Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1 (1899)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1
Afbeelding van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (28.63 MB)

Scans (104.80 MB)

ebook (31.15 MB)

XML (2.32 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 1

(1899)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Zierikzee.
Met illustratiën.



illustratie
zuidhavenpoort.


WIE voor omstreeks zestig jaar uit Holland of eene andere provincie eene reis naar Zierikzee moest ondernemen, sprak slechts een toen algemeen gedeeld gevoelen onzer landgenooten uit, als hij beweerde, dat er een moeielijke, vaak gevaarvolle tocht voor hem te volbrengen viel; want de vaart over de Zeeuwsche stroomen, van oudsher als onstuimig en grimmig bekend, was geen aanlokkelijk vooruitzicht, de lage landen bij de zee, die men zich als uitgestrekte moerassige streken voorstelde, boden den reiziger, meende men, weinig aanlokkelijks aan, en de Zeeuwsche koorts, beruchter gedachtenisse, zweefde als een schrikbeeld over de eilanden, die zich met moeite boven de zilte wateren bleven verheffen.

Te ontkennen was het niet, dat de reis hierheen per beurtschip (eene rechtstreeksche stoombootverbinding met Rotterdam kwam eerst in 1847 tot stand) vooral in het najaar en den winter, bij storm of mist, onaangenaam kon wezen; maar wie den tocht aandurfde, vond zich bij aankomst in deze streken schadeloos gesteld door hartelijke ontvangst en gastvrijheid, benevens door het vriendelijk voorkomen der nette zindelijke steden en welvarende dorpen, waarvan reeds honderd jaren te voren, in het midden der achttiende eeuw, de bekende teekenaar Cornelis Pronk zulke aardige nauw-

[pagina 101]
[p. 101]
keurige gezichtjes vervaardigd had, voor het toen veel verkochte plaatwerk ‘Het Verheerlijkt Nederland’ en het niet

illustratie
de nieuwe haven.


minder gelezen boek ‘Tegenwoordige Staat der Vereenigde Nederlanden’. Bij de overige Zeeuwsche eilanden vergeleken, waren Schouwen en Duiveland het minst gemakkelijk te bereiken en nog heden, hoewel de verbinding met den vasten wal zeer belangrijk verbeterd is, kan het voorkomen, dat door storm, mist of ijsgang dit dubbel-eiland voor korten tijd ongenaakbaar is. De afgeslotenheid zal door de stoombooten, die binnenkort als onderdeel der tramlijn van Zijpe zullen uitgaan, wel bijna geheel worden opgeheven, doch zoolang er geen brug over het smalste deel der Zeeuwsche stroomen, die Schouwen en Duiveland omringen, geslagen is, zal deze streek altijd min of meer een op zichzelf staand gedeelte des lands blijven, welker eigenaardigheden daardoor

illustratie
de poststraat.


minder gevaar loopen in de algemeenheid van het geheel te vervloeien.

Van Schouwen en Duiveland nu, is sedert de oudste tijden de stad Zierikzee het middelpunt en de hoofdplaats geweest en het eerste kijkje in Zeeland, dat den lezers van dit tijdschrift wordt aangeboden, zal deze plaats gelden.

Voor we de stad doorkruisen tot het bezoeken der bezienswaardigheden, wenschen wij eenige bijzonderheden uit hare geschiedenis op te halen.

Eene overlevering wist, reeds ongeveer vier eeuwen geleden, te verhalen, dat Zierikzee in 849 zou gesticht zijn. Hoe men aan dit jaartal kwam, weten wij niet; maar de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat het verhaal een naklank is uit den tijd der Noormannen, toen de landzaat uit zelfbehoud hier een sterkte kan hebben gebouwd. In 1649 hechtte men nog voldoende geloof aan die overlevering, om op 1 September van dat jaar ten stadhuize een feestmaaltijd te houden, waarbij alle voorname stedelijke ambtenaren benevens de predikanten genoodigd waren.

Dat Zierikzee (de naamsoorsprong blijft nog duister en pas in 1220 komt de naam in een charter voor) reeds vroeg een belangrijk punt in deze streken werd geacht, had het wellicht te danken aan zijne ligging aan de Gouwe, een nu verlande stroom tusschen Schouwen en Duiveland, maar oudtijds een belangrijke waterweg van Zeeland naar Holland, ten jare 976 reeds genoemd, en breed genoeg voor den geweldigen scheepsstrijd van de Hollandsche, Vlaamsche en Fransche vloten, in 1304 hier geleverd.

Wellicht ter beheersching van de aan de Gouwe grenzende gronden kan het 's Gravenhof gebouwd zijn, volgens de overlevering in 1048 gesticht, dat met zijne omgeving het oudste gedeelte van Zierikzee vormde. Het was een sterke burcht, bij het tegenwoordige plein ‘de Balie’, waar de graven van Zeeland menigmaal resideerden en waaromheen zich langzamerhand huizen en geestelijke gestichten groepten. In het begin der 17e eeuw is het gesloopt.

In de nabijheid verrees ook, volgens een kroniekschrijver in 1151, eene kapel, waaruit de St. Lievens Monsterkerk zou ontstaan zijn, welker geestelijken men reeds in 1236 vermeld vindt.

Die kerk, in 1466 ten deele en in 1832 helaas! geheel

[pagina 102]
[p. 102]

door brand vernield, werd vervangen door de Nieuwe kerk, waarvan we straks iets zullen mededeelen.

Waren de twee genoemde gebouwen de oudste herinneringen aan Zierikzee's verleden, de schriftelijke gedachtenissen daaraan zijn niet veel jonger.

Ofschoon geen andere keur bekend is, dan die van 1248, lijdt het geen twijfel, dat Zierikzee reeds in de 12e eeuw grafelijke brieven bekomen heeft, gelijk uit voornoemde keur is af te leiden. De stad wordt in de 12e eeuw reeds een belangrijke plaats genoemd en was in 1203 veilig genoeg, om graaf Willem I tot toevluchtsoord tegen zijne vijanden te strekken, terwijl uit het feit, dat de Vlamingen, die in 1205 in Schouwen vielen, ook Zierikzee wilden belegeren, mag opgemaakt worden, dat het toen reeds goed versterkt was.

Volgens kroniekschrijvers werd de stad na 1210 aanmerkelijk uitgebreid en in het midden der 13e eeuw vond men er een bagijnhof, een vleeschhal, een klooster der Predikheeren (1255) en waarschijnlijk ook een klooster der Minderbroeders, daar deze reeds in 1283 vermeld worden.

Het beleg door de Vlamingen in 1303 en 1304, zoo nauwkeurig bekend door de aanteekeningen der tijdgenooten Guiard (een Franschman) en Melis Stoke, die beiden er bij tegenwoordig waren, werd met leeuwenmoed doorstaan en het ontzet der stad, een gevolg van den gelukkigen uitslag van den fellen scheepsstrijd op de Gouwe, werd nog tot in de 16e eeuw jaarlijks te Zierikzee herdacht.

Na de verdrijving der Vlamingen is de stad snel in bloei toegenomen, vergrooting was noodzakelijk en in het nieuwe gedeelte werd in 1358 het 's Gravensteen gebouwd (in den tijd van Karel V vergroot) niet ver van de plaats waar toen reeds het St. Elizabeth's Gasthuis stond, dat niet lang daarna met eene kerk (de Gasthuiskerk) verrijkt werd. Handel en zeevaart hadden zich ook in de eerste helft der 14e eeuw aanmerkelijk uitgebreid, vooral op de Oostzee en het gewicht van Zierikzee in dien tijd is af te leiden uit het feit, dat de stad nog in 1355 één voogd benoemde, die alle Hollandsche en Zeeuwsche steden bij den handel der Hanse in de Oostzee vertegenwoordigen moest. Opmerking verdient voorts, dat reeds in 1308 Lombarden zich te Zierikzee vestigden, wat op een niet onbelangrijk handelsverkeer wijst.

De bloei der stad, door zoutzieden, meênering, visscherij en zeevaart teweeggebracht, groeide in den loop der 15e eeuw nog aan en zoo wordt het begrijpelijk, dat een groote ramp als de felle brand, die in 1414 bijna half Zierikzee verteerde, zoo spoedig te boven gekomen werd. Nadat ook sedert 1438 een geregelde koopvaart op Spanje begonnen was, bereikte de stad in het midden der 15e eeuw het toppunt van welvaart en konden de grondslagen gelegd worden voor een kostbaar bouwgewrocht als de St. Lievens Monstertoren, die, werd hij voltooid, de hoogste der aarde worden zou.

Doch toen kwam er kentering in den voorspoed. In 1458 verwoestte een hevige brand een voornaam deel der stad, waardoor het Jacobijnenklooster en het Bagijnhof te gronde gingen; in 1466 vernielde ‘een ontsichtelijke en afgrijselijke brandt’ bijna een derde deel der stad; in 1468 bracht een zwaren N.W. storm met hoogen vloed groot nadeel aan het gebied van Zierikzee toe; in 1472 viel hier een geducht oproer voor, onder welks nasleep de stad jaren gebukt ging en in 1477 teisterde een storm, vreeselijker dan men sedert een eeuw beleefd had, deze streek, bracht groote verliezen van volk en schepen teweeg en was allerwaarschijnlijkst de directe oorzaak van de staking van den torenbouw.

Toch scheen het soms, alsof Zierikzee nieuwe levenskracht putte uit al die rampen, door vuur, storm en water haar toegebracht, want als men nagaat, welke slagen er in de eerste helft der 16e eeuw nog aan de stad werden toegebracht, dan staat men verbaasd dat de plaats, ontvolkt en verarmd, niet tot een klein dorp geslonken, ja geheel vergaan is.

In 1518 stierven er 3200 menschen aan de pest en in hetzelfde jaar overstroomde geheel Schouwen en Zierikzee; in 1526 verbrandden 77 zoutkeeten vol zout en 125 huizen buiten de stad; de rijkdom verminderde zoozeer en de plaats werd zoo ontvolkt, dat bijna de helft der huizen ledig stond en de aanzienlijkste niet meer dan twintig gulden huur 's jaars opbrachten; in 1532 stierven binnen drie maanden tijds wederom meer dan 3000 menschen aan de pest en in het jaar 1557 was er duurte en schaarschheid van koren en sleepte de meergenoemde ziekte nogmaals ruim 1100 menschen ten grave. Toen volgde de Reformatie met hare woelige tijden, de beeldstormerij haalde o.a. het klooster der Minderbroeders onder den voet, en eerst nadat de belegering door de Spanjaarden in 1575 en 1576 achter den rug was, brak er voor de veel beproefde stad een tijd van verademing aan, die voortduurde tot het midden der 17e eeuw. Handel, nering en visscherij bloeiden en de laatste tak van nijverheid was zoo uitgebreid, dat van hier zeshonderd man ter vischvangst voeren. Zwaar trof daarom in 1653 het verlies van 49 vischschepen (ongeveer de helft der vloot), die door de Engelschen genomen werden.

Evenals elders in het land, vielen ook hier in 1672, 1747 en 1787 oproeren voor, waarbij vele inwoners niet weinig in hunne bezittingen benadeeld werden. Behalve genoemde woelige tijden, genoot Zierikzee overigens vele voordeelige jaren, tot op het einde der 18e eeuw de omwenteling zich ook hier deed gevoelen en vele aanzienlijken deze stad metterwoon verlieten. Vele groote huizen stonden ledig, en de bevolking, in 1750 op 10 à 11000 geschat, daalde op het einde der eeuw tot ongeveer 6000 inwoners. Gedurende de eerste jaren dezer eeuw nam de achteruitgang zoo mogelijk nog toe, maar door de oprichting eener visscherij en eenige rustige vredesjaren herleefde de welvaart, die niet weinig begunstigd werd door den aan bouw sedert 1840 van groote koopvaardijschepen, welke hier werden uitgerust en veel vertier aanbrachten. Omstreeks 1870 genoot de stad zijn hoogsten welstand gedurende deze eeuw en telde men hier 8000 inwoners.

Na dien tijd is de stad er niet op vooruitgegaan. Integendeel zijn verschillende takken van industrie opgeheven en de aantrekkingskracht der groote steden bracht er niet weinig aan toe, om plattelandsteden als Zierikzee, met zijne omgeving, van verschillende bronnen van bestaan en ingezetenen te berooven, en het is twijfelachtig, of de in 1899 tot stand komende tramverbinding met den vasten wal hierin verbetering zal brengen.

(Wordt vervolgd.)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken