Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 3 (1901)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 3
Afbeelding van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 3Toon afbeelding van titelpagina van De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 3

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (23.38 MB)

Scans (75.58 MB)

ebook (24.92 MB)

XML (2.38 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Huisvriend. Nieuwe serie. Jaargang 3

(1901)– [tijdschrift] Huisvriend, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Een surprise.

Tooneelstukje in één bedrijf. (Vervolg en slot van blz. 296.)

George.

'k Weet het niet.

Betsy.

Je moet ook niet telkens zoo praten. Dat leidt zoo af.

George.

Wel heb ik van mijn leven! Ik geloof toch dat jij begonnen bent.

Betsy.

Nu, speel op.

George.

Die ben je dan toch kwijt!

Betsy.

En hier gaan er een, twee, drie van jou.

George.

Sakkerloot! Zeg, krijg jij ook zoo'n dorst? Dat is zeker van die boterletters.

Betsy.

Eerst het spel uit!

George.

Och hemel, ik smacht

(er wordt gebeld)
.

Betsy.

Wat is dat nu?

George
(opstaande).

Een surprise natuurlijk. Ik ga eens zien

(af)
.

Betsy.

Een surprise! Van wie kan dat nu zijn

(wrijft zich in de handen)
, een surprise, een heusche surprise! Hoe leuk!

George
(met een pakje).

Daar is het Een kleine jongen stond op stoep. Zoodra ik opendeed, stopte hij me dit in de handen en poetste hem.

Betsy.

Veel kan er niet in zitten. Voor wie is 't?

George.

Er staat niets op.

Betsy.

't Is misschien wel voor ons samen. Doe eens open.

George.

Nu ja, laat ik eerst dit touwtje losknoopen.

Betsy.

Och, schiet toch op, hier is een schaar.

George.

Kindje, wees toch niet zoo ongeduldig. Kijk eens hier, hier is het bewuste.

Betsy.

Een etui!

George.

Ja, een etui!

(doet ze open).

Betsy.

O, wat een pracht van een armband! O, mannetje, dank je wel hoor, dat is nu toch...

George
(ernstig).

Bedaar, bedaar, die armband is niet van mij!

Betsy.

Wat houdt je je leuk. O, eenig! Ik vind het...

George.

Sst, sst. Dat is vreemd. Wie stuurt mijn vrouw nu een armband?

Betsy.

Nu, huichel maar niet langer. Kom hier, dan zal ik je eens flink pakken voor zoo'n prachtig cadeau.

George.

Maar Betsy! Die armband is niet van mij! Dat is me nu toch een raadsel, wie jou dien armband kan gezonden hebben.

Betsy.

Is hij heusch niet van jou?

George.

Bepaald niet!

Betsy
(heeft den armband omgedaan).

Hé, dat is vreemd

(zij peinst een oogenblik)
.

George.

Betsy, geef mij dien armband.

Betsy.

Waarom? Jij moet hem toch niet dragen!

George.

Geen gekheid! Toe, geef hier.

Betsy.

Och, nu wordt hij jaloersch. Ik wil hem nu vanavond eens dragen. Zoolang ik nog niet weet wie mij dat prachtstuk geschonken heeft, draag ik het alle dagen, tot ik den gever ken.

George.

Nu moet je niet van die zotte dingen in je hoofd halen. Ik wil nu eenmaal dien armband hebben.

Betsy.

Maar waarom dan?

George
(uitbarstend).

Omdat ik niet hebben wil dat mijn vrouw pronkt met dingen die andere mannen, dan haar eigen, haar schenken!

Betsy.

Wie bewijst je, dat dit cadeau van een man komt?

George.

Gekheid! Voor zoo iets is geen bewijs noodig. De eene vrouw zendt de andere als surprise geen armband.

Betsy.

Nu, en al was de gever een man! Zoolang ik niet weet, wie hij is, doe ik er geen kwaad aan zijn cadeau te dragen. 't Kan wel een van je beste vrienden zijn!

George.

Nu is 't genoeg. Doe af dien armband en geef hier!

Betsy.

Ik doe het niet. 't Is in alle geval geen cadeau aan jou. 't Is mijn eigendom en daarmee zal ik doen wat ik verkies.

George
(woedend).

God, vrouw, doe mijn zin, ik vergeet mezelf; als je hem niet goedschiks geeft, dan...

(zich bedwingend)
maar neen! 't Is gekheid, niet waar, je doet het alleen om me te plagen. Komaan, Betsy, men kan scherts ook te ver drijven. Kom nu eens rustig bij me zitten en geef mij dien armband, dan zal ik eens...

Betsy.

Je krijgt hem niet. Nog nooit heb ik mijn wil doorgedreven, altijd ben ik gedwee geweest, nu wil ik mijn zin doen. Je bent op het oogenblik eenvoudig belachelijk en 't zou dwaas zijn aan je bespottelijken eisch toe te geven.

George
(woest).

Je wilt hem dus niet geven?

Betsy.

Neen!

George.

Dan neem ik hem.

(Hij pakt haar bij den arm en ontrukt haar den armband).
En nu, weg er mee!
(Hij gaat naar den haard).

Betsy
(schreiend).

O God, wat doet hij!

George.

Verbranden! Als de oorzaak der ruzie is weggenomen, zal de vrede wel gauw volgen.

(Hij pookt het vuur aan).

Betsy
(snikkend).

Zoo'n prachtige armband!

George.

Ik zal je er een nog veel mooier geven. Maar deze! weg daarmee!

(Wil hem in den haard werpen).

[pagina 304]
[p. 304]
Betsy.

God, George! wacht even... Ik...

George.

Wat dan?

Betsy.

Wie weet of...

(er wordt woedend gescheld). (Zenuwachtig)
Wat is dat nu toch?

George.

Wellicht weer een surprise voor jou? Zie zelf maar...

Betsy.

O, ik ben zoo

(schreiend)
zoo zenuwachtig, dat jij...
(er wordt weer gescheld).

George
(norsch).

Maar ga dan toch kijken! Men wordt ongeduldig!

Betsy
(wanhopig).

Ach, wat een avond

(zij snelt naar de deur)
.

George
(bekijkt den armband).

Van wien die nu toch wel wezen mag! Van Dam, juwelier, staat in de etui. Morgen ga ik er heen, en hij zal mij zeggen, wie hem besteld heeft, al moest ik er een moord voor doen

(men hoort haastig loopen)
. Och hé, wat een haast!

Betsy
(stormt binnen).

Man, man, de armband...

George
(heeft de etui in zijn zak gemoffeld. Norsch).

Die ligt in 't vuur.



illustratie
De versteende overblijfselen van een Ichtyosaurus, een zeer groot voorwereldlijk monster.


Betsy
(wanhopig).

God, man, wat hebt je gedaan! En hij was verkeerd bezorgd!

George
(plotseling vol belangstelling).

Wàblief?

Betsy.

Ja, de jongen van Van Dam is hier. Hij moest hierover, bij den majoor zijn. Och hemel, wat ben je begonnen

(snikkend)
. In 't vuur, in 't vuur!
(zij loopt naar den haard).

George.

Bij den majoor! Hier, pak aan

(geeft haar de etui)
. Pak aan, vrouw, geef terug! Geef terug! Hoe eer hoe beter. Dat rampzalige ding!
(duwt haar haastig de deur uit).

George.

Goede God! Dat ellendige ding heeft den geheelen avond bedorven. Wie had dat nu gedacht, dat Betsy en ik om zoo iets, dat ons niet eens toekomt, ruzie zouden krijgen. Onze eerste ruzie, en dat op Sinterklaasavond!

Betsy
(blijft even in de deur staan. Zij zien elkaar eenige oogenblikken aan).

Hebt je geen spijt, George?

George.

Spijt? Neen! Nu die armband niet voor jou blijkt te zijn, sla ik een wel wat gek figuur, maar dat neemt niet weg, dat ik in een dergelijk geval net eender zal handelen. Van één ding heb ik spijt, en dat is van mijn ruwheid. Maar je hebt me ook razend gemaakt. Maar hebt jij nu geen spijt?

Betsy.

Dat die mooie armband niet voor mij is? Neen! Dat ik je razend heb gemaakt? Ja! Ik weet niet, wat mij daareven bezielde. Ofschoon ik wist, dat je gelijk hadt, toen je mij den armband afvroegt, wilde ik me toch er tegen verzetten. 't Was mijn cadeau, wellicht had ik het uit eigen beweging gegeven; toen jij echter je rechten er op deedt gelden, kwam ik in opstand. Ik zal het niet meer doen.

George.

Je bent een lieve vrouw

(kust haar)
. Voor het eerst heb ik je ruw aangepakt. 't Zal den laatsten keer zijn ook. En nu, laten we er niet meer over praten. Wat had die domme jongen te vertellen, die hier de surprise bracht?

Betsy.

Wel, ons huisnummer is 70 en dat van den majoor 71. Hij had alleen het laatste woord zeventig verstaan. Toevallig vroeg zijn baas hem of het pakketje bij een-en-zeventig al bezorgd was, waarop hij tot de ontdekking kwam dat het verkeerd was gebracht. Hè, ik ben nog heelemaal ontdaan.

George.

Dan moet je een glaasje wijn nemen, vrouw, dat zal je goeddoen.

Betsy.

Neen, eerst ons spelletje uit! Wiens beurt was het?

George.

Begin jij maar. Je mag verder vanavond den baas spelen zooveel je wilt. Alleen als er surprises komen, doe ik open en zal ik ze openmaken.

Betsy.

En als ze nu voor mij zijn?

George.

Dan nog moet ge je man laten beslissen of je ze aannemen moogt.

Betsy.

Je bent een dwingeland, maar gelijk hebt je! En om je nu niet langer met een droge keel te laten zitten, zal ik je een glaasje wijn inschenken en zullen wij daarna ons spelletje uitspelen, in de hoop, dat we niet meer door surprises verrast zullen worden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken