Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1844 (1844)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.49 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1844

(1844)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

IV.

De Maatschappij heeft op eene harer Prijsvragen, uit het vak der Welsprekendheid uitgeschreven in 1842 (Handd. van d. j. bl. 56):

Wordt gevraagd, als proeve van Levensbeschrijving: eene biographie van Petrus Cunaeus (1586-1638),

wier termijn den laatsten December jl. verstreken was, een uitvoerig antwoord ontvangen, en wel met deze spreuk geteekend:

Incorruptum judicium posteritatis est: haec suum cuique decus rependit ex vero.
Cunaeus, in Orat. XV. pag. 275. ed. Cellarii, Lipsiae 1720.

Het hier op uitgebragte Praeadvijs, geput uit de advijzen der beoordeelaars, luidt dus:

‘Alle de vijf beoordeelaars gewagen met lof van de groote moeite en ongemeene vlijt, door den Schrijver aan de bijeenzameling van bouwstoffen voor de levensbeschrijving van Cunaeus besteed. Doch veel minder gunstig is hun eenparig oordeel over de wijze, waarop hij die bouwstoffen ge-
[pagina 69]
[p. 69]
bruikt heeft. De chronologische orde, waarin hij de lotgevallen en verrigtingen van Cunaeus, niet slechts van jaar tot jaar, maar van maand tot maand, ja somwijlen zelfs schier van dag tot dag, grootendeels met Cunaeus eigene woorden, niet altijd even gelukkig uit het Latijn vertaald, heeft opgeteekend, en waarbij hij niet zelden tot onbeduidende bijzonderheden is afgedaald, heeft in hun oog weinig behagelijks. Het is hun voorgekomen, dat de Schrijver het beeld van Cunaeus zelf niet met de vereischte levendigheid heeft voor den geest gehad, en althans niet geslaagd is, om hetzelve met fiksche en krachtige trekken voor zijne lezers te schetsen. Als proeve van stijl, eindelijk, welke door de Maatschappij insgelijks gevorderd werd, heeft het stuk in hun oog nog mindere waarde, en voldoet in geenen deele aan den wensch der Maatschappij. Om alle deze redenen zijn zij dan ook eenstemmig van oordeel, dat de ingezondene levensbeschrijving op bekrooning geene aanspraak kan maken.’

Met dit praeadvijs heeft zich de Vergadering eenstemmig vereenigd.

Op de andere harer Prijsvragen uit het zelfde vak, wier termijn tenzelfden tijde eindigde:

‘Is de zoogenaamde Romantische schrijftrant geschikt voor het Hollandsch karakter?’

is mede één antwoord ingekomen, geteekend met deze spreuk:

[pagina 70]
[p. 70]
Alles wat strekt om de vermaken der ziele aan te kweeken, als onderscheiden van die der zinnen, mag aangemerkt worden als eene onderschool der zedekunde, waar de ziel beschaafd en tot hoogere vatbaarheden opgeleid wordt. Sholers.

Hieromtrent luidde het praeadvijs aldus:

‘Alle beoordeelaars komen overeen, dat de schrijver van dit, 27 bladzijden in klein 4to bevattende stukje, omtrent het doel der vraag geheel heeft misgetast, en dat ook in den zin, waarin hij de vraag heeft opgevat, zijn geschrift als hoogst oppervlakkig en onbeduidend beschouwd moet worden. Het behoeft dus wel naauwelijks melding, dat hunne uitspraak volstrekt afkeurend is.’

En hiermede stemde, natuurlijk, de Vergadering in.

De Naambriefjes zijn later ongeopend vernietigd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken