er bij ook een nette, zuinige huisvrouw, een gelukkig echtgenoote en een lieve moeder zijn!

 

A.B.K. te B.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken