Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Historie van Hughe van Bordeus (1860)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.61 MB)

XML (0.19 MB)

tekstbestand






Editeur

F. Wolf



Genre

proza

Subgenre

epos


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Historie van Hughe van Bordeus

(1860)–Anoniem Huge van Bordeeus–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

¶ Hoe heer Hughe met sinen ridders ende peerden, ende ander volc te schepe ghinc.

ALs alle dinghen nv wel bestelt waren so ghinck heere Gheerwijn ende hughe met sinen .x. edelmannen rjdderen te scepe ende si lichten doe haer anckeren, ende trocken dat seyl in den top, ende stelden hem op die vaert, ende sloegen si ter zeewaert in, ende seylden so langhe niet goeden winde dat si quamen in die hauen Takers, daer si wten schepe ghingen in de stat daer si aten ende droncken ende maecten goet chier ende waren blide Daerna ghingen si weder te scepe ende voeren na iaffen daer si haer schip lieten ligghen in die hauene. Ende

[Folio 14a(Dij)]
[fol. 14a(Dij)]

doe reisden si ouer lant te Jherusalemenn versochten dat heylich graf ons heren Jhesu Christi, daer si grote offerhande gauen, Ende corts daerna so deden si hare paerden bereyden ende si reden doe den wech in na babilonien. Ende als si langhen tijt ghereden hadden, soo quamen si ten laetsten aen een groot foreest ende bosch so dat si niet en wisden wat wech si rijden souden. Doe sach hughe daer staen eenen man die eenen boom ter aerden wilde vellen houdende met eender bilen so dede hi groten arbeyt, dies hughe op hem sach ende huigen dochte dat hi een edel opsien hadde, ende huge seyde God gruet v vrient ende die moet v blijschap geuen Die man seyde wel moet v zijn, ic en hoorde in .xvij. iaren noyt god noemen, dies ic in mijn herten groten druc lijde. Doe seyde hughe vrient van waer sidi dan gheboren. Die man seyde. Ic ben gheboren wt vrancrijke

[Folio 14b]
[fol. 14b]

van edelen stamme, want dye palsgraue was mijn vader ende hertoghe Sanguijn was mijn oom, ende hy had .ij. sonen, die een hiet heer huyghe, de ander gheraert Doe seyde hughe, o edel here hoe is uwen name, doe seyde die man, men heet mi aliames. Doe seyde huge So moet god v bewaren wel, want ic ben v neue huyge hertoch sanguijns sone, ende hier bi mi staet geerwijn uwer moyen sone. Doe dit aliames hoorde, was hy seer verblijt ende quam tot gerwijn kennisse met hem makende, ende hebben doe malcanderen vriedenlijc ontfanghen ende aliames seyde hoe dat hi daer .xvij. iaren lanc een slaue geweest was: ende in dier tijt en hoorde hi god noemen dan doe, ende ooc seyde hi lieue neue waer wildi resen. Huge seyde totten amyrael gaudijs te babilonien daer heeft mi gesonden coninc karel van vrancrijc om dat ic sinen sone charlot bi ongeual versloech, daerom sal ic kaerlen versoenen so moet ic dese reyse van babilonien volbrenghen, daer moet ick halen dat haer van des amiraels baert: ende sijn .iiij. winckel tanden wt sinen mont. Doe seyde aliames, dat is een swaer lastich gebodt voor v om te volbrengen, ende ic sal bi v blieuen wilt god, ende liden met v lief ende eet, goet ende quaet, blijscap ende droefheyt. Doe seyde Hughe lieue neue alyames dat moet v god lonen, och wisten wi nv den besten wech so waren wi blide. Doe seyde die gryse Aliames ick weet weel .ij. weghen na babilonien, den eenen is door de wildernisse ende bosschagien te reysen, ende die is seer quaet om de wilde gedierten ende beesten, ende daer en is noch spise noch drincken te crighen, ende men moet wel .xv. dagen reysen in groot perijckel. Mer den anderen wech is beneden den bosch, ende is een goede genuechlicke passagie

[Folio 15a(Diij)]
[fol. 15a(Diij)]

daer veel volcx inden weghe woont, ende daer is van eten ende drincken ghenoch te crighen, maer den weech is seer lanc ende is wel een half iaers reysen. Doe seide huge god moet den langen wech corten dien willen wi in. Doe seide aliames, lieue neue reysen wi dan langen so moetti v wachten voor eenen corten seer schoonen man want had hi lancheyt nae zijn schoonheyt daer en waer gheen schoonder man onder den hemel, ende hi mach doen al dat hi wil, hi is here van veel volcx, hi heeft veel lande, steden castelen ende hi is seer ontsien, ende sinen name is coninc Abroen


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken