Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2
Afbeelding van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (27.02 MB)

Scans (90.03 MB)

ebook (29.05 MB)

XML (2.30 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 2

(1900)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 196]
[p. 196]

Oud-Parijs.
Op de Wereldtentoonstelling 14 April j.l. geopend te Parijs.
Met illustratiën.

De meesten onzer lezers hebben stellig de herinnering bewaard aan het bekende ‘Oudt Hollant’ van de tentoonstelling

illustratie
‘tour du louvre’ en ‘huis met de pilaren’.


in 1895 te Amsterdam gehouden, of aan ‘Oud-Dordrecht’ een paar jaar later te Dordrecht tijdens de tentoonstelling voor nijverheid en kunst aldaar vertoond, of wellicht aan ‘Oud-Antwerpen’, dat niet ver over onze grenzen vele bezoekers uit ons land trok, of aan eenige andere reproductie eener oude stad, in de latere jaren bijna steeds als appendix van groote attractie aan de grootere tentoonstellingen toegevoegd.

Stellig is deze laatste qualificatie juist voor wie het bezoekers-gewemel hebben waargenomen, dat steeds in die typische historische gedeelten der expositie zich bewoog, ook al was het overigens op het terrein niet overvol, en voor wie zich nog voor den geest weten te tooveren die overgezellige avonden waarom ‘Oudt Holland’ van 1895 beroemd was, als de man van het poortgeld den slagboom aan zijn tolhuisje moest laten vallen om de al te druk aanstroomende bezoekers te keeren.

Is het wonder dat zich ook voor de nu juist geopende wereldtentoonstelling van Parijs eene combinatie vormde, die er op uit geweest is ook daar zulk een aantrekkelijk complex te vormen, zooals thans in ‘Oud-Parijs’ is belichaamd en van welk stadje dezer dagen de plechtige ‘opening’ heeft plaats gehad?

Wij zijn tot ons leedwezen niet in staat geweest die opening bij te wonen, maar zijn toch verheugd, dat wij van de hand van kundige mannen een beschrijvinkje daarvan kunnen opnemen, en wel van den heer Mr. Louis H. Israels, onzen landgenoot, die zijn medeburgers aan zich verplicht heeft door menig andere wijze, waarop hij er naar streeft hun van dienst te zijn bij deze het oog verbijsterende expositie, o.a. door het aandeel dat hij gehad heeft in het samenstellen van een bruikbaren gids ten dienste van Nederlanders die de tentoonstelling bezoeken en door de wijze, waarop hij de belangen der vaderlandsche Pers tegenover de Fransche collega's behartigt.

Aan zijn vaardige pen danken wij de volgende beschouwing van ‘Oud-Parijs’ en van het eerste bezoek daaraan door president Loubet gebracht.

Op den Quai de Billy, vanaf den pont de l'Alma, tot aan de nieuwe loopbrug, die juist voor het midden van het paleis van het krijgswezen uitkomt, is op een oppervlak van niet minder dan 6000 vierk. meter een stad verrezen, waarvan alle gebouwen, straatjes en pleintjes opgetrokken zijn naar de gegevens die de geschiedenis van Parijs oplevert. Wij vinden er de oude Latijnsche wijk, toen de wijk des Ecoles geheeten, daarnaast de omgeving van het Louvre met de verdwenen kerk St. Julien des Menétriers, het hotel der Rekenkamer uit de 16e eeuw, den pont au Change zooals hij er uitzag toen nog kleine winkeltjes aan beide zijden van de brug de plaats innamen der tegenwoordige voetpaden, de oude Halles, nog als houtconstructie, het grand Chàtelet en het paleis van justitie met zijne groote zaal, met zijn trap bij de Ste Chapelle, enz.

Mooie, aardige straatjes, schilderachtige pleintjes, geveltjes van vóór den kazernebouw, uithangborden, waarvan sommige zeer ver gaan in hunne realistische aanwijzing, vormen met deze hoofdgebouwen een zeer aardig geheel, waarvan het profiel langs de Seine reeds maanden lang ons oog aangenaam aandeed.

Het is tegenwoordig mode bij tentoonstellingen dergelijke herinneringen uit het verleden als groot aantrekkingspunt op te bouwen. Antwerpen en Amsterdam, Budapest en Stockholm en nog meer steden zagen haar herleefde schim, maar Oud-Parijs is, naar ik meen, in die richting het meest uitgebreide en volledige. Er zijn niet veel en, vooral geen groote pleinen, de straten zijn smal en de kaden niet breed, maar dat is niet alleen omdat er

illustratie
wachtpost op de ‘pré aux cleres’.


zooveel gebouwen zijn, doch ook omdat Parijs vóór het begin dezer eeuw zoo bijzonder dicht gebouwd was. Onze tegenwoordige breede
[pagina 197]
[p. 197]

straten en boulevards, onze squares, pleinen en parken zijn bijna zonder uitzondering van hoogst recenten datum.

Oud-Parijs was gereed, en men wilde het inwijden. Daarvoor werd dezer dagen een feest gegeven ten bate der ondersteuningskassen

illustratie
het groote kasteel bij de ‘pont au change’.


van de groote Fransche journalistenvereenigingen. Het heette eigenaardig ‘eene répétition générale’. De rechte vertooning is nog niet begonnen. Vele winkeltjes zijn nog leeg, die bewoond zullen worden door mannen en vrouwen in kleederdrachten van vóór de groote Revolutie. Ook is de bevolking van Oud-Parijs er nog niet, de dichte menigte tentoonstellingsbezoekers die hier zich zullen verdringen, omdat het er aardig is, zonder zich rekenschap te geven, dat het aardigste van de vertooning door hen zelf geleverd wordt. Gisteren konden wij dat bespeuren, want Oud-Parijs is een keurige omlijsting die, om geheel te voldoen, behoefte heeft aan een vroolijke, dichte menigte, welke stellig niet weg zal blijven.

Behalve de aardigheid van het oude stadje, de curiositeiten die er verkocht zullen worden, w.o. een Gazette du vieux Paris, waarvan de druk zeer karakteristiek is, behalve de verscheidenheid in costumes, die men er zal kunnen waarnemen, zijn er ook voorstellingen die bepaaldelijk veel menschen zullen trekken. In het oude kerkje worden concerten van een beroemd à Capella koor gegeven, in de groote verkoophal is een concertzaal voor circa 2000 personen, waar het orkest van Colonne met uitstekende medewerkers eene reeks internationale concerten denkt te geven - allesbehalve kermismuziek - in de zaal van het Paleis van Bodinière herleefd, die ruim 1000 personen tegelijk een indruk kan geven van die speciale kunst, welke op onze kleine tooneeltjes en boîtes à musique getoond wordt, terwijl de ouderwetsche herberg Eugénie Buffet en haar troep aanleiding geeft, het straatjongensberoep nog eens weer uit te oefenen. Dat alles was in volle werking.

President Loubet met vele autoriteiten bezocht Oud-Parijs, en had een groot persoonlijk succes. Toen Nini Buffet bij den ingang hem het Faites la Charité van haar bekenden chanson du pané toezong, bleef de President staan, en de officieele stoet hoorde het straatgezang een paar coupletten aan, en applaudisseerde luide. Eenige minuten vroeger bij het inkomen der poort had eene jonge oudparisiene met een knieval den president de sleutels der stad aangeboden. De heer Loubet begon met haar te verzoeken weer op te staan, en zeide toen eenige vriendelijke woorden tot de organiseerders van het feest.

Ik vertel dit omdat het kenschetsend is voor de wijze waarop het hoofd der Fransche Republiek zijne taak als inwijder en gastheer gedurende dezen zomer denkt te vervullen. Wijlen Félix had zich beloofd keizerlijke praal ten toon te spreiden; Carnot deed het in 1889 eenvoudig, maar wat stijf; Mac-Mahon in 1867 deed het militairement; president Loubet wil het met bonhommie doen. Een vriendelijk lachje gaat hem heel goed af, en daar hij reeds op leeftijd is, maakt dat het air van een president à la papa misschien niet volkomen juist de energie weergeeft, welke de heer Loubet in critieke omstandigheden weet te toonen. Het bezorgde hem een warme ovatie en was het meest geslaagde deel van het feest.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken