Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 25 (1911-1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.49 MB)

Scans (106.25 MB)

ebook (8.47 MB)

XML (4.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 25

(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De Opvoeding van het Kind.
Een biecht door.... een Vader.

(Zie voorgaande Lelie: over kraamvrouwenverpleging en nog wat, door J.B. Naaktgeboren.)

Wat een interessant vraagstuk.

En hoe oneindig veel interessanter het zelf uit te werken, de oplossing ervan dag voor dag voor uw eigen oogen te zien ontwikkelen, dan er over te schrijven of te lezen.

Bovendien, uit principe ben ik geneigd een beetje wantrouwen te koesteren tegen schrijvers, hun theorieën en verstandige raadgevingen over dergelijke onderwerpen.

Een klein voorval moge dit toelichten:

Verscheidene jaren geleden, redigeerde Mevrouw S. een der meest populaire vrouwentijdschriften, - dat zeer veel lezers had -, in X. De uitgeefster en haar waardige echtgenoot - die, tusschen twee haakjes, voor dat tijdschrift als boekhouder of in de eene of andere ondergeschikte betrekking optrad - ging het buitengewoon voorspoedig. Zij lieten een mooi huis bouwen, waarin ze er een soort van salon op nahielden, waar de groote mannen en vrouwen van die dagen bijeenkwamen, om de vraagstukken van den dag te behandelen. Alle questies, het huishouden betreffende, werden à l'improviste door Mevrouw S. opgelost, en haar hoofdartikels, met dubbele kolommen, over den juisten omgang met een echtgenoot, door de vrouwen van dien tijd met ongeduld en kloppend hart tegemoet gezien. En kinderen op te voeden zonder haar wenken en voorschriften - in twee deelen, 8vo., f 5.90 - wel, dat was iets onmogelijks en bepaald grenzende aan krankzinnigheid.

Met de andere onnoozelen nam ik alles wat die merkwaardige vrouw zei, voor wet aan, totdat ik op zekeren dag, toen ik toevallig haar eens moest spreken, haar in haar huis opzocht. Van buiten zag dit er aantrekkelijk uit; evenzoo van binnen, in den salon, maar overal elders was 't tegendeel waar. De dienstbode, die mij open deed, was slonzig, net als mevrouw S., ja, net als de rest van 't huis, waar een alles doordringende lucht van oude soep en oude kool hing. - Het was geen ontvangdag. - Twee kinderen, die hun moeder tot in de studeerkamer naliepen, werden onophoudelijk er uitgeduwd, en de eene, die niet met de gewenschte vlugheid verdween, ontving bovendien een paar flinke klappen. Kortom, al wat ze zei of deed was in zoo'n directe tegenspraak met wat ze schreef en raadde, dat zij voor mij als de grootste ontnuchteraarster, wat betreft theorieën en theoretici, kan gerekend worden.

Natuurlijk zijn er theorieën en theoretici die geen illusie en niet bedriegelijk zijn, maar hoeveel theorie-verkondigers hebt ge wel ontmoet als ze hun parade-pakje uithadden?

Iemand die het ernstig met de oplossing van ons vraagstuk meent, zou ik, een oud-ingewijde, willen aanraden, als voorbereidende oefening, zich zelf, hetzij man of vrouw, op te offeren op het altaar van het kind, dat grootgebracht moet worden. Dit moge klinken als een poging om ook te willen theoretiseeren, mijn bedoeling is dit echter niet. Het is alleen maar een goede raad, zoo vriendelijk mogelijk gegeven. Laat mij u er meer van vertellen. Ik heb het beproefd, gewogen en niet te licht bevonden.

Ik bedoel met ‘opofferen’ zich zelf, zijn grillen en neigingen absoluut vergeten, om in plaats daarvan voor de jonge loten te leven. Dit eischt een lastig hoog zedelijk standpunt, en in 't begin vrij wat inspanning, om een terugval in ‘het oude ik’ te voorkomen, maar ‘le jeu vaut la chandelle’ zooals onze Fransche vrienden zeggen.

[pagina 380]
[p. 380]

Het opofferings-proces - let er op dat ik niet theorie zeg - wordt niet beïnvloed door 't een of ander klimaat of den een of anderen bijzonderen toestand. Ik heb het beproefd in 't Oosten en Westen, op f 2500 en f 4000 's jaars en daartusschen door op de geheele toonladder van ‘per jaar’. Het werkt uitstekend en in moeilijke tijden als een soort van glad-makende olie; het houdt je in vroolijke stemming en doet je de tijden, en den tijd, vergeten. Alles wordt van ondergeschikt belang; hoofdzaak: de kinderen.

Kinderen zijn een last, ja tot zekere grens; ze kosten u een hoop geld en zorg en angst; maar ga eens in 't schuitje, conscientieus langs de opofferingslijn - verveelt het woord u reeds? - en alles zal zich ten goede keeren, en zooals in de meeste comediestukken, ge zult allen gelukkig zijn.

In wat nu volgt, zal ik niet dikwijls mijn vrouw noemen. Opbiechten is in dit geval onnoodig. Ze is, zooals alle vrouwen, natuurlijk een engel en vereischt heel weinig polijsting om een volmaakt moederlijk juweel te worden. Zij ‘zwom’ in opoffering, zooals een visch in 't water en het is een groote verdienste van haar het mij ook geleerd te hebben, in een paar gemakkelijke lessen, die ik onbewust nam, zoodat ik nu ook met een aardig flinken slag kan zwemmen. Maar toch moet zij altijd dicht bij mij blijven en geestelijke zwemgordels en opwekkende middelen bij de hand hebben, ingeval ik ooit mijn lessen vergeten of kramp mocht krijgen.

Wij zijn nog geen veertig - neen, nog in geen drie jaar, maar hebben reeds negen kleine peuters gehad. We trouwden toen we twintig waren en hebben één klein kereltje verloren. Deze acht nu verkeeren in volmaakte gezondheid en zijn allen heel gelukkig. Wat soort van mannen en vrouwen zij zullen vormen, is een andere questie. De menschen beweren, dat zij ‘niet zoo kwaad’ zijn; in elk geval, geen enkele van hen zal later op zijn of haar jeugd terugzien, zonder het te betreuren, dat die niet langer duurde.

Wij werden opgevoed op de ouderwetsche, gewone manier. Ik stond bij tafel, at wat men mij gaf, sprak wanneer ik aangesproken werd en voelde een soort van schuldigen schrik, als mijn ouders naar mij keken. Het wras misschien een goede manier van opvoeden; mogelijk zijn mijn tegenwoordige engelachtige eigenschappen er het gevolg van, maar ik was drommels blij naar de academie te kunnen gaan, zelfs al was het van de braadpan in het vuur van een zeer strenge, militaire opleiding.

Om kort te gaan, wanneer ik terugzie op de dagen mijner jeugd, is het altijd met een gevoel van de grootste dankbaarheid, dat zij voorbij zijn en nooit terug kunnen keeren.

Toen wij pas getrouwd waren, beschouwde ik clubs - en mijn vrouw scheen er evenzoo over te denken - geheel en al als het recht van den man. Op avonden die niet daaraan gewijd waren, gingen wij naar de opera, op bezoek, of zagen menschen. Het was ‘fashionable’, al was het niet altijd genoeglijk. Het huiselijk-wordings-proces was nog niet begonnen.

Toen verscheen er een spruit, en daarna, in eenigszins schrikbarend snelle opvolging, kwamen er meer. Van de eerste wist ik maar weinig af. Ik zag ze maar zelden, en bromde waarschijnlijk als ik ze hoorde. Want weet u, ik had een beetje naam gemaakt als roeier, en ze zeiden dat ik met een zekere handigheid schermde, en ik weet dat ik met genoegen, als 't niet met bekwaamheid was, joeg en zeilde. Tusschen al deze genoegens, mijn kantoor en mijn clubs - en zonder bepaald een kwade kerel te zijn - wijdde ik maar heel weinig vaderlijke aandacht aan mijn huisgezin, in die dagen voorafgaande aan het geheel-huiselijk-wordings en lang vóór het opofferings-proces.

Het oudste kind was een ietsje over zes jaar oud, toen ik belang in mijn troepje begon te stellen. Het metamorphoseerings-proces is moeilijk te beschrijven en ik geloof ook niet, dat het interessant zou wezen. Het ging geleidelijk, dat is zeker. Ik bemerkte, dat ze konden denken en over de meeste dingen - mijzelf inbegrepen - een eigen opinie hadden. Ze bezaten een sterk gevoel voor rechtvaardigheid en billijkheid en - met reden moet ik toegeven - waren niet altijd tevreden over mijn uitoefening ervan, wanneer ik mij verwaardigde partij te kiezen. Het was niet onplezierig met hen te gaan zitten praten en hun mijn oneindig uitgebreide kennis van dingen in 't algemeen te toonen - dat bracht de rechterlijke dwalingen, waaraan ik mij schuldig gevoelde, een beetje in evenwicht.

Dat was het begin van het temmen van den wilden vogel. Laat me u vertellen, hoe het komt, dat hij nu gedeeltelijk huiselijk, geheel en al opoffering is, en, het vreemdst van alles, gedijt in zijn gevangenschap, ja er bepaald van geniet.

[pagina 381]
[p. 381]

Om te beginnen, leven we, zoowel voor de gezondheid, ons genoegen en wat niet al, buiten, wat ook mijn inkomen moge zijn. Als ik niet naar de stad kan rijden, in een rijtuig of te paard, sta ik vroeg op om er heen te wandelen, maar zij mogen mij hangen, als ik een familie, zooals de onze, op een 25 voet groot stuk land in de stad wil grootbrengen. Noch behoeft iemand, wie ook, dit te doen, als hij slechts bereid is, zich zelf een kleine opoffering te getroosten.

Wij hebben een groot stuk land, een tuin en een speeltuin, slechts op twee mijlen afstands van mijn kantoor en in een heerlijke streek. ‘Buitengewoon gelukkig’, zegt ge, maar gij kunt precies hezelfde doen - als ge 't werkelijk wenscht. Onze plaats is heel groot, - een vierde ervan zou ook voldoende zijn -, zoodat de kinderen nooit op straat behoeven te spelen. Zij begeeren dat ook niet. Ze hebben meer plezier bij huis en behoeven niet telkens aan ‘niet-op-'t-gras-loopen-bordjes’ te denken. Zij hebben hun eigen bloem- en moestuintjes, werken er zelf in en verkoopen ons soms dubieuse bloemen en uitgemergelde groenten tegen hooge prijzen. Zij snijden zelf het gras en rollen hun eigen tennisveld. Zij zijn trotsch op alles; het bevordert hun zuinigheid, het amuseert hen en houdt hen bij huis.

Het huis is voor hun algemeen gebruik. Er is geen kamer, waar ze niet mogen komen, noch één stoel, die te mooi voor hen is. Het is waar, soms is het wat lawaaiïg, als ge een paar bij u en een paar boven u hebt, vooral wanneer ze op een regenachtigen dag voor haasje-over de kamer juist boven uw studeerkamer uitkiezen, maar gij gewent er aan onder alle omstandigheden te werken en zelfs te glimlachen, als ge verschrikt ter zijde deinst, bang voor gebroken lampenglazen, wanneer ge een zeker onhandig iemand's aanloop hoort, wel wetende, dat hij koppetje duikelen en den vloer zal raken, juist boven uw gaskroon.

In mooi weer, zomer en winter, zijn zij buiten. Als het waait, verwachten we niet, dat ze tamelijk kalm zullen zijn. Ze moeten dan vliegen en klimmen en gillen en stoeien, zelfs nog meer dan op andere tijden. Ze zijn dan onderhevig aan atmosferische invloeden. Zaagt ge nooit een kalf of een lam als een krankzinnige door een weiland vliegen als de wind loeide? Geen hatelijke vergelijkingen, maar voelt gij uw zenuwen niet hooger gespannen in een storm dan op een kalmen dag?

Wij maken dat er overvloed van goede, degelijke lectuur is voor een langen, gestadigen regendag. Ze verteren dan meer geschiedenis dan onder andere omstandigheden; en als 't dondert en weerlicht, verzamelen we ze allen om ons heen en vertellen hun van schipbreuken en stormen en daden van moed bij het redden van levens. Wij vermijden geesten- en krijgsverhalen. Zij zijn zonder oorlog reeds strijdlustig genoeg e we zouden het idée haten, door geesten lafaards van hen te maken.

Hoe warmer of kouder het wordt, des te meer lichaamsbeweging bedenken we voor hen. We maken lange wandelingen, spelen tennis, gaan roeien of sleëen, laten hun 't weer vergeten, zelfs al transpireeren ze als uitgeknepen sponzen.

Veel beter dan medicijnen en goedkooper ook, houdt onze methode ze gezond, en geen onheil kan er uit voortkomen, aangenomen altijd, dat ze goed gekleed zijn en nagegaan en verzorgd worden wanneer ze thuiskomen. Dat is een gedeelte van de opoffering.

Zeven van de acht gaan naar de openbare school. Ik hecht aan dat systeem. De opleiding is volledig genoeg om hen de waarde te toonen en hen voor te bereiden voor het hooger onderwijs, als dit voor hun latere opleiding noodig mocht blijken. Ik haat uitsluiting, en het ‘raak-me-niet-aan’ air, dat gewoonlijk de particuliere school aankleeft, is me onaangenaam. De groote publieke school geeft hun aanpassingsvermogen, leert hen om te gaan met alle klassen van menschen, die zij in hun later leven moeten ontmoeten.

En tusschen twee haakjes, ik geloof oprecht in schedelleer en pas mijn kennis toe bij mijn kinderen. Hun hersenvorming is al heel vroeg waarneembaar. Stamp in 's hemelsnaam geen ‘rechten’ in jonge kerel, omdat gij graag een lid van de balie in uw familie wilt hebben, met het over 't hoofd zien van het feit, dat al zijn neigingen en aanleg in de richting van de mechaniek liggen. Ten eerste zult gij nooit een dragelijk advocaat van hem maken, maar tevens bederft gij zijn leven en smoort een goed mechanicien in de geboorte. Als gij zelf niets van die nonsens (schedelleer) afweet, laat U dan door den een of anderen vriend, die er verstand van heeft, of door een deskundige omtrent uw kinderen inlichten. Beproef daarna een beetje aanmoediging in de richting, u aan de hand gedaan, en gij zult verbaasd staan hoe vlug de kinderen vorderingen zullen maken, hoe dom of onbevattelijk zij ook op elk ander gebied mogen wezen.

(Slot volgt.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken