Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1882 (1882)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.16 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1882

(1882)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1801-1900]–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

VII.

Te kwart vóór tweeën heropent de Voorzitter de Vergadering en geeft het woord aan Prof. De Vries, om het voorstel van het Bestuur aangaande de Transvaalsche taalquaestie te ontvouwen en toetelichten.

De Heer De Vries deelt mede, dat hij eenigen tijd geleden als Oud-Voorzitter der Maatschappij een schrijven heeft ontvangen van Prof. Mr. P. Harting te Utrecht, die op het gevaar wees, dat de Nederlandsche taal in Zuid-Afrika dreigt, en de vraag opperde, of het niet op den weg der Maatschappij ligt, iets tot het behoud onzer taal in die streken te doen. Dit denkbeeld vond al dadelijk instemming bij Bestuurderen, die, na de Maandelijksche Vergadering geraadpleegd te hebben, eene commissie uit hun midden benoemden, bestaande uit de Heeren Fruin, De Vries en Kern, om de zaak te bespreken en een voorstel daaromtrent te doen. De Heer De Vries zet verder uiteen, tot welke inzichten de Commissie gekomen is. Er bestaat in Zuid-Afrika niet alleen een strijd tusschen het Engelsch en het Nederlandsch, maar ook tusschen het klassieke Nederlandsch en het zoogenaamde Afrikaansch-Hollandsch. De Commissie heeft begrepen, dat waar er strijd tusschen twee vormen eener zelfde taal bestaat, geen tusschenkomst mogelijk is. Zulk een proces moet zijn natuurlijk verloop hebben. De Maatschappij moet dus niet

[pagina 72]
[p. 72]

de minste poging doen, om het Afrikaansch door het klassieke Nederlandsch te vervangen; m.a.w. onze taal aan onze gindsche stamverwanten optedringen. Wel is het van belang, dat zij onder hen bekend blijve, en dat kennis en beschaving hun door onze taal worde toegevoerd. Dit zal eene broederlijke verhouding bevorderen en den band tusschen hen en ons nauwer aanhalen. Daarenboven echter zal de Afrikaansche taal, naarmate zij zich ontwikkelt, voortdurend nieuwe woorden en uitdrukkingen noodig hebben, en het is van het hoogste belang, dat haar die door het klassieke Hollandsch worden verschaft. Ons eerste streven moet dus zijn onze taal in Zuid-Afrika zooveel mogelijk bekend te doen worden. Daarom stellen Bestuurderen voor, dat de Maatschappij eene bibliotheek van goede Nederlandsche boeken zal trachten bijeen te brengen, bij voorkeur de beste voortbrengselen onzer letterkunde uit de 17e, 18e en 19e eeuw, en populair-wetenschappelijke boeken, in goed Nederlandsch geschreven, en die aan het Bestuur van de Transvaal-Republiek aan te bieden. Wanneer dit voorstel goedgekeurd wordt, dan zal aan al de leden eene oproeping gezonden worden, om tot dat doel eenige boeken en, desverkiezende, eene zekere som gelds af te staan. Het Bestuur zal reeds dadelijk onder de aanwezige Leden eene lijst laten rondgaan, waarop zij, die dit wenschen, voor een zeker bedrag kunnen teekenen. Ten slotte merkt de heer De Vries op, dat bij de keuze der te zenden boeken ten strengste de eigenaardige godsdienstige begrippen onzer Afrikaansche stamgenooten dienen geëerbiedigd te worden. Het Bestuur behoudt zich derhalve voor, de ingekomen boeken te ziften, en die, welke minder geschikt mochten blijken, achter te houden, om ze later ten bate der Transvaal te verkoopen.

[pagina 73]
[p. 73]

De Voorzitter dankt den heer De Vries voor de gesproken woorden, en geeft het eerst het woord aan den heer Hamelberg, Oud-Consul-Generaal van den Oranje-Vrijstaat, om zijne meening over deze zaak mede te deelen.

De heer Hamelberg vereenigt zich volkomen met de zienswijze van Bestuurderen. Ook hij acht het van groot belang, dat er in de Transvaal en den Oranje-Vrijstaat eene Nederlandsche volksbibliotheek besta. In den laatsten staat is reeds sedert eenigen tijd eene aanzienlijke bibliotheek gevormd, waarvan zeer ijverig gebruik wordt gemaakt. Hij vertrouwt, dat dit voorbeeld door de Regeering der Transvaal zal worden gevolgd. Ten zeerste juicht hij het denkbeeld van Bestuurderen toe, alle boeken te weren, die de godsdienstige opvatting van de Transvaalders zouden kunnen kwetsen, en in geen enkel opzicht pressie op hen te oefenen.

De heer Quarles van Ufford betuigt eveneens zijne ingenomenheid met het gehoorde. Hij wenscht echter de vraag te opperen, of eene openbare bibliotheek in de Transvaal wel hetzelfde nut zou stichten, als in den Oranje-Vrijstaat, aangezien in dezen laatsten de bevolking misschien minder verspreid woont, dan in de Transvaal.

De heer Hamelberg gelooft niet, dat dit onderscheid zoo groot is; alleen is de bevolking van den Vrijstaat misschien meer ontwikkeld dan de Transvaalders. De boeren komen op zekere tijden van hunne woningen naar de dorpen en nemen dan de boeken mede. Dit zou in de Transvaal eveneens kunnen gebeuren.

De heer Hartevelt vraagt, of de boeren het Nederlandsch goed verstaan.

De heer Hamelberg antwoordt, dat zij althans den Hollandschen bijbel verstaan. Zij kennen trouwens geen andere taal dan Hollandsch, want Engelsch lezen zij volstrekt niet.

[pagina 74]
[p. 74]

De heer Kern zegt dat de couranten, welke in de Transvaal worden uitgegeven, volkomen goed Hollandsch bevatten, en dat daarmede de vraag reeds is beantwoord.

De heer Musschenbroek geeft in bedenking, van ieder boek meer dan één exemplaar naar de Transvaal te zenden.

De heer De Vries merkt op, dat het voorstel de strekking heeft, in de eerste plaats eene boekverzameling aan de Regeering der Transvaal aan te bieden. Als er boeken overschieten, dan zal men die aan den Oranje-Vrijstaat en aan de Kaapkolonie aanbieden. Mochten er dan nog overtollige exemplaren zijn, dan zou men meer dan één exemplaar van die boeken aan de Transvaal kunnen zenden.

Daarna wordt het voorstel van Bestuurderen bij acclamatie aangenomen. De heer De Vries richt een woord van opwekking tot de Vergadering om dit vaderlandsch besluit te steunen door het zenden van boeken en door op de lijst te teekenen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken