Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1783 (1783)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.29 MB)

XML (0.06 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1783

(1783)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1766-1800]–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina A1r]
[p. A1r]

Programma van de Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden.
Voor het jaar 1783.

De Maatschappy der Nederlandsche Letterkunde te Leyden heeft, in hare Jaarlijksche Vergadering, gehouden op den 8sten van Hooimaand dezes Jaars 1783. tot Lid verkozen den Wel-Ed. Heer Mr. Reinvisch Feith, te Zwolle.

Ook heeft zy deze Vraag opgegeven, om beantwoord te worden voor den eersten van Wijnmaand des Jaars 1785.

‘Welke zijn de gronden, waaruit een Nederduitsche Spraakkunst behoort te worden opgemaakt.’

In de Jaarlijksche Vergadering van het Jaar 1782. heeft de Maatschappy deze Vraag opgegeven, om beantwoord te worden voor den eersten van Wijnmaand des Jaars 1784.

‘Welke zijn de kenmerken van waar en valsch vernuft? en welke zijn de behoedmiddelen tegen het laatste?’

‘De Maatschappy verlangt, byzonderlijk, het onderscheid tusschen waar en valsch vernuft niet alleen beredeneerd; maar ook door voorbeelden uit de beste Dichters opgehelderd te zien’.

Voor den eersten van Wijnmaand dezes Jaars 1783. verwacht de Maatschappy de antwoorden op de volgende Vragen in het Jaar 1781. opgegeven.

1. ‘By welke Rechtbanken werd, sedert de oudste tyden, en voor al sedert het bewind der Frankische Koningen, tot de vijftiende Eeuw, in deze Landen, recht gesproken in het Crimineele? Wat maakte iemand bevoegd om als Rechter in die Rechtbanken te zitten? Door wien werden de Rechters aangesteld; en op welke wyze werd de Crimineele Rechtspleging geöefend?’

2. ‘In hoe verre moet men zich, in het opmaken van de regels onzer Nederduitsche Tale, houden aan de Oude, in hoe

[pagina A1v]
[p. A1v]

verre aan de Hedendaagsche Taal-gebruiken? en in hoe verre moet men de verwantschapte Dialecten; en in hoe verre de Reden daarin te hulpe nemen?’

3. ‘Dewijl de Hollandsche Steden onder de Graaflyke Regeering, steeds in aanzien en vermogen zijn toegenomen, in zoo verre, dat men in verscheide Charters, rakende zaken van veel gewicht, dezelve nevens de Edelen en Raden gemeld vindt, zoo tot het beramen der zaken als het bezegelen der brieven; is daar door eenige vermindering of bepaling van de Macht, welke de Graven eertijds geöeffend hebben, ontstaan?’

Het staat een ieder vry, ook den Leden der Maatschappye, om naar den Prijs te dingen: alleenlijk worden de Gekommitteerden ter beöordeelinge der ingekomene Verhandelingen van die vryheid uitgesloten.

Aan den genen, wiens Verhandeling de beste, en aan het oogmerk der Maatschappye voldoende gekeurd zal worden, biedt de Maatschappy een gouden Penning aan, ter waarde van honderd en vijftig Guldens.

De Verhandelingen moeten zijn in de Nederduitsche of Latijnsche Taal, met eene duidelyke hand van iemand, die geen Lid der Maatschappye is, afgeschreven.

Iedere Verhandeling moet, met een Zinspreuk geteekend, besloten worden in een verzegelden omslag; welke den Titel en de Zinspreuk der Verhandeling ten opschrift heeft. Hierby moet gevoegd worden een gezegeld Briefje, in het welk de naam, waardigheid en woonplaats van den Schryver, en boven op het welk de Zinspreuk der Verhandeling geschreven is.

Het een en ander moet, in een buiten omslag, ten tyde, hier boven bepaald, bezorgd zijn in handen van den tegenwoordigen Sekretaris der Maatschappye Jan de Kruyff, of den Briefschryver Mr. Jacob Arnout Clignett beide woonende te Leyden.

Voor het overige zijn de Wetten, volgens welke de Maatschappy naar eenen Prijs laat schryven te vinden in het tweede Deel van de Werken der Maatschappye.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken