Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Juffrouw Ruffel en hare zeven geleerde poesjes (ca. 1870-1880)

Informatie terzijde

Titelpagina van Juffrouw Ruffel en hare zeven geleerde poesjes
Afbeelding van Juffrouw Ruffel en hare zeven geleerde poesjesToon afbeelding van titelpagina van Juffrouw Ruffel en hare zeven geleerde poesjes

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.85 MB)

XML (0.01 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie
jeugdliteratuur

Subgenre

gedichten / dichtbundel
plaatwerk / prentenboek
dierenverhaal/-epos


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Juffrouw Ruffel en hare zeven geleerde poesjes

(ca. 1870-1880)–Anoniem Juffrouw Ruffel en hare zeven geleerde poesjes –rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige
[pagina 2]
[p. 2]


illustratie



illustratie

[pagina 3]
[p. 3]

Juffrouw Ruffel.

 
Juffrouw Ruffel van 't Meer,
 
Was wel oud, maar niet krom,
 
Steeds met de naald in de weer
 
Of aan de wasch, in een kom.
 
Tegen ratten en muis
 
Ging ze duchtig te keer,
 
En zeven katten in huis
 
Hield Juffrouw Ruffel van 't Meer.
[pagina 4]
[p. 4]
 
Rat en muis vlood ras heen
 
Voor die vlugge armee;
 
Maar ook daardoor meteen
 
Namen ze d' arbeid juist mee.
 
Maar daar zij niet wenscht
 
dat men ledigheid leer',
 
Zendt ze de katten naar school,
 
Juffrouw Ruffel van 't Meer.
 
 
 
Nu verveelt ze zich dra,
 
't Is zoo eenzaam en stil:
 
Ras verlangt zij er na',
 
Dat zij ze thuis hebben wil.
 
Elk in een jol,
 
daar keeren ze weer,
 
Nu is zij weer vroolijk,
 
Juffrouw Ruffel van 't Meer.
[pagina 5]
[p. 5]
 


illustratie

 


illustratie

[pagina 6]
[p. 6]
 


illustratie

 


illustratie

[pagina 7]
[p. 7]
 
Voor een keurig onthaal
 
Gaat ze even op reis;
 
Doch de poesjes, brutaal,
 
Rijden schaatsen op 't ijs.
 
‘Straks valt er nog een!....
 
misschien nog wel meer,
 
Gewed om een gulden!’
 
zegt Juffrouw Ruffel van 't Meer.
 
 
 
Nu bereidt zij 't gebak,
 
Zendt de katten van huis.
 
Maar daar brengen ze strak
 
Een ziek lammetje thuis.
 
‘Wat zijt gij meedoogend,
 
gij doet mij veel eer,
 
Gij krijgt elk een sprotje,’
 
zegt Juffrouw Ruffel van 't Meer.
[pagina 8]
[p. 8]
 
De vrouw zat in den brand,
 
Hoe kwam ze aan een min? -
 
De katten.... warmen 't ledikant
 
En leggen 't lam er ook in.
 
Na vruchteloos draven,
 
nu heen en dan weer,
 
Komt ze ademloos thuis,
 
Juffrouw Ruffel van 't Meer.
 
 
 
's Morgens voor dag en voor dauw
 
Vond ze nergens een kat,
 
Die waren, vlug en gauw,
 
Met hun allen op 't pad.
 
Hoe zij nu ook riep:
 
‘Komt, poesjes! komt weer!’
 
Geen poes die er antwoordt
 
Juffrouw Ruffel van 't Meer.
[pagina 9]
[p. 9]
 


illustratie

 


illustratie

[pagina 10]
[p. 10]
 


illustratie

 


illustratie

[pagina 11]
[p. 11]
 
Treurig en ontroostbaar
 
Weent ze een tranenvloed.
 
Maar zie, wat verschijnt haar?....
 
Daar naadren de katten met spoed.
 
Elk op een schaap,
 
te paard als een heer,
 
‘Weest welkom, mijn liefjes!’
 
zegt Juffrouw Ruffel van 't Meer.
 
 
 
Haar vreugd had geen grens,
 
Nu had ze haar zin.
 
Vervuld was haar wensch,
 
Het lam had een min.
 
En al deed, van de jicht,
 
haar been nog zoo zeer,
 
Zij danst blijde in 't ronde,
 
Juffrouw Ruffel van 't Meer.
[pagina 12]
[p. 12]
 
Zoodra de pachter vernam.
 
Wie zijn schapen ontstal,
 
Gezwind hoed en stok nam,
 
Zijn hond de wacht aanbeval.
 
Hij klopt met zijn staf
 
wel meer dan twee keer,
 
En zij keek door 't venster,
 
Juffrouw Ruffel van 't Meer.
 
 
 
Hij rijdt de katten naar huis,
 
Leidt zelf 't paard bij den toom,
 
Geeft ze ieder een veldmuis
 
En aardbeienroom.
 
‘Nu,’ zegt hij, ‘toon 'k u
 
het goed van mijn Heer,
 
‘Alles ter eere der katten
 
van Juffrouw Ruffel van 't Meer.’
[pagina 13]
[p. 13]
 


illustratie

 


illustratie

[pagina 14]
[p. 14]
 


illustratie

 


illustratie

[pagina 15]
[p. 15]
 
Toen men bij 't hoenderhok stond,
 
En de pachter zich wend',
 
Vloog iedre kat (op een gans) van den grond
 
En maakte zijn compliment.
 
In zee strijken eindlijk
 
de katten ter neer,
 
En druipnat waren de katten
 
van Juffrouw Ruffel van 't Meer.
 
 
 
Voor de zorg van zijn lam
 
En hun vroolijk humeur,
 
Gaf hun de pachter een ham
 
En leidde hen uit tot de deur.
 
‘Vaartwel, lieve katjes!
 
'k hoop, ik zie u nog weer,
 
Doet vooral mijne groeten
 
aan Juffrouw Ruffel van 't Meer.’
[pagina 16]
[p. 16]
 
Nu zich vergast aan 't maal,
 
Dat de Juffrouw hun schonk.
 
Zij deden eer aan 't onthaal
 
En leegden menigen dronk.
 
‘Lang mogen wij leven,
 
vernoegd als weleer,
 
‘Dat wenscht u, mijn liefjes!
 
Juffrouw Ruffel van 't Meer.’
[pagina 17]
[p. 17]
 


illustratie


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken