Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Jaargang 1895 (1895)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1895
Afbeelding van De Huisvriend. Jaargang 1895Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Jaargang 1895

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (21.59 MB)

Scans (191.79 MB)

ebook (24.01 MB)

XML (1.55 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Jaargang 1895

(1895)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een pleegmoeder.

Zij hebben haar gefopt, die goeie, trouwe kloek; geduldig heeft zij drie weken lang kalm en rustig op het dertiental eieren gebroeid, die, naar zij meende, alle door haarzelf gelegd waren. Boven verwachting goed is de zware proef gelukt, alle dertien eieren openden zich op hun tijd en dertien jonge vogels doen hun intrede in dit dal van tranen.

Gelukkig als zij zich voelt, die modelmoeder, nu die lange, sombere tijd voorbij is en zij haar kippenhart wijd, heel wijd openzetten kan voor haar talrijk welgedaan kroost! In de verrukking der blijdschap vindt zij al haar lievelingen even mooi, maar de groote, zwarte, oude kip, de wijsheid der kippenren, die reeds veel, heel veel ondervonden heeft, schudde ernstig het hoofd.

‘Zij is bedrogen, zooals men mij ook eenmaal bedrogen heeft; arme, mooie Witkuif, je zult maar al te spoedig erkennen dat het vreemde monsters zijn die je zoo liefdevol in de wereld hebt geholpen, en die later je goedheid wreed zullen betalen met ondankbaarheid.’

Maar Witkuif kent geen vriendinnen meer, zij gaat op in haar jonge moedervreugde. Hoe zij hen voedt, hoe zij hen beschermt, hoe zij hen onder haar uitgespreide vleugels laat slapen, al kost het nog zooveel moeite! Want die dertien kuikens zijn kolossaal groot, hebben dikke koppen, breede, lompe snavels.

Nog blijft zij blind, en wie weet hoelang haar geluk nog onvermengd ware gebleven, als zij eens op een harer tochten niet met haar kroost dicht bij een vijver was gekomen, en toen gebeurde het ongeloofelijke.

Daar waggelen zij weg, alle dertien, en springen hals over kop in het diepe water. Kloek krijgt een stuip van schrik en angst, zij denkt aan zelfmoord, aan betoovoring, ja wat niet al dat haar kippenverstand nau-

[pagina 157]
[p. 157]
welijks bevatten kan. Als een razende, vuurrood, klapwiekend gaat zij langs den waterkant op en neer. Zij bejammert haar lievelingen reeds, die zij dood waant, verdronken, jammerlijk verdronken; maar neen! daar ginds ziet zij

illustratie
een pleegmoeder. Naar G. Vastagh. (Zie blz. 156.)


hen terug, alle dertien vroolijk plassend, zwemmend, duikelend of zij al sinds jaren niets anders hadden gedaan dan leven in en op het water. Een zware slag voor onze klokhen! De aardigheid van haar gelukkig, voorspoedig moederschap is er af; die kinderen, zij voelt het, behooren haar maar half. Zij hebben andere neigingen, andere instincten dan zij; zij haat het water, en die kinderen zoeken het. Van dit wonder kan zij zich geen rekenschap geven; het eenvoudige feit dat zij eendjes in plaats van kuikens heeft uitgebroed kan er bij haar niet in, en dat het menschen zijn die haar bedrogen hebben, dit is haar nog veel onbegrijpelijker.

Zijn er niet vele menschenmoeders die, evenals Kloek, zich verbaasd afvragen:

‘Hoe kom ik aan zoo'n kind?’

Goede, eenvoudige ouders, die vol verbazing de eigenaardige neigingen, begrippen en manieren aanzien van hun zonen en dochters en er niets in terugvinden van zichzelf? Die angstig staan aan den oever, terwijl hun kleinen dobberen op de levenszee, dol, dartel, roekeloos!

Dikwijls komt het omdat zij genie bezitten, maar helaas! al te vaak ook daar het niets anders zijn dan dwazen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken