Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1968 (1968)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1968

(1968)– [tijdschrift] Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde [1901-2000]–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Verslagen

[pagina 3]
[p. 3]

Verslag van de jaarvergadering te Leiden op 22 juni 1968

De beschrijvingsbrief ging vergezeld van de volgende mededeling van de secretaris:

U ontvangt hierbij de agenda (met bijlagen) voor onze jaarvergadering. Namens het bestuur nodig ik U uit deze vergadering bij te wonen.

Enkele mededelingen wil ik er aan toevoegen:

1. De U hierbij ter kennis gebrachte gegevens dienen geheim te worden gehouden tot de jaarvergadering officieel is gesloten.

2. Zoals gebruikelijk zal U een kopje koffie worden aangeboden tussen 10 uur en 10.30.

3. Aan de gemeenschappelijke koffietafel in Restaurant Van der Heijden (Breestraat 85) zijn voor U géén kosten verbonden (tenzij U iets anders wenst te drinken dan koffie).

4. De kosten van de maaltijd na afloop van de vergadering in hetzelfde restaurant om ongeveer 17 uur, bedragen (incl. 1 apéritief en 1 glas wijn) f. 20.- per persoon.

5. Zowel voor het noenmaal als voor de maaltijd gelieve U zich tijdig op te geven en te betalen vóór 18 juni. Betaling dient vóór die datum te geschieden op postrekening 9200 van de Amro-Bank te Leiden, met vermelding: voor jaarvergadering Mij. Letterkunde. Ik doe een beroep op U mede te werken aan een vlotte afwikkeling.

6. Tenslotte: er zullen vele leden verhinderd zijn deze vergadering bij te wonen. (Willen zij, evenals vorige jaren, toch hun stem uitbrengen?). Ik breng hen - en in het bijzonder de zieken en hoogbejaarden - de groeten over van het bestuur.

 

JAARVERGADERING op zaterdag 22 juni 1968 te Leiden, in het Academiegebouw, zaal XI, Rapenburg 73. Aanvang 10.30 uur.

 

Orde der werkzaamheden:

 

1.Opening door de voorzitter, de heer Dr. P.J. Meertens.
2.Verslag van de staat der Maatschappij en van haar belangrijkste lotgevallen en handelingen gedurende het jaar 1967/68 (zie bijlage).
3.Verslag van de Noordelijke afdeling over het jaar 1967/1968 (zie bijlage).
4.Verslag aangaande Zuid-Afrika over het jaar 1967 (zie bijlage).
5.Verslag van de bibliothecaris over het jaar 1967 (zie bijlage).
6.Rekening en verantwoording van de penningmeester over het jaar 1967 (Met rapport van de Kascommissie. Zie bijlagen).
7.Verslagen van de vaste commissies over het jaar 1967/68 (zie bijlagen).
[pagina 4]
[p. 4]
8.Bekendmaking van de uitslag der stemming over de te benoemen leden.
9.Vaststelling van de jaarlijkse bijdrage. Het bestuur stelt voor deze te handhaven op f. 20.-.
10.Stemming over de toekenning van de Lucy B. en C.W. van der Hoogt-prijs 1968.
11.Verkiezing van bestuursleden (zie bijgevoegd stembiljet).
12.Verkiezing van leden in de vaste commissies (zie bijgevoegd stembiljet).
13.Voordracht door de heer Dr. C.W. Mönnich over: De romantische opzet van Dionysius de Areopagiet.
14.Mededelingen van het bestuur.
15.Verkiezing van een voorzitter.
16.Rondvraag.

 

Aanwezig waren 56 leden. Nadat de voorzitter de vergadering geopend en de aanwezigen welkom had geheten worden gezamenlijk de leden herdacht die ons in het afgelopen jaar door de dood ontvielen: de ereleden Th. Frings, F.K.H. Kossmann en J. Kuypers en de leden B. Becker, H. van den Bergh, F.D.K. Bosch, A. Clerx, D. Cohen, L. Delfos, O. van Eck, W. Foerste, J.M. Gantois, R. van Gulik, C.C. ter Haar, H.C. Hazewinkel, C. Huysmans, J.W. Jacobs, P. Kemp, G. Knuttel, F. van Leeuwen, J. Mens, I.W. van der Merwe, J.W. Meijer Ranneft, P. Minderaa, D.P. Oosterbaan, M.D. Ozinga, J.E. van der Pot, P.J. Risseeuw, R. Roemans, D. Roggen, F. Schurer, H. Uyttersprot en H. Vangassen.

Vervolgens hield de voorzitter zich bezig met de ‘Stiefkinderen van de letterkunde’ - de tekst van deze rede werd in dit Jaarboek opgenomen - waarna hij de, reeds schriftelijk door de secretaris aan de leden meegedeelde, moeilijkheden onderstreepte, die ondervonden waren bij het vermenigvuldigen van de stukken voor deze jaarvergadering. De ziekte van degene, die hiervoor reeds enkele jaren zorgde, liet zich aanvankelijk niet ernstig aanzien; maar toen aangenomen moest worden dat hij zijn werk dit jaar niet zou kunnen voltooien was het uiterst moeilijk een bedrijf te vinden dat wilde invallen en met spoed de opdracht wilde afwerken. Voor de leden in Europa was alles nog juist op tijd klaar; maar voor de overige leden kwamen de stukken te laat. Vanzelfsprekend was dit een geval van overmacht, waarvoor niemand schuld treft, maar er zal toch getracht worden eventueel dergelijke ‘gebeurtenissen’ voortaan op te kunnen vangen. De voorzitter gaf daarna het woord aan de sekretaris van de Commissie voor het Jaarboek, Dr. B.A. van Proosdij, die uiteenzette dat het uitblijven van het jaarboek 1966/67 te wijten was aan een - gelukkig tijdelijke - persoonlijke inzinking. Hij zegde toe dat het jaarboek vóór het einde van juli zou verschijnen. De voorzitter betreurde het dat de

[pagina 5]
[p. 5]

heer Van Proosdij noch de Commissie noch het bestuur van de moeilijkheden op de hoogte had gebracht. Het bestuur zal maatregelen nemen om het jaarboek weer op tijd te laten verschijnen.

Daarna werden de verslagen, vermeld onder punt 2-7 van de beschrijvingsbrief, aan de orde gesteld.

Naar aanleiding van de mededeling in het verslag van het bestuur dat overwogen wordt een buitengewone algemene ledenvergadering bijeen te roepen ten einde van gedachten te wisselen over de toekomst van de Maatschappij bepleitte de heer G. Kamphuis een grondige voorbereiding en vroegtijdige bekendmaking van deze vergadering.

Toen de voorzitter opmerkte dat er wel rapporten waren ingediend, maar dat die het bestuur niet geheel bevredigden en toen, daarbij aansluitend, de secretaris het voorstel deed de datum van de vergadering minstens 2 maanden tevoren bekend te maken deelde de heer Dr. J.G. Bomhoff mee dat hij de indruk had dat de leden aan het lijntje werden gehouden. Datzelfde gold, volgens hem, ook voor de openbare vergadering over de spellingkwestie. De secretaris deelde mee dat de beide leden die de motie over de spellingkwestie hebben ingediend, met het uitstel akkoord zijn gegaan. De voorzitter verzekerde dat van dit uitstel beslist geen afstel zal komen, maar - dit n.a.v. een vraag van de heer J.W. Hofstra of we al niet te laat waren - dat we deze vergadering ook niet te vroeg moeten houden. Op een vraag van de heer A.L.I. Sivirsky of er pre-adviezen uitgebracht zouden moeten worden stelde de voorzitter dat hij daarvan het nut niet kon inzien, maar dat eventuele moties vanzelfsprekend zouden worden overgebracht. Nadat de vergadering er mee instemde dat het bestuur naar bevind van zaken zal handelen vestigde de heer Hofstra er nog uitdrukkelijk de aandacht op dat radio, televisie en pers niet alleen moeten worden uitgenodigd, maar ook goed moeten worden geïnstrueerd.

Naar aanleiding van de verantwoording van de penningmeester, ontstond een gesprek over het geldbedrag dat verbonden was aan de door de Maatschappij toegekende prijzen. De heer J.W. Hofstra opende het debat met de stelling dat in deze tijd bedragen van f. 500.- en f. 1000.- niet méér zijn dan een fooi. De voorzitter onderschreef dit beslist niet: 't gaat om de onderscheiding en de heer J.A. Meijers viel hem daarin bij. De heer Hofstra merkte op dat we allemaal wel ‘gestes’ kunnen maken, maar daar gaat het niet om. Deze bedragen zijn bijna symbolisch; geef dan liever geen geld, maar b.v. een penning. De heren Dr. J.G. Bomhoff

[pagina 6]
[p. 6]

en G. Kamphuis waren het wel, zij het op verschillende gronden, met de heer Hofstra eens. Misschien kan er iets op gevonden worden door b.v. de Van der Hoogt-prijs om de 2 jaar toe te kennen. Te meer omdat de penningmeester, naar aanleiding van een opmerking van de heer Dr. G. Kazemier, opmerkte dat een betere belegging van de verschillende fondsen op het ogenblik niet mogelijk was.

De genoemde verslagen werden daarna onveranderd goedgekeurd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken