Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1922

[p. 58]

Bijlage V.

Rekening en Verantwoording van den Penningmeester, over het jaar 1921.

A. Algemeene rekening.

	Ontvangsten.
I.	Saldo der rekening over 1920	ƒ2056,71
II.	Ontvangsten behoorende tot vorige dienstjaren (contributies)	ƒ 110,17^5
III.	Opbrengst van bezittingen, ten deele voortgekomen uit de legaten Buma, Verbrugge, Van Vollenhoven, Hamelberg, Suringar, Fruin, De Fremery, Netscher en Verdam	ƒ 494,07
IV.	Verkoop Handelingen en Levensberichten	ƒ 23,50
V.	Bijdragen in de kosten van den maaltijd	ƒ 169,90
VI.	Contributiën 1921/22	ƒ 5840,50
		______
	Totaal der ontvangsten	ƒ 8694,85^5

[p. 59]

	Uitgaven.
I.	Uitgave behoorende tot het vorige dienstjaar (kosten Comm. v. Gesch.- en Oudheidk.)	ƒ 25,-
II.	Kosten van bestuur	ƒ 1470,18^5
III.	Kosten der algemeene en maandelijksche vergaderingen	ƒ 441,70
IV.	Kosten der vaste Commissiën	ƒ 25,-
V.	Kosten van geschriften door de Maatschappij uitgegeven	ƒ 2088,85
VI.	Kosten der Bibliotheek	ƒ 1499,94^5
VI.	Bijdragen: aan het Vondel-Museum ƒ 5.-; aan de Boekencommissie v.h.A.N.V. ƒ 10.-; aan het Openlucht-Museum ƒ5.-	ƒ 20,-
VII.	Prijs Schoone Letteren	ƒ 1000,-
		______
	Totaal der uitgaven	ƒ 6570,68

	Recapitulatie.
	Totaal der ontvangsten	ƒ 8694,85^5
	Totaal der uitgaven	ƒ 6570,68
		______
	Batig saldo van het dienstjaar	ƒ 2124,17^5

Aldus opgemaakt door den Penningmeester:

(w.g.) J. Heinsius.

Leiden, 11 April 1922.

Gezien en goedgekeurd door het Bestuur:

(w.g.) J.W. Muller.

(w.g.) R.v.d. Meulen.

Leiden, 15 April 1922.

Gezien en goedgekeurd door de gecommitt.

Leden:

(w.g.) N.J. Beversen.

(w.g.) N.J. Krom.

Leiden, 28 April 1922.

[p. 60]

Rekening en Verantwoording van den Penningmeester, over het jaar 1921.
B. Rekening van het Vaste Fonds.

	Ontvangsten.	Kapitalisatie.	Vlottend.
I.	Saldo der rekening over 1920	ƒ 25,64^5	ƒ 801,33
II.	Rente van het Fonds: 1/2 jaar rente van ƒ 20400 Inschr. Grootb. Nat. Schuld 2 1/2 %	ƒ 63,02^5	ƒ 189,07^5
	1/2 jaar rente van ƒ 20400 Inschr. Grootb. Nat. Schuld 2 1/2 %	ƒ 63,33	ƒ 190,-
III.	Rente van op de Leidsche Spaarbank belegde kasgelden		ƒ 26,90^5
		______	______
	Totaal der ontvangsten	ƒ 152,-	ƒ 1207,31

[p. 61]

	Uitgaven.	Kapitalisatie.	Vlottend.
I.	Belegging van gelden	ƒ 149,69
II.	Subsidies: Aan de Comm. v.d. Geschiedk. Atlas, het negende 1/10 gedeelte van het toegestaan subsidie		ƒ 50,10
	aan de Comm. v. Geschied- en Oudheidk., tweede termijn v.h. honor. v.d. samenst. v. een suppl. op 't Repert. Vad. Gesch. 1911-'20		ƒ 75,-
	aan de Comm. v.h. Boerenhuis in Nederl., tweede 1/3 gedeelte van het toegestaan subsidie		ƒ 40,-
	aan de firma E.J. Brill voor slotaflevering v.d. Everaert-uitgaaf		ƒ 400,-
	aan dezelfde, aandeel d. Maatschappij in de extra-correctiekosten dier afl.		ƒ 50,-
	aan dezelfde, 1ste van vijf subsidies voor de uitgave van het Tijdschr. v. Ned. Taal- en Letterkunde		ƒ 37,50
		______	______
	Totaal der uitgaven	ƒ 149,69	ƒ 652,60

	Recapitulatie.
	Totaal der ontvangsten	ƒ 152,-	ƒ 1207,31
	Totaal der uitgaven	ƒ 149,69	ƒ 652,60
		______	______
	Batig saldo van het dienstjaar	ƒ 2,31	ƒ 554,71

Aldus opgemaakt door den Penningmeester:

(w.g.) J. Heinsius.

Leiden, 11 April 1922.

Gezien en goedgekeurd door het Bestuur:

(w.g.) J.W. Muller.

(w.g.) R.v.d. Meulen.

Leiden, 15 April 1922.

Gezien en goedgekeurd door de gecommitt

Leden:

(w.g.) N.J. Beversen.

(w.g.) N.J. Krom.

Leiden, 28 April 1922.