Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2
Afbeelding van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.02 MB)

Scans (90.03 MB)

ebook (29.05 MB)

XML (2.30 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2

(1900)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 52]
[p. 52]

De ontwikkeling van het moderne Oorlogsschip.
Met illustratiën.

Gedurende den Spaansch-Amerikaanschen oorlog werd in een der Bostonsche salons gesproken over de vloot in het

illustratie
antieke gevechtsmast.


algemeen en sommige schepen der Amerikaansche marine in het bijzonder. Toen een der aanwezigen vroeg waarom men deze een ‘smaldeel der ontwikkeling’ noemde, antwoordde de gastvrouw, dat dit hierom geschiedde, wijl eerst na eeuwen van onderzoek het oorlogsschip zich ontwikkeld had tot den tegenwoordigen vorm van volkomenheid, en dat is het nu, ging zij voort, wat men ‘ontwikkeling’ noemt.

Wellicht zullen de meesten onzers lezers de verklaring der schoone Bostonsche niet als de juiste erkennen, hoewel het volkomen waar is, dat het tegenwoordige gevechtsschip inderdaad het product is van een ontwikkelingsproces, dat loopt vanaf het oogenblik dat het eerste oorlogsschip der wereld zee koos. En wat nog sterker is, het vechtschip van den tegenwoordigen tijd, laat in de verschillende onderdeelen van zijn bouw, nog zeer duidelijk den ontwikkelingsgang zien, die het van de vroegste periode af heeft doorgemaakt.

Er zijn vanaf dat oogenblik drie soorten oorlogsschepen geweest. In de eerste plaats de door roeiriemen voortbewogen, zich vrij bewegende oorlogsgalei van lichten bouw en ongeschikt voor ruw werk of oceaandienst.

Ten tweede het zeilschip, geheel afhankelijk van den wind, maar van zwaren bouw en met hooge gangboorden om in elk weer zeewaardig te zijn.

Als derde soort sluit zich hierbij aan het moderne door stoom voortbewogen oorlogsschip, dat naar alle kanten kan wenden en in elke richting zich kan voortbewegen. Het eerste soort schepen vocht alleen aan den steven, het tweede alleen aan langszij met de batterijen, het derde naar welken kant men ook verkiest door de draaibare geschuttorens.

Het verschil tusschen de krijgsvaartuigen van een twintig eeuwen geleden en de moderne pantserschepen is inderdaad van minder wijde strekking dan men oppervlakkig wel zou willen gelooven en op onze illustraties komt het aardig uit.

Let men op twee voorname punten dan springt dit wel het best in het oog, beide hebben n.l. een vechtmast en een ram.

De vechtmast komt het eerst voor op een groot relief op de muren van den tempel te Medinet Abu in Egypte, welke door Ramses III van de XXste dynastie gebouwd is en welk relief een scheepsgevecht voorstelt, omstreeks 1000 v. C. Vermoedelijk is de geschiedenis dezer scheepsmasten de volgende: De oorlogsgaleien welke in de vroegste tijden gebruikt werden, waren open roeibooten, welker roeiers zich gemeenlijk bedienden van korte roeiriemen en gezeten waren vlak aan de boorden der schepen. Boogschutters en slingeraars stonden naast hen. In het gevecht slingerden dezen steenen naar den vijand en beschoten hem met pijlen. Had dan een der partijen de overwinning behaald dan trokken de winners hun korte messen en doodden de verslagenen of wierpen hen overboord, waarna zij het vijandelijke schip meevoerden.

Een volgende generatie bouwde om de roeiers te beschermen over hen heen een teenen afdekking, terwijl een opvolgend scheepsbouwmeester een toestel aan den mast verzon van vlechtwerk vervaardigd, van waar een paar scherpschutters hun pijlen over de teenen bescherming der roeiers heen konden schieten. De vechtmast verwierf zoo langzamerhand burgerrecht. Van de Egyptenaren ging hij over tot de Phoe-

illustratie
moderne gevechtsmast.


[pagina 53]
[p. 53]

niciers en tot de Grieken, die zich er van bedienden vóór zij de beroemde driedekkers hadden.

Daarna verdween de vechtmast een duizendtal jaren van

illustratie
antieke ram.


het tooneel; de ram nam de plaats in van dezen en het nieuwe vechtsysteem dat zich aan het rammen aansluit.

Omstreeks 700 v. C. voerden de Phoeniciers uit het oude Tyre deze nieuwe uitvinding in; een eeuw later vinden wij den ram ook bij de Grieken.

Het is wel toevallig, dat bij den modernen vorm van den ram - zooals men dien kan waarnemen bij de nieuwste ramschepen der verschillende landen - de origineele gedaante weder is teruggekeerd, n.l. van een massieve, scherpe punt, op of even beneden de waterlijn liggend. Dit was de oorspronkelijke ram van de Phoeniciers, van welke de Assyriërs in de eerste plaats, zooals blijkt uit een opschrift van omstreeks het jaar 700 v. C. in het paleis van Konijunjik, door Sennacherib gebouwd, hetwelk in Layard's ‘Monumenten van Ninive’ is gereproduceerd.

De Grieken hielden vast aan het idee en langzamerhand, nimmer op één punt bij wat ook, blijvend stilstaan, begonnen zij het te wijzigen.

Bij de Atheensche driedekkers in den Perzischen oorlog vinden wij bij negen van de tien dezer schepen den driehoekigen wigvorm van den ram.

In den grooten Griekschen burgeroorlog, welks geschiedenis Thycydides heeft geschreven, den zoogenaamden Peloponnesischen oorlog, treffen wij bij ongeveer ieder schip den driehoekigen ram onder water, benevens twee rammen boven water, als hulprammen, met twee punten aan.

Om een gat in het vijandelijke schip te boren onder de waterlijn en het getroffen schip aldus langzaam en langs natuurlijken weg te doen zinken, daartoe was de oorspronkelijke methode van zaken doen met een ram ongetwijfeld te langzaam voor de vernuftig aangelegde tijdgenooten van Pericles en den Spartaan Lysander. Zij verkozen een aangenamer vorm van uit den weg ruiming en een sneller wijze. Dit was om den vijand naar den bodem der zee te zenden op de plaats zelve door den romp open te splijten met een groote scheur van den voor- tot den achtersteven. Binnen een minuut was aldus alles afgeloopen.

Met den veeltandigen ram kwam er tevens eene verandering in het algemeene systeem van vechttaktiek. Ram-taktiek zooals die eerst werd toegepast, strekte alleen om den vijand in verwarring te brengen en hem het richtig gebruik van zijn roer te ontnemen. Bij een vijand, die op zijn hoede en wel toegerust was vorderde echter deze wijze van vechten eer de overwinning behaald was, dikwijls een ganschen dag en wat vooral bij de Atheners gewicht in de schaal legde, het was geen hooge kunst. Daarbij kwam nog een ander bezwaar. Het gebeurde wel, dat het rammende schip in het aangevallene bleef vastzitten, en dat bij het naar den grond zenden van den vijand ook het eigen schip mede zonk.

De Atheensche vlootvoogden uit den Peloponnesischen oorlog waren dus ook op eene methode bedacht, die veiliger en aangenamer was.

Dit was de vermaarde Di-ekplous, zooals zij het noemden, en voor het nieuwe aanvalsplan was het veelarmige ramschip het best te gebruiken.

Zoodra de vijand in zicht was kwamen de driedekkers on-

illustratie
moderne ram.


[pagina 54]
[p. 54]

middellijk tot den aanval aanvaren, boord aan boord, ieder schip met den ram in de richting van den vijandelijken ram; tot vlak bij werd gevaren. Dan maakten de schepen een plotselinge wending en full speed voortgeroeid, scheerden zij langs de vijandelijke roeiriemen en roerriemen, die bij die gelegenheid voor het grootste deel afbraken, de vijandelijke roeiers tevens zwaar wondend door de kracht, waarmede ze uit hun handen en tegen hun lichamen werden geslagen. Waren aldus de roeiers in verwarring gebracht, een deel der roeiriemen, soms ook het roer onbruikbaar geworden, dan wendden de aanvallende schepen opnieuw den steven en met één geweldigen ramstoot aan langszijde, waar de ram geen kans liep af te breken of te blijven zitten, deden zij het vijandelijke schip zinken.

Natuurlijk veronderstelt deze wijze van aanvallen bij de eene partij meer behendigheid dan bij de andere, doch buiten kijf is het dat de Atheners hun tijdgenooten verre overtroffen in taktische volleerdheid en vlugheid.

De volgelingen van koningin Dido brachten den Phoenuischen wigvormigen ram over naar Carthago. Naderhand namen zij door middel van de Syracusers den Attischen drietand over. Dit geschiedde eenigen tijd voor den eersten Perzischen oorlog met Rome, waarin de Carthagers het overwicht van den ram behielden tot het groote scheepsgevecht van Mylae, toen de Romeinsche consul Duilius - naar wien het tegenwoordige Italiaansche oorlogsschip Duilio genoemd is - zijn tijdgenooten in verbazing bracht door zijn stoutmoedige vernieuwing van de oorlogstaktiek ter zee.

Voor het eerst zag Duilius af van het systeem om de vijandelijke schepen op den voet in hunne manoeuvres te volgen. Ten eerste waren de Romeinsche matrozen, die nimmer of slechts kort ter zee gediend hadden, volkomen onbedreven om in het gezicht van den vijand op voldoende wijze te manoeuvreeren en ten tweede bestond de behoefte daaraan voor hen niet.

Immers de zware slagschepen, die de Carthagers in den strijd voerden waren te zwaar om te rammen. Duilius zeide, dat hij de risico op zich durfde nemen van in het gevecht te worden in den grond geboord. Achtervolgd te worden door een moeilijk voortbewogen en betrekkelijk langzaam varend schip als de Carthaagsche vijfdekker, was een zeer verscheiden iets van een treffen met een licht gebouwd Attisch driedrekker-oorlogsschip. De zwaarwichtige aanval der Punische schepen behoefde niet uit den aard der zaak noodlottig te zijn, daar de Carthaagsche vlootvoogden bovendien al hun stuurmanskunst noodig hadden ten einde hun eigen schepen niet te telescopeeren.

De Romeinsche taktiek bracht een gansche omwenteling te weeg in het zeegevecht van dien tijd en bleef in stand tot de galei als oorlogsbodem voorgoed van het water verdween. De ram bleef echter voortbestaan aan de boegen van alle gevechtsschepen en wel met drie, vier, vijf of zelfs meer punten, naar gelang van het type van het schip. De zeestrijd ontaardde onder de Romeinen in een gevecht van man tegen man, gevoerd door de legioensoldaten, die zich als mariniers aan boord der schepen bevonden, en die zoodra twee schepen boord aan boord lagen, met het zwaard de zaak beslechtten.

Aldus keerde de strijdmethode weder tot zijn alleroudsten vorm terug, zooals ook de Egyptenaren die hadden aangewend, in den tijd dat de pyramiden nog werden gebouwd.

Een onmiddellijk gevolg hiervan was dat de oude gevechtsmast, die door Thenistocles in den ban was gedaan, weder in eere werd hersteld.

Bij een Grieksch oorlogsschip werd volstrekt geen mast gevoerd; de lichte masten, die bij het kruisen, als hulp van de roeiers, zeil voeren, werden in het gevecht weggenomen, zoodat niets boven de boorden uitstak. Ook de vijfdekkers van Carthago en de tweedekkers uit den tijd van den Romeinschen keizer Augustus hadden in het gevecht geen masten, waarschijnlijk vooral hierom, wijl ze een getrouwe copie waren van de Attische schepen.

Maar, zooals gezegd, in den lateren tijd van het Romeinsche keizerrijk werd de gevechtsmast weder in eere hersteld en zoo bleef het den geheelen Byzantijnschen tijd tot de galei als oorlogsschip verdwenen was.

Het Romeinsche gevechtsplan leidde voorts nog tot het invoeren van een bovenbouw op het dek, een gevechtstoren met artilleristische doeleinden. De Romeinen ter zee, waren eigenlijk niet anders dan landkrijgslieden te water en hun geheele systeem richtte zich ook te water naar militaire voorschriften. Hun oorlogsschip was niet anders dan een transportschip, een gevechts-platform en voertuig, slechts strekkende om de soldaten zoo gauw mogelijk te brengen naar de kwartieren van den vijand. En als hulpmiddelen in den krijg werden steeds medegevoerd de zware menschendoodende oorlogsmachines, die ieder Romeinsch legioen steeds met zich voerde, n.l. de katapulten en werpwerktuigen, die dienstig waren om zware stukken ijzer, steen enz. weg te slingeren.

Aan boord der schepen geplaatst, hielpen deze het werk der matrozen zeer, daar zij een overweldigenden regen van projectielen wierpen op den vijand; om deze zware artillerie bij te staan, waren er bovendien afdeelingen slingeraars aan boord.

De moeilijkheid om voor deze allen plaats aan boord der schepen te vinden, bleef bestaan; door het oprichten van gevechtstorens trachtte men hieraan te gemoet te komen. Het waren hooge gevaarten, soms zeven meter hoog, waarop de katapulten geplaatst waren en waaromheen de slingeraars op eene omheining stonden; zoowel aan den voor- als aan den achtersteven bracht men ze aan.

Het idee van ons modern oorlogsschip is eigenlijk geen ander dan de galei ten tijde van Hadrianus of Constantinus; de artilleristische inrichting is dezelfde gebleven.

De zware werpwapens werden vooruit en achter opgesteld, terwijl de lichte werpwerktuigen tusschen beiden in een plaats vinden. Zoo wij daarbij nog voegen de andere gevechtsdetails, den ram en den gevechtsmast en op de mogelijkheid om zich in ieder gewenschte richting te bewegen, dan kunnen wij deze beide typen van schepen, waartusschen een tijdruimte ligt van bijna 2000 jaren, in het algemeen gelijk stellen. Zoo is van het oorlogsschip uit den klassieken tijd het tegenwoordige oorlogsschip geboren na achtereenvolgens den Egyptischen gevechtsmast, den Phenicischen ram en den Romeinschen schiettoren te hebben overgenomen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken