Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Hollandsche Lelie. Jaargang 26 (1912-1913)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 26
Afbeelding van De Hollandsche Lelie. Jaargang 26Toon afbeelding van titelpagina van De Hollandsche Lelie. Jaargang 26

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.82 MB)

Scans (97.14 MB)

ebook (7.93 MB)

XML (4.05 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Hollandsche Lelie. Jaargang 26

(1912-1913)– [tijdschrift] Hollandsche Lelie, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Gedachtenwisselingen.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).

I.
Materialisme en.... Materialisme.

Er zijn weinig woorden te bedenken waar in den loop der tijden meer behoefte heeft bestaan om een ongunstige beteekenis te geven dan aan het simple woord ‘Materialismus.’

Met de toenemende ontdekkingen op natuur-, scheikundig en biologisch gebied, kwamen er al spoedig geleerden, die beweerden dat er niet langer een afzonderlijke zoogenaamde levenskracht (vitalisme) behoefde aangenomen te worden om de levensverschijnselen te verklaren, maar dat dit moest geschieden langs den gewonen physisch-chemischen weg. Ze leerden dat kracht en stof niet ieder afzonderlijk bestaanbaar zijn maar een onverbreekbare éénheid vormend en dat ook zielewerkzaamheid alleen tot stand kan komen zoolang bepaalde deelen van de schors der groote hersenen voor prikkeling vatbaar zijn. Zonder hersenen dus geen bewustzijn en zoo zijn er tal van ernstige onderzoekers, ‘die geen reden meer hebben kunnen vinden tot het medeaanvaarden van de opvatting, dat er eenig verschil zou bestaan tusschen het donkere niet der oneindigheid vóór de geboorte en een even donker niet van de oneindigheid na den dood’. Ze trachten de dingen te nemen zooals zij zijn en niet zooals ook zij die wellicht liever zouden wenschen, maar bukken voor het onvermijdelijke, dat is, berusten ín het vooruitzicht der vernietiging. - Dit is de hoofdpretentie van het wijsgeerig of wetenschappelijk materialisme.

Trouwens in het ontkennen van persoonlijke onsterfelijkheid staan de wetenschappelijke materialisten niet alleen. Om bij de cultuurvolkeren te blijven, mag het bekend heeten dat de Israëlieten vóór de Babylonische ballingschap vermoedelijk niet aan persoonlijke onsterfelijkheid hebben geloofd. Het Nirvana van het Boeddhisme (een der wereldgodsdiensten) is de toestand van verlossing, waarin men verstoken is van wereldsche smarten en hemelsche vreugden, kortom van alle aardsche herinneringen, met een algeheele opheffing der persoonlijkheid. Ook Confucius, wiens leer door millioenen Oosterlingen aangehangen wordt, liet de onsterfelijkheid in het midden, maar gaf den raad zóó te leven alsof men steeds gadegeslagen wordt door onzienlijke wezens, die getuigen zijn van onze verborgen daden en gedachten.

Moedwillig echter verwarren de geloovigen het wijsgeerig of wetenschappelijk materialisme met het door henzelf geschapene practisch of ethisch materialisme, dat is met de leer der Sadduceërs ‘laat ons eten, drinken en vroolijk zijn, want morgen zijn wij dood’. Maar zelfs al ware dit zoo, dan nog mag niet vergeten worden, dat de stichter van het christendom niet op verzoek der Sadduceërs, maar door den haat en de ongenade der Farizeërs en schriftgeleerden aan het kruis genageld is geworden, gelijk in onzen tijd in figuurlijken zin nog dagelijks geschiedt.

Wil de eerlijke mensch met alle geweld een moraal aan het wetenschappelijk materialisme verbinden, dan mag het slechts deze zijn: de deugd moet beoefend worden terwille van haarzelve, niet uit vrees voor straf, noch op hoop van belooning, want reeds de doodgewone ervaring leert dat, althans in de meerderheid der gevallen, de levens, die door een dergelijke opvatting van het begrip ‘deugd’ geleid worden, het nuttigst voor anderen en het minst teleurstellend voor zichzelf zijn.

P. VAN BEUZEKOM.

II.
Jacht.

Met weerzin zie ik en zien velen met mij in dit seizoen een toename van artikels en kiekjes betreffende de jacht in de sport- en andere bladen. Werkelijk 't wordt tijd, in 't belang van ons ras, 't welk men eindelijk weer moedig en krachtig maken wil, dat front gemaakt wordt tegen 't jagen. Jagen is voor onze physiek niet aan te bevelen en voor ons karakter de pest.

Physiek zijn de ontberingen, 't langen tijd loopen in vocht en kon, vaak in natte kleeren of schoenen en de groote vermoeienissen, te overdreven voor wie de overige maanden van 't jaar een rustig leven lijdt, gebruikmakend van 't geen 't moderne

[pagina 271]
[p. 271]

leven aan beschuttends en vergemakkelijkends geeft. Door van beide uitersten iets te nemen bewandelt men geenszins den middenweg.

Matige lichaamsoefening, matig harden 't geheele jaar door is gezond. Tien maanden lang zich laten vertroetelen en bedienen en twee maanden zich aan weer en wind blootstellen en zich ópwerken, is hoogst nadeelig en de oorzaak van heel wat ziekten en kwalen.

Voor ons karakter werkt 't moderne jagen allerbedroevendst. Niets kweekt zoo zeker lafaards als 't achtervolgen met schietgeweer en hond van weerloos, volkomen weerloos, ongevaarlijk, kunstmatig instand gehouden, ja vaak ‘gefokt’ wild, dat in de veilige maanden minder schuw geworden en gejaagd met vérspreidende geweren zelfs niet in staat is met succès te vluchten. Iedereen veroordeelt den straatjongen, die 'n klein hondje sart en schopt, de ‘jongeheer’, die in 'n diergaarde 'n opgesloten dier tergt, doch dit zijn in al hun lafheid nog helden, vergeleken met den jager. Zoo'n hondje kàn bijten, 'n voorbijganger kan 'n oorveeg toedienen, 'n oppasser kan procesverbaal opmaken, altemaal gevaren aan welke de veilig werkende jager niet blootstaat.

'n Kind dat met opzet vliegen of spinnen doodt of martelt, wordt terecht gewezen en bij sterke neiging voor abnormaal gehouden. De jager, 'n volwassen man, doodt uit wellust dieren en martelt ze eveneens - of ligt nooit wild lang aan wonden te sterven, of vlucht door hagel getroffen?

't Moderne jagen heeft niets verheffends meer, 't is ordinair en goedkoop dus onsportief. Er is geen schijn van partij, van spanning, van gevaar. Het is gemakkelijk dooden uit moordbegeerte.

't Heerscher zijn over den dood van andere levende wezens zonder schijn van gevaar kweekt lafaards, zoo goed als gevaar trotseeren (b.v. in vechtsport en in luchtvaart, eenigszins in alle sporten) moed geeft. Tevens ontwikkelt dit machtig zijn zonder verantwoording den tiran in ons.

Dat drijfjachten en hertenjachten nog excessen zijn van wat ik boven zei is duidelijk.

 

Men jaagt in ons land om vier redenen:

1o.Voor zijne gezondheid.
2o.Uit sleur.
3o.Om voor 'n heer versleten te worden.
4o.Uit genot.

De categorieën sub 1o. en 2o. mogen wel overdenken wat ik schreef van de nadeelen voor hun physiek en psyche, trouwens ieder, die iets weet van ethiek of zelfs maar 'n uur bij avond alleen in de vrije natuur geloopen heeft, weet wel, dat niemand door anderen leed te doen geluk verkrijgen kan.

Wandelen, paardrijden, wielrijden, roeien, tennis, golf, lawnbowl, lichaamsoefeningen helpen beter.

De sub 3o genoemden, ja, daarvoor weet ik geen raad, die stumperds beproeven toch reeds alles om voor ‘heer’ gehouden te worden en ik kan hun niets anders leeren.

Bij hen hooren ook aristocraten, die, minder hoog ontwikkeld dan hunne standgenooten, 't jachtgedoe 't eenige onderwerp van gesprek, zelfs middel tot excelleeren gelooven. Voor hen is 't niet zoo erg als 't jagen gestaakt wordt. Op allerlei gebied worden zooveel domheden verkocht met veel succès, dat ook zij wel slagen zullen, buiten de jacht. De categorie sub 4o genoemd is gelukkig 'n uiterst kleine minderheid, die ik - dit zonder eenige hatelijkheid - beklaag.

Hun hartstocht is moeilijk te verbeteren en zij zullen wel de laatste jagers blijven. Zorgen wij, dat 't jonge geslacht voor dit lijden bespaard blijft.

Voor 'n enkele naïeve, die meent te moeten jagen omdat anders de kool der arme boeren door 't wild wordt verorberd, deze - natuurlijk voor 99% mijner lezers - overbodige toelichting: Als ér geen jagen en zijne jachtwetten bestonden, was in korten tijd elk gevaar voor den boer verdwenen, door dat hij zelf zijne diefjes dooden zou. Dat men dieven, die zijn oogst bedreigen, doodt, is te vergeven, dat 't den boer verboden is zijn land te beschermen tegen de dieven omdat gefortuneerden 'n wellust zijn gaan voelen voor dit dooden, is schandelijk. Onze jachtwetten houden 't wild kunstmatig in leven, eigenaars van jachtvelden brengen er van elders wild in, deze ‘gefokte’ dieren vreten der boeren akkers kaal, van enkele dezer door den jager gefokte dieren ‘bevrijdt’ hij den boer.

Indien men U een huis te huur aanbood, waarop 't servituut rustte, dat Gij de daarin levende muizen niet mocht dooden of verontrusten, ja zelfs dat men 't recht had daarin muizen aan te brengen van elders op welke knaagdiertjes af en toe Uw huisheer kwam jagen, Uw huis overhoop halend, ge zoudt weigeren, maar vele boeren moeten zoo hunne akkers pachten aan welke zij zaad moeten toevertrouwen en welke zij zwaar moeten bewerken.

 

Vrienden van den mensch, vrienden van het dier, laat ons front maken tegen 't jagen.

X.X.

Andere bladen worden verzocht dit stukje over te nemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken