Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1973

3. Verslag van de noordelijke afdeling over het jaar 1972-1973

Tijdens het verslagjaar werden op de gewone maandvergaderingen de volgende lezingen gehouden:

11 maart 1972: dr. A.C. Honders. Kerk- en bijbeltaal in het werk van Achterberg.

7 oktober 1972: mr. H.T. Obreen, De oorlog van 1672 en zijn weerslag in Friesland.

9 december 1972: dr. F. Jansonius, De literaire stijl van Huizinga.

13 januari 1973: C. Boschma, Verleden en actualiteit van het Fries Museum.

10 februari 1973: dr. J.J.A. Mooij, Waarderingsproblemen, speciaal in verband met literaire werken.

10 maart 1973: dr. J. Wit, Rhythmische systemen en impulsen in de Nederlandse poézie.

Op 29 april 1972 was het merendeel van de leden aanwezig op de ter gelegenheid van het vijfde lustrum der Afdeling in de aula der Rijksuniversiteit te Groningen gehouden ledenvergadering van de Maatschappij. Diezelfde dag opende de voorzitter de ter gelegenheid van dit lustrum door de Afdeling ingerichte eretentoonstelling van het literaire en beeldende werk van Hendrik de Vries in de expositieruimte van het Instituut voor Kunsthistorie van de Rijksuniversiteit te Groningen. Hendrik de Vries gaf op deze door een vrij groot aantal leden bezochte bijeenkomst een korte beschouwing over zijn scheppende arbeid. De expositie werd

[p. 251]

op 27 mei 1972 naar Leeuwarden verplaatst, waar de voorzitter de opening verrichtte in Boekhandel De Tille en C.J. Kelk een kenschets gaf van De Vries' werk.

Op de buitengewone vergadering, gehouden op 16 november 1972, sprak Rutger Kopland (dr. R.H. van Hoofdakker) over eigen werk voor een enthousiast gehoor van leerlingen van het secundair onderwijs. De belangstelling der leden voor deze werkzaamheid der Afdeling was ook dit jaar gering.

De te Groningen belegde gewone vergaderingen werden bezocht door gemiddeld 16 leden, de bijeenkomst te Leeuwarden werd bijgewoond door zeven leden, waarvan drie uit Friesland. De gemiddelde opkomst van ‘Friese’ leden op deze vergaderingen bedraagt over de laatste 8 jaar drie-en-een-half.

De Afdeling betreurt het overlijden van haar oud-voorzitter, dr. K.H. Heeroma, trouw en actief deelnemer aan haar bijeenkomsten, Dr. J.G. van der Bend verhuisde naar het centrum des lands. Mej. dr. C.E. Visser en F. Dam traden als nieuwe leden der Maatschappij tot de Afdeling toe. Het ledenaantal beloopt thans 84.

Dr. L.J. Engels beëindigde zijn werkzaamheden als penningmeester op 7 oktober 1972 en werd opgevolgd door dr. H.P.H. Jansen. Het bestuur was van 7 oktober 1972 af als volgt samengesteld: Dr. L.S. Meihuizen (voorzitter), dr. Johanna A. Kossmann-Putto (secretaris), dr. H.P.H. Jansen (penningmeester), J. Romijn (assessor).