Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 25 (1911-1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.49 MB)

Scans (106.25 MB)

ebook (8.47 MB)

XML (4.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 25

(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De Opvoeding van het Kind.
Een biecht door.... een Vader.
(Vervolg en slot van No. 23.)

Op school zullen zij zich aansluiten, heb ik gezegd, en uw kinderen zullen niet afwijken van de mijne. Er is reden voor verbazing voor hun scherp onderscheidingsvermogen bij het kiezen hunner kennissen. Er moeten slechte kinderen bestaan, ja ik weet dat zij er zijn, maar de meisjes en jongens, die de mijne mee naar huis brengen, zijn over 't algemeen aardig, en, onverschillig voor voorname afkomst of gebrek aan strooken, worden zij, als zij zich maar goed gedragen, met open armen ontvangen, hoe vaker hoe liever.

Een enkele keer wordt er wel eens een vergissing gemaakt. Eenigen tijd geleden hadden ze een football-match met jongens van een andere school. Het hoofd van de

[pagina 397]
[p. 397]

tegenpartij gebruikte een taaltje, dat mijn vrouw verre van netjes vond. De jongen werd gewaarschuwd het niet te herhalen, maar hij deed het toch en bovendien maakte mijn troepje, hun moeder en verscheidene grootvaders, voor al wat leelijk is, uit. Mijn vrouw maakte slechts een beweging naar het hek, en de jongen ging, niet langs den gebruikelijken weg, maar hals over kop over de heg, tegelijk met drie van zijn span, die het einde hadden afgewacht. De anderen waren reeds in goede orde verdwenen.

Gij moet niet denken, dat onze kinderen, omdat ze zelden van ons vandaan zijn, sentimenteel en overdreven zijn. Dat zijn ze niet. Natuurlijk is in het begin het onderricht geven aan een troep jongens en meisjes, hun vrienden en vriend's vrienden, in het boksen, worstelen en schermen, niet zoo genoegelijk als uw amateur-schermpartijtje, ten aanschouwe van bewonderende dames, met Signor Fleuretti of Mr. le Sabreur, maar ge raakt er langzamerhand aan gewend en het doet de kinderen goed, geeft hun zelfvertrouwen, houdt hen thuis en is een gedeelte van de vaderlijke opoffer - bijna zei ik het woord alweer. Het is een fout te veronderstellen, dat deze soort sport hen ruw zou maken. Er is geen betere lichaamsbeweging, die niet alleen alle spieren ontwikkelt, maar tevens het gezicht en den geest scherpt.

Van schermen en boksen gesproken, dat herinnert me, dat van alle dingen, die ik heb opgegeven - tenminste zooals ik gewoon was ze op te vatten - jagen het laatste was. En ik hield er toch zooveel van.

Eenigen tijd geleden trachtte ik een der jongens te overtuigen, dat het in 't geheel niet in den haak was, vogeltjes met een catapult dood te schieten, hen daarbij het gewone verhaal doende over het dooden der moeder en het achterlaten van de arme kleine vogeltjes in deze w-r-e-e-d-e, koude wereld, etcetera. Een poosje later hoorde ik toevallig een discussie tusschen dien jongen en een van zijn broers. Zij trachtten uit te maken, waarin het verschil gelegen was tusschen moord door een catapult en een geweer - voor de vogels. Niet in staat dat probleem voor hen op te lossen, legde ik eenvoudig de geweren weg. De catapulten volgden. Voorbeelden werkten zeer aanstekelijk. Nu gaan we lange wandelingen in de bosschen maken, en gaan we na, hoe vogels en planten leven in plaats van elk levend ding, dat we zien, te dooden. De studie der natuurlijke historie van de jongens, aangevuld door mijn hap-en-een-snap-kennis van vogelleer, 't planetenstelsel, aardkunde, volksplanting, etcetera geeft ons onnoemelijk veel genoegen en is leerzaam - voor ons tenminste.

Ik geloof, dat, tenzij men verachtelijk slecht is - zoodat het een misdaad is, kinderen te hebben, - de ouders de beste kameraden voor hun kinderen zijn. Zij stellen, dat is zeker, het meeste belang in hen en moeten weten, als ze het niet reeds weten, wat het beste voor hen is. De meest gewone fout is echter, om uit de hoogte met de kinderen om te gaan, zich als 't ware van af een piedestal tot hen neer te buigen. En nu is er niets dat kinderen meer haten dan nederbuigendheid. Gij moet kind met de kinderen zijn.

Wij hebben getracht, den ouden slagboom, die gewoonlijk tusschen ouders en kinderen is opgericht, af te breken en zijn er in geslaagd bijna broer en zuster voor hen te zijn; het eenige verschil is, dat we een beetje ouder dan zij zijn en daarom - niet als recht, maar door toeval - zijn geroepen hen te leiden en te raden, en...... in bedwang te houden, wanneer het noodig is, wat, de hemel zij dank, maar zelden het geval is.

De opoffering, waarvan ik reeds vaak sprak, komt daarenboven niet van één kant. De kinderen waardeeren en voelen als er iets voor hen gedaan wordt en trachten van hun kant dingen te bedenken, om ons genoegen te doen. Zij hebben edelmoedige opwellingen, die ze in praktijk brengen. In kleine dingen geven de oudere de jongere het voorbeeld. Zij merken op wat er gedaan moet worden en onderscheiden vlug, hoezeer we ook mogen pogen het te verbergen, wat onpleizierig voor ons is en trachten ons dat uit handen te nemen.

Ik heb kinderen gezien, die eenvoudig alles namen wat hun ouders, ten koste van wat ook, hun maar wilden geven - zelfzuchtige, jonge deugnieten, verwend en inhalig -; er moet iets radicaal slechts in de manier, waarop gegeven werd, geweest zijn.

Gij zult mij tegenwerpen, dat de natuurlijke neigingen van kinderen zelfzuchtig zijn en een hoop nonsens meer, waarin ik niet het minste belang stel. Gij kunt merkwaardig veel influenceeren op die neigingen en ondeugden, lang voordat de kinderen daarmee behept zijn, als gij het werkelijk wilt. Mocht gij dat gedeelte der opvoeding verwaarloosd hebben, dan kunt gij tenminste op de kinderen in-

[pagina 398]
[p. 398]

werken, nadat zij geboren zijn. Het voorbeeld, goed of slecht, is zeer aanstekelijk, en een kind zeer impressionabel. Houd dat in gedachte en handel dienovereenkomstig.

We trachten nooit activiteit in onze kinderen te onderdrukken. Het is verderfelijk als ge dat doet, een positief kwaad in hun opvoeding en ontwikkeling. Dezelfde onderdrukking in de scholen is betreurenswaardig - iets, dat ik het Bestuur, het hoofd en de leeraren tracht in te peperen. Wij allen denken, ieder van ons, dat wij altijd alles bij het rechte einde hebben en alles het beste weten.

Ik geef toe, dat er eenige onderdrukking in een school moet zijn, maar wensch die niet in alles doorgevoerd te zien. Het doet kinderen aan zich zelf denken, bevordert hun beschroomdheid. Ik zag nog nooit een onderdrukt kind, dat niet treurig onhandig was. Ja, ik haat de woorden Discipline en Gehoorzaamheid - met een hoofdletter en in den zin, waarmee ze gewoonlijk worden toegepast. Ik heb van beide te veel beproefd. Ik heb meer dan één appeltje met de school te schillen. Ze geeft u handen vol werk, omdat ze niet met u samenwerkt. Tegenstrijdigheid in de opvoeding op school en die in het huisgezin is een groote tegenslag voor een kind. De samenwerking, zooals zij nu is, is dikwijls belachelijk, altijd een groot ongemak. Ja, meer opoffering, - groote goden.

B.v. we hebben altijd aan tafel een lichten wijn gebruikt, 's winters en 's zomers. Wij werden zoo groot gebracht en achten het heel matige gebruik van deze dranken een soort van voorzorg tegen het misbruik ervan. Eenigen tijd geleden zei mijn zevenjarig zoontje, wijs boven zijn wijn en water uitkijkende: ‘Weet U wel, papa, dat hier genoeg vergif in is, om een hond mee te dooden; in whiskey is genoeg om een olifant mee te dooden.’

Dien onzin had hij opgedaan van een overijverige onderwijzeres, die waarschijnlijk niet kon leven zonder 's morgens haar drie kopjes koffie te hebben gedronken. Maar wat kunt gij daartegen doen? Wij zijn alleen overgegaan tot melk, karnemelk, gemberbier en andere watertjes, zeer tot ontevredenheid van eenige mijner oude kennissen, die gewoon waren te beweren, dat ‘....een wat goed kenner van wijnen is, en iemand die graag zijn vrienden een goed glas voorzet.’

We zien echter heel weinig van die vrienden, en daarom, wat doet het er toe, wat zij zeggen of denken?

Langzamerhand is ons huis een soort van jongelui's club geworden. Er worden partijtjes gegeven, pic-nics, concerten en wat niet al, maar heel weinig menschen van onzen eigen leeftijd zijn er bij, allemaal jongelui. We verkeeren soms werkelijk zelf in het geloof ook jong te zijn. Ik vermoed dat we door de oudere lui in de buurt voor ik weet niet wat worden uitgemaakt, voor heel onwaardig en heel positief alle gevoel voor conventie missende, maar hun kinderen, heb ik opgemerkt, zijn veel meer bij ons dan in hun eigen huis.

Ja, ik geloof wel dat het heel onwaardig staat voor een forschen, gebaarden man over straat te gaan, beladen met manden en gevolgd door wel twintig jongelieden, op weg naar de een of andere boot of naar de bosschen, of dienzelfden kerel in den winter te zien, glijdende in een slee met een dozijn of meer kinderen, alle hangende aan hem op de manier van houthakkers, allen joelende en zingende, of dienzelfden ‘grooten, uitgegroeiden jongen’ als rustverstoorder aan te treffen in een overigens stille buurt, op een stillen avond, aan het hoofd van een mandoline-club van twaalfjarigen, die er op uit is, elk elf jaar oud meisje een serenade te brengen.

Zij weten niet, die critici, wat een berg van opoffering diezelfde tweehonderd-ponder heeft moeten doormaken in langvervlogen tijden en hoe hij nu geniet van de resultaten, noch kunnen ze apprecieeren den rijken oogst van tevredenheid, vrede en goede gezindheid, die in zijn kleine troepje heerscht, en welke hij nu maait.

Wel, ik zou niet een werkelijk vroolijk ‘vanille-ijs-limonade-en-cakes-kinderpartij’ voor een vijfhonderd of meer guldens kostend politiek of sociaal banquet, dat ge me wildet aanbieden, willen ruilen, noch zou ik daar aantreffen de werkelijke geestigheid, de echtheid, het genot en de uitstekende kameraadschap, die er onder diezelfde kinderen heerscht.

Maar deze familiare brief - gij kunt hem niet in een tijdschrift plaatsen - is onbehoorlijk lang geworden. Wat ik meende te zeggen, maar te veel heb uitgeplozen, kan aldus beknopt uitgedrukt worden en zal ten volle oplossen, in ons geval tenminste, het probleem: ‘Hoe onze kinderen amusementen te verschaffen?’

Ten eerste en voor alles: Geef hun broers en zusters in voldoend aantal om gezelschap in huis te vinden.

Bied hun overvloed van afwisseling aan.

[pagina 399]
[p. 399]

Doe dit niet als een plicht, en zie er niet op neer met beminnelijke, waardige, welwillende nederbuigendheid, maar dring zelf in den geest van het spel door.

Laat hun vrienden uw vrienden zijn. Wees één met hen.

Geef u zelf aan hen en boven alles, vergeet u zelf en uw eigen zelfzuchtige opvattingen.

Probeer het eens.

En hiermee basta.

(Vertaald uit het Engelsch.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken