8, p. 14. Met: Kindergeurig kwam zij 's avonds is de tegenstelling waarop dit mooie gedicht is opgebouwd al uitgedrukt: de onschuldige kindersfeer en het avondlijk bezoek. 3 cigaretten, 2 wangen, de cijfers brengen het intieme in de zakelijke sfeer. Na deze nuchtere constateringen in het tweede couplet het expressionisme, beginnend met: de aarde is / is meesterlijk gebeeldhouwd. Daar dit een poëtische beschrijving is van de vrouw, is gebeeldhouwd hier uitdrukking van de als bezwering opgeroepen verstarring; de vrouw is niet echt, een beeld. Nu krijgt de ietwat pathetische romantiek ruim baan: roepen smeltend tussen gras en avond / wentelde en streelde / meesterlijk gebeeldhouwd.
9, p. 15. In dit gedicht vind ik vooral de regel: als een golf is de otter der ontzetting, prachtig: een otter die opeens uit het water opduikt is iets vreselijks door de associaties van otter en ont- met o roepen en stotteren, cf. de oude otter opent zijn waaier bij maanlicht (Koan, Van de Afgrond en de Luchtmens). Zo is het vreemde / onze ogen wandelen aan elkaar / twee verwante zegswijzen, is aardig kort gezegd voor: onze ogen zijn een paar, evenals twee aan elkaar verwante zegswijzen, ze wandelen dus, vreemd is dat.
10, p. 16. De baldadige weerzin tegen het mooie blijkt uit: de wijsheid zegt: / vrouwen de bonte boten / en grijze rivieren zijn (is) poezie. Het is een mooi vers.
11, p. 17. Dit lange gedicht is gebouwd op de tegenstelling tussen het boukolische eerste deel: jawel de warmte is een land van pan is balsem, en het jachtige stadsleven: jij zwarte prins jessup jij / vergat de brieven der bankiers... & Cie / over de brooklyn-bridge.
12, p. 19. Strafkolonie. Ik vind dit een bijzonder mooi vers, juist omdat het zo verknoopt en fragmentarisch is. Een meer vol kettingen is het boeien van het poëtische, en rode / voetstappen suggereert een ramp. Nachtdruppels ebbenhouten / ogen in alle kasten: ik moet aan een met ebbenhout ingelegd nachtkastje denken reet keeldruppels, er is een erotische ondertoon via nachtdruppels en ogen (haast altijd genitaal bij Lucebert) in kasten. Konden genezen eten, de twee associaties, van ziekzijn en de erotische komen hier dus bij elkaar. En boeken / lange boeken zingen op onze lichamen, als litanieën zingen op het altaar: gedichten lezen op bed. Soms komt de zon zo zon/derling hinkend als pompen, de poëtische zon wordt hier dus door woordspelingen belachelijk gemaakt, zon, hinken en pompen zijn sexueel, maar het zonderling hinken komt door de ziekte. Dus hierna de vrouw: Vaal puilt de nacht als een paarse vrouw, de paarse vrouw is natuurlik iets voor Marsman, het puilen niet. Koud op de kamer koud op de keel, weer de ziekte, maar daar het eigenlijk op de vrouw slaat wordt hier dus weer de hete liefde koud gemaakt.
Soms is het onderling donker, een prachtige regel, onderling donker geeft precies de ietwat gevaarlijke intimiteit van het nachtelijk samenzijn weer, daarbij een duidelijke verwijzing naar het zonderling hinken.
Het eerste gedicht van Alfabel is nog geschikt als monster van Lucebert's sexuele symboliek: zijn fakkel niet te zuigen op de lijdenskelk; aan het raam huilen; het gesteente onder zijn leden wellustig de vleugels afveegt aan het stuiptrekkend zweetdoek; zijn vlam een bliksem uitzweten; huilende ogen en de trapsgewijze iris slopen tot op de springende tichel.
Dat sexuele interpretatie tot nu toe zo overheerste is, hoop ik, geen gevolg van mijn persoonlijke voorkeur, eerder dan nog van de voorkeur van de moderne dichter, die alleen in de fascinatie van de erotiek het kontakt met de Andere Wereld beleeft als de minstreel van het paren. Hij heeft zijn dichterlijk verstand zo getraind in de Freudiaanse leerschool, dat de driften gebruik maken van de halfslaap tijdens de onbewuste inspiratie om zich te uiten in de gecensureerde vorm van symboliek. En daar komt dan bij Lucebert nog de bewuste rem bij van het ‘bederven’. Het mooist zijn die regels waar de dubbele censuur de sexuele betekenis niet tracht op te heffen als in Mijn vogels laden hun snavels met gongslagen.
Het duistere vers, dat de lezer de vage sensatie gaf van een vreemde, gevaarlijke wereld, blijkt nu een pornografietje te zijn. Een misschien vooral voor de oudere lezers wat teleurstellende conclusie.