Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 25 (1911-1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.49 MB)

Scans (106.25 MB)

ebook (8.47 MB)

XML (4.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 25

(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Hoofdartikel
Leer Uw Dochters Sparen.

Een goed-gekleede jonge man van omstreeks vier en dertig jaar zat in de bank der beschuldigden van de rechtszaal te X. om getuigenis af te leggen, tot zijn verdediging, in een rechtszaak, aanhangig gemaakt door zijn vrouw, die scheiding had aangevraagd.

‘Wij huwden negen jaar geleden’, zei hij. ‘Ik verdiende toen nog maar een klein salaris, doch kon haar, nadat ik al het noodige voor onze levensbehoeften betaald had, nog ongeveer een derde van mijn inkomen geven om voor haar zelf te besteden, maar zij scheen bepaald een krankzinnigen hartstocht voor koopen te hebben. Ik trachtte zooveel mogelijk aan haar wenschen te voldoen, doch hoe meer ik haar gaf, hoe erger zij werd. Zij scheen maar niet te kunnen begrijpen dat ons geld verdiend moest worden, want zij had niet het minste begrip ervan en kende zelfs niet de waarde van een gulden. Dit was het begin van al onze ellende.’

[pagina 626]
[p. 626]

Zoo begon het verhaal, wiens hoofdinhoud zich in duizenden families, over de geheele wereld, afspeelt.

Het is meer dan dwaasheid, en, in aanmerking nemende de herhaaldelijk eruit voortkomende tragische gevolgen, bijna misdadig, aan te nemen, dat een jong meisje òf als vanzelf sprekend erft òf op toevallige wijze begrijpt de eigenlijke beteekenis van den prijs en de waarde van alles wat in een huishouding voorkomt.

En toch is zulks het beginsel, dat de meerderheid der ouders schijnt toe te passen bij de opleiding van hunne dochters.

Een onlangs tot vijfhonderd vrijgezellen gerichte vraag, waarom zij niet getrouwd waren, bracht een belangrijken, zoo niet een onsteltenis teweeg brengenden toestand aan het licht. De groote meerderheid van hen was van meening, dat het gemiddelde huwbare, hedendaagsche jonge meisje een te kostbaar luxe-artikel is, om als deelgenoot in 't leven te nemen. Het gemiddelde minimum jaarlijksch inkomen, dat zij noodig achtten voor een man, die zich aan zulk een verbintenis wilde wagen, was meer dan vijf en dertig honderd gulden.

Wijd en zijd heb ik onderzoek gedaan bij ouders over de wijze van opvoeding, in verband met geldzaken, die zij hunne kinderen geven en als gevolg van dit onderzoek kwam ik tot de conclusie dat ongeveer honderd en tien jongens, omdat hun toekomstplannen dit meebrachten, opleiding in geldzaken kregen maar minder dan twintig van zulke voorbeelden bij meisjes.

‘O, we trachten onze dochter te geven wat ze noodig heeft en haar evengoed te kleeden als de meisjes van haar klasse,’ is het gewone antwoord.

‘Ik hoop dat mijn dochter nooit veel van die dingen zal behoeven te weten,’ was de opmerking van een ander toegevend vader, die daarbij zijn groot fortuin voor zijn dochter op het oog had.

‘Neen, ik heb niet veel verstand van het vraagstuk, hoe mijn meisjes te leeren sparen, maar ik wenschte wel, dat ik het wist.’ zei een welvarend handelsreiziger.

En zoo ging het maar door.

Er was een groote verscheidenheid in de antwoorden, maar in alle een zeer klein blijk van een goed-overdachte opleidings-methode.

Het schijnt nooit te zijn opgekomen bij vele ouders, die aankomende dochters hebben, dat, tenzij een jonge vrouw een goede dosis kennis van de waarde en het goede gebruik van het geld heeft, haar toekomstig welzijn en geluk en dat van haar familie, ernstig in gevaar wordt gebracht.

Het is een zonderling, maar betreurenswaardig feit, dat zooveel ouders - en nog wel ouders, die van harte wenschen, dat hun kinderen de best mogelijke zedelijke en godsdienstige opvoeding krijgen - niet inzien dat de grondsteen van een werkelijk krachtig zedelijk en godsdienstig leven, gedeeltelijk bestaat uit een bepaalde kennis van algemeene handelszaken.

Zij schijnen niet in te zien, dat de jonge man of de jonge vrouw, die uit ervaring of door onderricht precies weet, hoe het geld verdiend en hoe het oordeelkundig besteed en voordeelig belegd wordt, een heel eind op weg is naar een zedelijk en godsdienstig leven.

Onder de millioenen boekdeelen, die de planken van onze vele bibliotheken vullen, is er feitelijk geen enkel dat deze questie: meisjes het goede gebruik van het geld te leeren, behandelt. Juist nu wijdt een van de grootste tijdschriften een geheele bladzijde aan het adverteeren van een serie boeken over paarden-teelt, en een dozijn andere aan boeken over de zorg en de behandeling van kippen, maar over meisjes-opvoeding bewaren ze bijna alle het stilzwijgen.

‘Wel, ik ben van plan mijn dochter naar een “first-class”-school te zenden, en daarna hoop ik dat ze een goede man zal trouwen, en een eigen huishouden zal oprichten,’ antwoordt een vader.

Wat voor waarborg is er echter, dat alleen goede zorg en een cursus op school haar zal voorbereiden om haar deel in het bevorderen van het welzijn en het geluk van haar huisgezin, dat de aanstaande echtgenoot haar moge verschaffen, goed te vervullen?

Zeer weinig.

Want er zijn honderden van voorbeelden van andere goede huisgezinnen, waarin de vrede en daardoor het geluk voor altijd verstoord werd, omdat de jonge vrouw ongelukkig ten eenenmale de kennis ontbrak van het practische gebruik van het geld.

Daar er nu zoo weinig leidende boeken bestaan voor ouders, die er belang in stellen, hun meisjes te leeren sparen, wil ik trachten na te gaan, welke regels kunnen worden samengesteld uit de ervaring van diegenen, welke zeer veel succes schijnen te hebben in het geven van dat onderricht, geldzaken betreffende, aan hun dochters.

[pagina 627]
[p. 627]

Voor alles, wat beteekent het, practisch gesteld, een meisje te leeren sparen?

Wenschen wij, dat zij een sluwe geldmaakster zal worden, dat ze succes in de eene of andere handelsbetrekking zal hebben?

Verre van dien.

Neen, opdat de jonge vrouw goed voorbereid moge worden in het vervullen van de haar door de natuur voorgeschreven plaats als middenpunt en bron van liefde en vrede in den familie-kring, wenschen wij, dat haar dàt onderricht in geldzaken gegeven worde, hetwelk haar in staat zal stellen, haar moeilijke positie met het grootst mogelijke succes te bekleeden.

Wat zijn nu de voornaamste beginselen van dat onderricht?

Velen zijn het er over eens, dat het de volgende zijn:

1. Kennis door persoonlijke ervaring en waarneming van het feit, dat 's wereld's rijkdom hoofdzakelijk gebaseerd is op het werk van den mensch, en dat werk daarom een buitengewoon eerbiedwaardig iets is.

2. Kennis door persoonlijke ervaring en onderricht, dat het geld een deel is van den bovengenoemden door werk-verkregen rijkdom. Dit wil in de praktijk zeggen, dat het meisje gelegenheid moet worden gegeven, terwijl ze jong is, al de kleine zakelijke dingen te verrichten, die betrekking hebben op het huishoudelijke leven van vrouwen.

3. Kennis van het feit, dat zaken van de familie niet geheel en al naar behooren gaan en niet goed behartigd worden, wanneer niet een gedeelte van het inkomen terzijde wordt gelegd om in onvoorziene uitgaven der toekomst te voorzien. De vormen, waaronder dit moge plaats vinden zijn talrijk: zij wisselen van het spaarbankboekje tot het vergaren van handigheid of kennis of het leeren van een beroep.

4. Kennis van het feit, dat hoewel finantieel succes een van de zekerste middelen is tot geluk of welzijn, iemand nooit kan hopen, zulk een waardig doel te bereiken, tenzij hij de gewoonte aanneemt van zoowel te geven als te ontvangen.

Laat ons nu in het kort, onder bovengenoemde indeelingen, de methodes weergeven van sommige bedachtzame, zich moeite gevende ouders, die beproeven deze les aan hun kinderen mede te deelen.

Voor alles moet men begrijpen, dat wat het onderricht van het meisje, het sparen betreffende, aangaat, dit niet hetzelfde als van den jongen moet zijn. De laatste moet meer bepaald en uitgebreider ingelicht worden over de questie van het verdienen en het beleggen van het geld. Maar daar de positie van het jonge meisje het waarschijnlijkst die van echtgenoote zal zijn, moet zij hoofdzakelijk ingelicht worden over de questie hòe oordeelkundig het jaarlijksch inkomen te besteden?

Van hoeveel belang is het daarom dat het meisje bekend wordt gemaakt met alle bijzonderheden van het huishoud-budget.

‘Keer na keer riep ik mijn twee meisjes bij mij, toen zij grooter werden, en ging de huishoudelijke-uitgaven-rekening met hen na’, zei een vader. ‘Niets werd hun verzwegen. Zij wisten precies hoe het geld verdiend werd, en wat de voornaamste uitgaven waren. Ik legde hen precies uit hoe en waarom we trachtten te sparen, en zij schenen belang te stellen in het discussieeren van de questie. Daarnaast leerde hun moeder hen alle soorten van vrouwen-werk te verrichten.’

Een andere, zorgzame vader bericht:

‘Wij hebben ons twaaf-jarig dochtertje op een wekelijksch salaris, als loon voor zekere van haar verlangde diensten in de huishouding. Zij mag dit kleine bedrag besteden op de wijze zooals zij het wil, na eerst de zaak met haar moeder besproken te hebben, maar wij hebben haar geleerd een tiende van haar inkomen aan liefdadigheid te offeren.’

Sommige vaders van het platteland beschreven hun methode, waarbij zij hun dochters een deel van het inkomen gaven, dat aan het hoenderhok of aan de opbrengst van den tuin werd ontleend - als een vergoeding voor het door hen verrichte huiswerk, en als een middel om haar de waarde van het geld te leeren kennen.

In sommige gevallen sloot de methode in, een spaarsommetje, dat geregeld op een Bank werd bijgehouden. Een van die meisjes had op die wijze honderd vijftig gulden gespaard en het terzijde gelegd om in haar kleine uitgaven, als ze later college liep, tegemoet te komen.

Dit nu is de soort onderricht, die er toe zal leiden het aantal scheidingen, die tegenwoordig zooveel families uit elkaar rukken, te verminderen.

Zie, als gij kunt, de verslagen van scheidingen na, en gij zult bemerken, dat gij bijna altijd wordt teruggebracht tot een huisgezin, waar de kinderen werden volgepropt en bedorven en verwend door gebrek aan zorgvuldige discipline, gebrek aan gehoor-

[pagina 628]
[p. 628]

zaamheid, gebrek aan huishoudelijk werk, dat van hun gevraagd werd, gebrek aan onderricht in het goede gebruik van geld. Deze zelfde kinderen ontvingen dikwijls later een dun vernis van beschaving op sommige zoogenaamde ‘finishing’ scholen.

Een man op middelbaren leeftijd schrijft mij, hoe hij genoeg gespaard had om de helft van den koopprijs voor den inventaris van een groot magazijn te betalen en op de balans een hypotheek nam, waarna hij voor eigen rekening zaken ging doen. Terzelfdertijd zond hij zijn zestienjarige dochter naar een particuliere school, waar zij direct in de ‘exclusieve kliek’ werd opgenomen. Toen zij op zekeren dag thuiskwam, getooid met al den opschik die de dwaaste modes maar konden bedenken, merkte de vader op:

‘Zij is het duurst-geprijsde artikel van mijn heele magazijn, maar we zouden er niet buiten kunnen.’

Twee jaar later ging diezelfde man bankroet en het staat te bevragen, of hij ooit dacht aan het verband, dat bestond tusschen zijn duur luxe-artikel en zijn faillissement.

Ten slotte beknopt de methodes van vijftig der best verkregen inlichtingen opnoemende, kom ik tot de volgende punten:

Ten eerste: Voed het meisje zorgvuldig op in het verrichten van alle soorten huiswerk, maar houd daarbij in het oog haar geestelijke en lichamelijke behoeften.

Leer haar aldus te respecteeren zoowel het werk als de werkers, en te weten, dat 's wereld's rijkdom hoofdzakelijk verkregen wordt door middel van werk.

Ten tweede: Zie dat het aankomende meisje alle mogelijke ondervinding krijgt in het oordeelkundig besteden van het geld, zoowel wat de uitgaven voor haar eigen persoon betreft, als die voor huishoudelijk gebruik.

Laat haar een gedeelte van den tijd de boodschappen doen voor de familie, en druk haar op elken tocht de grootst mogelijke voorzichtigheid op het hart en geef haar alle inlichtingen.

Laat haar gedurende een maand voor de tafel zorgen en zie of zij verbeteringen kan aanbrengen voor minder dan den gewonen prijs.

Ten derde: Leg een redelijk maandelijks of jaarlijksch salaris uit voor het meisje's persoonlijk gebruik, en moedig haar aan, na dit tot een zeker bedrag verhoogd te hebben, het bedrag, dat er aan toegevoegd wordt, uit te sparen als een reserve-fonds voor haar hoogere opvoeding in de toekomst, of terzijde te leggen voor uitgaven, verbonden aan haar huwelijk.

Ten vierde: Leer het meisje niet alleen te sparen voor haar toekomstig gebruik, maar ook voor toekomstig goed.

Het is onder mannen als algemeen aangenomen, geloof ik, dat een van de mooiste van alle vrouwelijke eigenschappen is, onzelfzuchtigheid, dat het liefste en beste in haar natuur zich openbaart in haar opoffering en toewijding aan anderen, vooral haar kinderen, die afhankelijk van haar zijn.

Er is echter ook veel ander altruistisch werk te doen zoowel voor de kerk als voor maatschappelijke instellingen, die het beste door vrouwen verricht kan worden. Leer daarom het aankomende meisje een vrij groot gedeelte van haar kleine spaargelden te besteden aan de een of andere in nood verkeerende instelling, die het waard is gesteund te worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken