Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 23 (1909-1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.37 MB)

Scans (108.74 MB)

ebook (8.49 MB)

XML (4.12 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 23

(1909-1910)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Intermezzo.

Toen nu allen in een ronden kring aan tafel gezeten waren, de handen aaneengesloten, heerschte er een oogenblik volslagen stilte in 't laag, vol vertrek.

De heer des huizes, een dikke, rijkgeworden spekslager, presideerde aan 't hoofd van de tafel en keek met een uiterst voldaan gezicht zijn kringetje rond.

Dàt was nu toch eens je ware!, zulke nette lui bij je op steanse te hebben. De goede man radbraakte de vreemde woorden nogal. Séance, flüide en dergelijke zaken waren dan ook moeielijk te verwerken voor iemand, die zijn leven lang alleen van varkens een studie had gemaakt.

Naast baas Huisker zetelde zijn vrouw, klein, stijf burgervrouwtje, thans met een waar gelegenheidsgezicht.

Aan haar andere zij een tamelijk deftig

[pagina 360]
[p. 360]

uitziend burgerheer, boekhouder aan eene groote instelling in de stad, - een leuk, zeer tevreden vollemaangezicht met mooi wit haar en bakkebaarden. Naast hém weer een dame, oogenschijnlijk zich nog niet erg thuisgevoelende onder deze luidjes. Door anderen had ze gehoord van mooie, wonderbaarlijke lichtverschijnselen en andere interessante dingen, die geregeld ten huize van den slager op séances werden waargenomen, en vurig, jong spiritist had ze dan ook niet gerust voor ze een invitatie kreeg. 't Had nog al moeite gekost, want de brave menschen vormden zoo hun eigen kringetje en vreemden er bij - daar hadden ze 't niet erg op. Doch de aanhouder wint - Zij, mevrouw Berg, nog aan 't begin van haar spiritiesche loopbaan, vol ijver voor de goede zaak, verlangde steeds meer bewijzen. Zeker, ze geloofde er stellig aan, maar mooie, bijzondere verschijnselen - och, je las en hoorde er zooveel van en zelf ondervondt je zoo weinig. - En dan kwam telkens weer de twijfel, en vroeg je ziel om meer, om beter, sterker bewijzen.

Naast 't jonge vrouwtje, 't ging geheel volgens voorschrift, om en om, een mannelijk element, heel min burgermannetje, - ondergeschikte van den grijzen vollemaan, maar een, die niet gemist kon worden, want, zie je, hij was een sterk magnetiseur en dan zijn beide dochters, ook aanwezig, dát waren de eigentlijke sterren voor den avond; beiden sterke mediums, kolossaal groote mediums zelfs. Een van die twee meisjes zat dan ook naast papa, vóór haar, in afwachting, eenige vellen schoon papier, benevens een keurig geslepen potlood. Ze was ziend, hoorend, sprekend, slapend maar ook schrijfmedium! Naast dat meisje een schoonzoon van den heer Huisker en tusschen dien en den heer des huizes de andere blondlokkige schoone, van avond rustend medium, want ze was niet al te lekker en mocht dus maar alleen in den kring aanzitten.

Eenige toeschouwers in een' hoek maakten het gezelschap voltallig. Daar hadt je de huisnaaister, een geloovige, - de getrouwde dochter des huizes, een ongeloovige - verder een klein, gebocheld wezentje, luisterende naar den naam van Naatje Vink, - een heel gewichtig personage in 't oog van velen, want ze was zondagschooljuffrouw en als zoodanig had haar een dominee streng verboden, ooit meer aan séances mee te doen, als zijnde uit den duivel, op straffe anders van haar eervol baantje te worden ontzet.

Zij, ook al weer een buitengewoon medium, deed dus niet mee, doch vergenoegde zich met een heel gewichtig gelaat toe te kijken.

En dan, in den anderen hoek voor de piano, zat Lientje, het bleeke, twaalfjarig jongste dochtertje van 't echtpaar Huisker, ook al kalm in afwachting.

Nog bleef het stil, heel stil. - Het wat getemperd gaslicht gonsde, - vanaf de straat drong rumoer en gerij naar boven, - de pendule tikte zacht, bijna onhoorbaar, verder geen geluid - voelbare stilte.

‘'t Duurt lang’, fluisterde plots een schorre stem, als 't ware schrikkend van zijn eigen geluid. - ‘Ja, ik begrijp er niets van’, antwoordde een ander, blij zich eens even te kunnen uiten, - ‘anders komt er dadelijk wat,’ sprak met een' zijdelingschen blik naar de vreemde dame no. drie, en terstond richtten meerder oogen zich op 't bleeke, ernstige gezicht van de vreemde.

‘Zou dié soms onzen avond komen bederven?’ was duidelijk op aller gelaat te lezen, maar de monden zwegen verder en allen namen hun gewone houding weer aan.

‘Voel je al wat, Marie?’ waagde de heer des huizes te fluisteren tegen het medium. ‘Ja, wel iets,’ antwoordde het meisje, ‘'k merk al een kouden wind om mijn hoofd, 't zal aanstonds wel komen.’

De gezichten klaarden op na deze woorden van het orakel en met moed wachtte men de dingen af, die komen zouden...

Daar bewoog de tafel, - eerst een zachte golving, daarna sterker en toen bonkte ze met tamelijk veel kracht driemaal op den grond.

Ontspanning op aller trekken - Ha!, nu zou je 't hebben, zie je wel, en ze wisten ook al dadelijk, wie daar kwam - Juffrouw Bosch, natuurlijk! Bom, bom bom, zei vroolijk de tafel.

‘Ja, dat begrepen we wel,’ antwoordde blij de slager en keek triomfantelijk in 't rond en al de gezichten van de vrienden lachten mee.

‘De éérste, die bij ons altijd op de steanse komt, is juffrouw Bosch.’ Deze juffrouw is vroeger naaister geweest en een heel gelukkige geest,’ verduidelijkte hij zich aan mevrouw Berg, die eenigszins verbaasd de vroolijke luidjes rond haar aanschouwde.

‘Zeker een oude kennis van een van U?’ informeerde ze.

‘Nee, geeneen van ons hebben haar gekend, maar stil’ - de tafel werd ongeduldig en

[pagina 361]
[p. 361]

bonsde er driftig op los - ‘Geen kletspraatjes’, scheen ze te willen zeggen,

‘Niet praten, niet praten,’ gebood nu ook met verontwaardigd gebaar de magnetiseur - en de tafel was dra alleen aan 't woord...

‘O! we weten 't al,’ zei 't medium met een hoog, gemaakt stemmetje, ‘juffrouw Bosch wordt ongeduldig’ en ze keek Lientje voor de piano aan. ‘Eerst een dansje, he juffrouw Bosch?’ vroeg onderdanig de gastheer en woest danste de tafel van ‘ja.’

‘Lien, je walsie!’ en direct begon 't kind een gemakkelijk walsje van Strauss te tokkelen en danste de tafel heel genoegelijk mee, schommelden de aanzittenden met de bovenlijven op de maat, keken de gezichten uiterst tevreden en de vollemaan glom niet, maar straalde.

Alle gezichten? Neen, één was er, die met ontzetting dat tooneel aanschouwde en dat was de vreemde. Onwillekeurig trok ze haar handen terug. Met zoo iets profaans meedoen, leek haar onmogelijk. Enfin, aan den goeden voortgang der zaak hinderde het niet Lientje speelde opgewekt verder en de tafel genoot.

Toen, ineens, de muziek zweeg en ‘bom’ zei de tafel en zweeg ook.

Het medium nam 't potlood ter hand, nu zou 't komen en dra was weer ieder in merkbare spanning.

Wederom stilte, voelbare stilte in 't lage vertrek - alles in rust, ook de hand van 't medium. Vijf, tien minuten vloden geheimnisvol voorbij. Toen híer en daar een gefluister, eens even 't verleggen der handen, een ietwat gemakkelijker houding.

Mevrouw Berg werd hoe langer hoe nerveuser. Ze kon het niet langer daar uithouden en met een heldere stem die bruusk het geheimnisvolle verbrak, vroeg ze den gastheer of séances bij hem altijd aanvingen met piano en walsjes. Zei, dat het haar door de eminente mevrouw van Calcar zoo anders was geleerd, - dat deze groote pionnierster nooit moede werd er op te wijzen dat séances dienden om én mensch én geest edeler te maken, dat zooiets als hier, de geesten neertrok en aan de aarde bleef kluisteren. Vol vuur ging zij voort. De slager met onthutst gezicht, de grijze vollemaan verlegen op tafel trommelende, verder nog aller handen op tafel, maar leelijke blikken naar de spreekster Daar ineens -

Bom, bom, een vervaarlijke slag in de tafel, nog een en nog een en de hand van 't medium vloog weldra met bliksemsnelheid over 't papier. Met aandacht volgde ieder dat werkzaam handje - bom, daar viel de hand met een smak neer en 't potlood rolde op den grond. Marie's vader greep de bladen papier met de reuzenletters, rangschikte ze en begon.

't Was een schrijven van juffrouw Bosch, die vertelde, dat als ze weer durfden aanzitten met die dame, alles zou mislukken. Daar zou zij wel voor zorgen. Wat verbeeldde dat mensch zich wel? Waren haar vrienden geen knappe, fatsoenlijke menschen, viel er iets op één van allen te zeggen? Ze eindigde met den welgemeenden raad, maar uit te scheiden, want anders stuurde zij den boel toch in de war, dáár konden zij op aan!

De schrik en ontsteltenis onder de vriendenschaar was zóó groot, dat allen elkaar verwezen aanstaarden.

Mevrouw Berg maakte met een paar woorden haar excuus en verzocht om hoed en mantel. ‘Ze kòn niet zwijgen’, zei ze, maar 't speet haar voor die goede menschen, dat zij hun avondje zoo bedorven had en na een groet verliet ze haastig het vertrek, door de oudste dochter uitgeleide gedaan, in een juist voorbijgaande tram gestopt en was de kring van haar tegenwoordigheid gelukkig ontslagen. Dat gaf een opluchting!

‘Da's eens, maar nooit meer!’ liet 's spekslagers kleine wederhelft zich dien avond voor 't eerst hooren, bah, bah, wat een verbeelding!’

‘Nou en of’ - klonk 't van alle kanten en het medium verklaarde met nerveus hoog stemmetje, ‘dat ze, zoolang die vreemde er was geweest, net het gevoel had of haar handen en beenen vastgebonden waren.’ Alleen de vollemaan zweeg. In zijn hart overwoog hij, dat die mevrouw Berg het toch misschien nog zoo erg mis niet had. 't Was hem toch ook wel zoo eens voorgekomen, als hij in zijn eenzaamheid er over nadacht en hij nam zich stellig voor, dat dappere vrouwtje eens een visite te maken.

Hij zei echter maar niets en toen na een poosje het medium voorstelde nog eens te beginnen, ‘ze voelde weer wat’ - spreidde hij kalmpjes zijn handen uit en dra schommelde zijn bovenlijf zachtkens met de tafel mee. De rust en vrede was teruggekeerd. Juffrouw Bosch de hoogstaande gelukkige geest, leek niet meer vertoornd en vertelde haar vrienden, dat ze al vijftig jaar dood was en haar nichie een manufactuurwinkeltje op 't

[pagina 362]
[p. 362]

Westeinde hield en dat ze nog wel eens sterk verlangde naar een hap zuurkool met spek, tot slot een roerende bekentenis, dat ze zich erg gelukkig gevoelde.

Tot besluit nam Lientje op haar verzoek nog eens voor de piano plaats en kreeg ze het walsje mee op reis naar 't Onbekende.

Nog eenige onduidelijke namen en verwarde mededeelingen volgden en toen werd met aller goedvinden, wegens 't late uur, de zitting opgeheven.

Wat een geluk, dat alles nog zoo goed terecht was gekomen. Juffrouw Bosch niet meer kwaad - tòch nog een gezegende avond!

NORMA.

De schrijfster wenscht er uitdrukkelijk de aandacht op te vestigen dat dit stukje volstrekt niet bedoeld is als aanval op het spiritisme


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken