Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 25 (1911-1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 25

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.49 MB)

Scans (106.25 MB)

ebook (8.47 MB)

XML (4.26 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 25

(1911-1912)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende


illustratie

Hoofdartikel
De Vrouw.
(Vervolg van No. 42.)

Men kan niets goeds genoeg van de edele vrouwen zeggen; vandaar ook dat de schrijvers der 16de eeuw, voornamelijk de Monnik Ribera, hun pennen stomp schreven over de voortreffelijkheid van het vrouwelijk geslacht, vergeleken bij het mannelijke, maar ook geen kwaads genoeg van de slechte vrouwen ter wereld. De groote hoop er tusschen in, met haar kleine zwakheden en damesachtigheden, wekt onzen spotlust op, maar verdient absolutie, zoodra slechts de goede huismoeder te voorschijn komt.

De natuur heeft de vrouw fysiek en zedelijk zwakker gebouwd dan de man - een vingerwijzing, dat de vrouw meer voor het huiselijke, de man meer voor het openlijke leven bestemd is. De natuur bestemde de vrouw tot de instandhoudster van het menschelijk geslacht, tot de bevrediging van den ruwen man door de vreugden der zinnelijkheid: dikwijls de eenige troost der arbeidersklasse. Zij wijst haar een plaats aan, niet in den Staat, maar in het huisgezin.

III.

Frailty thy name is - Woman.

Alles wat schoon is, is teer en alles wat teer is, van natuur gebrekkig. Wie een stille, onveranderlijke, steeds zich gelijk blijvende vrouw hebben wil verlangt te veel, of moet

[pagina 706]
[p. 706]

doen als zeker Brit, die zijn dierbare afgestorvene bewaarde in.... spiritus.

Het gaat met vrouwen als met muziek: men kan van beide houden en toch beide nooit recht begrijpen.

De vrouwen hebben een lichtbloediger, vochtiger temperament dan de mannen. Haar beenderen zijn niet zoo hard als die van den man; de spieren van den man zijn dicht, krachtig, sterk; de hare bestaan uit matig gespannen vezeltjes, uit vochtig, week vleesch. De ledematen van den man hebben hoekige en vierkante vormen; zij bewegen zich met een zekere hardheid, met haast; de hare hebben ronding, schoone vormen, vlugheid, lichte bewegingen. Door de teere vezeltjes en uiterst bewegelijke zenuwen zijn de zintuigen der vrouw buitengewoon teer samengesteld. Haar oogen doorboren het hart, maar ze zijn zwak en verlangen slechts een zacht licht en kleuren van middelmatige levendigheid. Harde geluiden en krassende tonen, die het oor van den man bevallen, schokken het hare heftig. De harmonie van een groot aantal stemmen en instrumenten bevallen de vrouwen maar matig; ze willen liever zachte, teedere of roerende muziek.

Voor de genietingen van den reuk zijn ze, geloof ik, gevoeliger dan de man. Zij danken dit zintuig genot en angsten, die de man niet of weinig kent. Gewoonlijk hebben menschen met een fijnen neus ook een fijne tong.

Haar smaak is beschaafder dan die van den man; zij is minder gulzig en het gevoel van honger is bij haar nooit zoo'n machtige aandrift als bij den man. De vrouw eet niet, zooals de man, noch zooveel gerechten. Waarom? Vóór alles daarom, omdat zij niet verteert als de man. Haar spijsvertering is elk oogenblik door één omstandigheid gestoord: Zij heeft lief met haar ingewanden. De diepe schaal der liefde (die men het bekken noemt) is een zee van wisselende aandoeningen, die de regelmatigheid der voedings-functies storen.

Het middenrif, de zetel der prikkelbaarheid, is bij de vrouw bewegelijker en gevoeliger, dan bij den man, en zijn bewegingen hebben invloed op de hersens. De spieren van het middenrif zijn sterker; daarom, en ook omdat haar hersens lichter zijn, kan de vrouw lichter en aanhoudender dansen en lachen dan de man; men kan in den schouwburg opmerken, dat zij natuurlijker lacht dan de man. Daarbij komt, dat de vrouw veel lichter en vlugger voor indrukken vatbaar is; geen zorg voor de maatschappelijke wereld verstrooit en drukt haar, wanneer het slechts in de huiselijke goed gaat, en daarom zijn ernstige, sombere, geleerde wezens monstruositeiten, die echter niet de natuur maakte, maar de maatschappij.

De vroolijke stemming der vrouw bemerken wij zelfs bij de wilden: de mannen zijn ernstig en flegmatiek, de vrouwen vroolijk en lachend, waardoor ze lichter hare lasten dragen. Nergens wordt meer gelachen dan in den Harem; spel, sprookjes, plagerijen, lachen moet de leegte vullen en daartusschen door liefdes-intrigues. Lachen en babbelen is een der gezondste lichaamsbewegingen en daarom ook kunnen vrouwen het zittend leven beter verdragen dan mannen.

Hoe zinnelijker de vrouw, des te lichter weent en lacht zij, en evenals ze slechts moeilijk van tranen met droge oogen kan spreken, zoo gaat het ook met het lachen. Catharina II kon over de kleinste kleinigheid luid lachen, en toch had zij veel, zeer veel verstand en was Keizerin.

‘Femme rit quand elle peut et pleure quand elle veut’, zegt een Fransch spreekwoord, maar hoeveel vrouwen verbergen zich met lachend oog in een hoekje als achter een scherm, om haar tranen den vrijen loop te laten, en betalen den met lachen doorgebrachten dag met een nacht van tranen? Onze tijd kent helaas maar al te veel van de schepseltjes, die onvermoeid lijden, schertsend wanhopig zijn en lachend verbloeden, iets wat mannen niet kunnen.

Meisjes en vrouwen die lachen zijn oneindig beter dan de elegische treurige. Ik houd vrouwenlachen zelfs voor een natuurinrichting, die kinderen tot vroolijkheid opvoedt, en wat gaat boven een lachend moederoog? De spiegel van het kind is moeder's oog. Kan een gehuurde min ooit den zuigeling toelachen als het moederlijk oog?

Een tweede middenrif is voor de vrouw de baarmoeder. In zekere perioden van zwakte of in de zwangerschap wordt ze veel levendiger en gevoeliger geprikkeld dan anders. Juist in dezen tijd is ze aan valsche ideeën-associaties, veranderlijkheid van karakter, wonderlijke voorstellingen onderhevig, en niet in staat tot durende opmerkzaamheid.

Het gezicht van de vrouw heeft meer uitdrukking, of wat nog treffender is, is bewegelijker dan dat van den man. De vrouw antwoordt instinctmatig en zelfs tegen haar zin lichter dan de man op invloeden van buiten. Jonge vrouwen of meisjes, vooral

[pagina 707]
[p. 707]

die zonder reflex-beheersching, veranderen onwillekeurig haar geheele houding, wanneer een man haar nadert, hoe onverschillig hij haar ook moge zijn; zij worden vroolijker en tegelijkertijd verlegener.

Het tast-vermogen is hij de vrouw veel fijner ontwikkeld dan bij den man; hij wordt lichter door harde, ruwe en hoekige, koude of warme dingen aangegrepen dan de vrouw. Misschien zijn zij niet zoo gevoelig voor het genoegen van ronde, gladde vormen, waarop de handen en lippen van den man gaarne rusten. Haar levendige, teedere liefkoozingen schijnen meer een uitwerking van het innerlijk gevoel als der uiterlijke beroering te zijn, want de vormen van den man zijn niet rond, zooals die van de vrouw en de man heeft geen zoo teere, fijne huid. De man bemint in haar de schoonheid en zij in hem de kracht. De rol van de vrouw is te behagen, die van den man te beschermen en te verdedigen.

De stem der vrouw heeft somtijds een klank, wiens verleidelijke tonen alleen reeds voldoende zijn om de teederste, de schoonste, of de zinnelijkste indrukken te verwekken. Soms brengt de vrouwelijke stem een uitwerking te weeg, waarvoor geen woorden te vinden zijn.

De teerheid van haar zintuigen maakt haar voor vele levendige indrukken vatbaar, die bij den man zoo zwak zijn, dat hij er dikwijls zelfs niet op let. Zij kennen een massa kleine genietingen, die voor haar geluk voldoende zouden zijn, wanneer het geluk in een groot aantal kleine genietingen zou bestaan, terwijl de dringende behoefte aan vereeniging met hen den man kwelt, of andere behoeften hem vervullen. Terwijl de man plannen maakt of een groot werk onderneemt, en op duizenderlei wijze door den storm van zijne gedachten of door de sterkte zijner hartstochten wordt meegesleept, voelt zij slechts een oogenblikkelijk verlangen naar kleine vreugden.

(Wordt vervolgd).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken