Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2
Afbeelding van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.02 MB)

Scans (90.03 MB)

ebook (29.05 MB)

XML (2.30 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2

(1900)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Schiedam.
Met illustratiën.
(Vervolg en slot van blz. 94.)

Wie in onzen tijd Schiedam bezoekt, wordt reeds bij een vluchtig bezien getroffen door een zekere mate van pooverheid en gebrekkigheid, die schier alles kenmerkt, en die des te meer opvalt bij deze naar het inwonergetal niet onaanzienlijke stad, liggende in het hartje van Zuid-Holland, tusschen de residentie en de tweede stad des Rijks.

Een vergelijking met steden van ongeveer gelijke grootte: Deventer, Zutphen, Zwolle, Delft, Gouda, Middelburg enz. valt zeer beslist ten nadeele van Schiedam uit. Men zou zeggen, dat men hier, afgezonderd van de wereld, een halve eeuw heeft voortgeleefd, niet merkende hoe andere steden voor hare verfraaiing wisten te zorgen, sedert voor twintig jaren de algemeene uitbreiding der steden een aan vang nam. Dat men eene begraafplaats heeft blijven dulden midden in de stad - ook al heeft dit geen hygienisch bezwaar - is een teekenend voorbeeld van de indolentie, die schier in alles merkbaar is.

Ons, een vluchtig kijkje in Schiedam nemend, deert die begraafplaats niet; integendeel, wij ontkennen niet, dat de aanblik des zomers, als de omringende boomen in vollen bladerdos staan, en men van buitenaf het doel van dezen tuin des doods niet opmerkt, iets liefelijks heeft, en de omliggende huizen als om een park gebouwd schijnen.

Doch laten wij ons voorstellen, dat wij de stad vanaf het station der Hollandsche Spoor binnenkomen.

Het station, een nieuwerwetsch eilandstation, behoort tot Schiedam's meest comfortable en toonbare openbare gebouwen en wekt een indruk van aangenaamheid, die een wandeling naar de binnenstad langs

illustratie
de tuin der officieren-vereeniging te schiedam.
(Naar een photo van den heer J. van Diggelen, aldaar.)


den stationsweg, eigenaardig Singel genaamd, niet bevestigt; immers er heerscht langs dezen weg een waar bouw-anarchisme, dat heeft toegelaten, dat allerlei soort woningen aan elkaar zijn geregen tot een onregelmatige straat, die door eindelooze sloppen, meestal ongeplaveid, worden onderbroken.

Gelukkig dat in den laatsten tijd aan de vrijbuiterij in het bouwen van onze voorvaderen zooveel mogelijk een eind schijnt gemaakt te zullen worden, zoodat over een eeuw deze Singel, die zeer breed is, een prachtige stations-avenue kan worden.

Bij de begraafplaats krijgt men een blik op Schiedam, zooals het voor een paar eeuwen was. Slanke molens, uit een aesthetisch oogpunt buitengewoon fraai, maar voor de omwonenden min aangenaam, rijzen hier op en wijzen aan, waar vroeger de vestinggrachten waren. Zij sluiten aan bij een reeks, die een cordon vormt om de geheele stad, doch uit welk cordon enkele manschappen al zijn gesneuveld, die de concurrentie met de nieuwerwetsche stoommolens niet konden volhouden.

Begeeft men zich in de richting van de Maas, dan bereikt men deze langs Schiedam's oase, de Plantage, een lustoord, zoowel des winters als des zomers. Het is een smal park, tusschen twee straten zich uitstrekkend, welke bebouwd zijn ten deele met zeer flinke en patricische woningen, ten deele echter met wat de niet door verordeningen gebreidelde wil van den grondbezitter er heeft willen neerzetten.

Bij het begin treft het postkantoor het oog, een oude heerenhuizing, waartegenaan de rijksbouwmeester voor eenige jaren, toen hot postkantoor hier gevestigd werd, een onsmakelijke arbeiderswoning als dependence geplakt heeft.

Oneindig sierlijker, zij het ietwat somber, is het gebouw, waarvan men in deze aflevering een afbeelding vindt, eveneens aan de Plantage gelegen, het tegenwoordige gymnasium, het Blauwhuis geheeten, en eertijds een Vrouwen-verbeterhuis (hoe optimistisch waren onze voorouders toch!), daarna, vóór het gymnasium werd, tot allerhand doel ingericht.

Wandelt men de Plantage verder naar de Maaszijde door, dan treft in het midden eene in 1898 ter eere van de Inhuldiging der Koningin daar door de burgerij gestichte fontein, een flink monumentaal stuk, op een rotswerk in een vijvertje geplaatst en die in dit milieu een niet onaangenamen indruk maakt, wij zouden willen zeggen tegen verwachting bijna, omdat het steeds een hard werk is, de rust van een park te verstoren door monumentale fonteinen.

Van de Plantage bereikt men de Hoofdstraat, die naar de Maas leidt. Wie hier niet getroffen wordt, op elk uur van den dag, door het overweldigende van het landschap met zijn breede rivier, zijn heerlijke Hollandsche weiden aan de overzijde, zijn vergezicht op

[pagina 100]
[p. 100]
Rotterdam ter linker- en op de zich in de richting naar Vlaardingen verliezende rivier ter rechterzijde, heeft stellig geen

illustratie
het ‘blauhuis’ te schiedam, thans gymnasium. (Naar een photo van den heer J. van Diggelen, aldaar.)


oog voor wat Zuid-Holland zoo bekoorlijk maakt van wazigen weemoed.

Vlak bij den havenmond rijzen de hooge schoorsteenen van de kaarsenfabriek ‘Apollo’ op, een zeldzame onderneming, die men niet vergete te bezoeken, wanneer men daartoe het verlof kan bekomen.

Wij keeren nu op onze schreden terug en gaan de Nieuwe Haven langs, weer hetzelfde gemêleerde aspect

illustratie
de nieuwe haven te schiedam. (Naar een photo van den heer J. van Diggelen, aldaar.)


van alle straten in Schiedam toonend; fraaie heerenhuizen wisselen hier af met rookuitbrakende jeneverstokerijen, welke laatste geen vreemdeling onbezocht late om daar het typische, primitieve bedrijf te zien, dat den naam van Schiedam wereldbekend heeft gemaakt.

Onder de belangwekkende gebouwen, die wij passeeren, wijzen wij op de R.K. kerk aldaar, waarin een gedeelte bewaard wordt van eene door de Katholieke Kerk heilig verklaarde inwoonster van Schiedam, Liduina, om wier wonderbaarlijk leven en werken Schiedam in de Middeleeuwen beroemd werd en tot op den huidigen dag bleef.

Volgen wij de Nieuwe Haven tot het einde aan den Vlaardingerdijk, die, zooals uit den naam blijkt, naar Vlaardinnen leidt, en slaan bij dien dijk rechtsom, dan bevinden wij ons weldra op een der drukste punten der stad, in den omtrek der Beurs, die juist tegenover de sluizen, die een verbinding vormen van het water der Schie met dat van de Maas, gebouwd is. Het is een flink gebouw, voor een 50 jaar geheel afgebrand en toen precies op dezelfde wijze weder opgebouwd. Wie in Schiedam bij het jeneverbedrijf geinteresseerd is, gaat elken middag naar deze Beurs, doch het verminderde aantal bezoekers in de laatste jaren wijst onmiskenbaar op een achteruitgang in dat bedrijf.

Van de Beurs naar de Markt is niet ver, en dat is maar goed ook, wijl anders de wandeling de moeite wel eens niet zoude hebben kunnen loonen.

Het Stadhuis, dat midden op de Markt staat, werpt geen gunstig licht op den kunstzin van Schiedam's inwoners voor een paar honderd jaar en staat dan ook in geen vergelijking met de stadhuizen, die men uit dien tijd in zeer vele plaatsen van ons land vindt; het is een onkunstzinnig stuk bouwwerk, dat niet de minste artistieke of historische waarde bezit.

[pagina 101]
[p. 101]

Gaan wij van de Markt door de Boterstraat rechtstreeks naar het station, dan hebben wij aldus een kringloop gemaakt om de stad.

Doch bij enkele gebouwen willen wij nog even stilstaan.

illustratie
het ‘zakkendkagershuisje’ te schiedam. (Naar een photo van den heer J. van Diggelen, aldaar.)


en wel in de eerste plaats bij het St. Jacobsgasthuis aan de Hoogstraat, een verplegingsgesticht van oude mannen en vrouwen, waarvan het front den indruk maakt van tot verblijf te dienen van een potentaat uit een klein vorstendommetje. Het gesticht heeft een eigen kerk, die door enkele Protestanten wordt gebruikt.

Een aardig gebouwtje, maar verwaarloosd, is het Zakkendragershuisje, waarvan deze aflevering eene afbeelding geeft. Het typisch ouderwetsche geveltje met het sprekende torentje komt zoo aardig tegen het watertje er voor uit; maar ook hier komt alweer de opmerking boven: hoe weinig lief moeten de inwoners hun stad toch wel gehad hebben, dat zij zulk een aardig historisch gebouwtje tot een stadium van verwaarloozing deden komen, als waarin het nu verkeert.

Wij passeerden op onze wandeling den Vlaardingerdijk. Even keeren wij daarheen nog terug, daarmede tevens onze omwandeling beëindigend. Aan den voet van den dijk, niet ver van de R.K. begraafplaats - wij merken in 't voorbijgaan op, dat de bewoners van Schiedam voor de kleine helft uit Roomsch Katholieken bestaan - vinden wij Schiedam's buitentuin, Officieren-Vereeniging geheeten, waarvan men hierbij een kiekje vindt. Onder het hooge lommer worden hier des zomers concerten gegeven en komt een deel der burgerij samen, een deel, door de malaise van het hoofdbedrijf, de laatste jaren veel geringer dan vroeger; daar ook hebben in de ruime schouwburgzaal des winters de voorstellingen plaats, die tooneelvereenigingen uit eigen stad en uit den omtrek hier komen geven.

Voor Schiedam zijn nieuwe levenwekkende kiemen vóór alles thans noodig. Laat ons hopen dat deze aan de zoo uiterst gunstig gelegen plaats weldra niet mogen ontbreken!


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken