Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den vermakelycken opdisser. Deel 2 (1677)

Informatie terzijde

Titelpagina van Den vermakelycken opdisser. Deel 2
Afbeelding van Den vermakelycken opdisser. Deel 2Toon afbeelding van titelpagina van Den vermakelycken opdisser. Deel 2

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.65 MB)

Scans (15.05 MB)

XML (0.12 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den vermakelycken opdisser. Deel 2

(1677)–Anoniem Koddigen opdisser, Den–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Eenige oude reliquien,

Die de Catholijcken terwijl de Franse binnen Utrecht geweest zijn in den Dom weder op-gezocht en te voorschijn gebracht hebben, tot welcker verheerlickinge op heden veel Silvere Dosen gereet gemaakt worden.

Tot troost aller gehoorsame Catholijcken, en opweckingh aller Ketters opgetekent, en door order van den Hertogh van Luxenburgh te voorschijn ghebracht.

1.HEt Wiegeliet van Goliath, op vijf Stemmen.
2.Het Krul-yzer van Ezau, daer hy sijn hair mede pleeg te krullen.
[pagina 2]
[p. 2]
3.De Sondagse Koussen, en Scheen-stricken van den Rijcken Man.
4.Het Schoots-vel, dat de Slager voor hadde, doen hy op de wederkomst van de verloren Soon het gemeste Kalf slachtte:
5.Een Tak van de Boom daar Absalon zich aen verhangen heeft.
6.Een achter-bout uyt de magere Keucken van Egypten.
7.Een Servet, die de Bruyd'gom op de Bruyloft van Cana in Galileen gebruyckt heeft.
8.De Hamer en het Anbeelt van Tubal Cain, met Elpenbeen ingeleyt.
9.De Pantoffelen die Elisabeth aan hadde als sy Maria besocht.
10.Simsons Jacht-boek, in Folio gedrukt, en in Octavo gebonden,
[pagina 3]
[p. 3]
11.De Steert van Bileams Ezel, met groene Franje geboort.
12.De Snoer die Juda by Thamar, op discretie, te pande liet.
13.Een kleyn Flesjen vol Maeghde-tranen van Jephta's Dochter met haer Gespeelen, die sy gestort hebben als sy hare Maeghdom beweende. Doch is zeer beschimmelt en meest wech gedrooght.
14.Een Bondel van de Vlas-stoppelen, daer onder de Hoere Rachab de Verspieders van Canaan versteken hadde.
15.Een Paer Vosse-steerten, tusschen welcke de brandende Fackel heeft gezeten als Simson het Koorn van de Philistijnen aenstack.
16.Het Lapjen van Josephs Mantel, dat hy in de handt
[pagina 4]
[p. 4]
van Potiphars Vrou heeft gelaten, als sy hem tot onkuysheyt verzocht.
17.Josephs Droom-boeck, met wonderlicke Caracters geschreven.
18.Een Klaau van St, Hieronymus Leeu, nevens eenige hairen uyt des selven Knevel-baart:
19.Een uytgedroogde Luys, die in de Onder-kous des Konings Pharao heeft gezeten.
20.Het mes daar met Delila Samson op sijn Frans geschoren heeft.
21.Het Dans-boek van Herodes Dochter, nevens een beschrijving van de Capriolen die sy voor haar Vader gedaan heeft.
22.Absaloms Poeyer-Busch en Pomade-Doos, van Saccurdanen-hout gemaakt, en met cierlik beeltwerck
[pagina 5]
[p. 5]
ingeleyt, onder welck een gezicht met oplichtend Blik en een paar Ezels-ooren zeer konstigh vertoont worden.
23.Ismaëls Jacht kleet, en Swijn-spriet. Het kleet is na de mode met een kort lijf en lange schooten, van Hazen-hair geweven, en met Harte-pooten geborduurt: maer de Swijn-spriet is van Ebben-hout met silver ingeleyt, en de punt des selven is van fijn Veneets glas.
24.Aarons Smelt-kroes, waar mede hy het goude Kalf heeft gegoten.
25.Een strengetje Hair uyt Cajaphas baert.
26.Een stuck van Iudas darmen, die hem ontvallen zijn als hy opgeborsten is. Als mede de Beurs waer in hy de Silverlingen bewaerde.
[pagina 6]
[p. 6]
27.Het Ontleedt-mes, daer mede de Discipel te Emaus de Visch voor-gedient heeft.
28.Een kleyn Tractaatjen, met Hebreeusche letteren, handelende van 't Gedult in den Huwelicken Staet, door Urias beschreven doen hem de horens opgezet wierden. Hier by is gebonden, des Koning Davids Compliment-brieven aan Bathseba geschreven.
29.Een bosjen Hoy, door de drie Wijzen uyt Oosten van het vee-voeder overgehouden.
30.Een Steel van Iosephs Timmer-bijl.
31.Niet weynig van St. Ursels groote Mantel, waer onder sy elf duyzent Maagden konde verbergen.
32.De Reeckening van den Onrechtveerdigen Rent-meester, nevens de Balans des selven, tot waerschouwing sijner Broederen in 't licht gegeven.
[pagina 7]
[p. 7]
33.De Heyr-bijl en Stormhoet van den Iongelingh, die in den Hof by den Olijfberg naakt wech vloodt.
34.Twee van de gespickelde Roeden, die Iacob in de Drinck-backen der Beesten leyde.
35.Bileams Mathematisch Instrument.
36.Het scheermes van Nebucadnezar, 't welck hy in de wildernisse gebruyckte, zijnde vry wat verroest, doch evenwel noch zeer scherp.
37.Labans Zack-pijp.
38.Isaaks bonte Rock, daer mede hy zich opschickte.
39.De Zadel des Peerts daer op Mardochai door de straten der stadt heeft omgereden: 't welck op een byzondere manier gestikt is, doch is wat worm-steeckig.
40.Ses van de Zacken met welcke het Koorn uyt het Syrische leger in Samaria is gebracht.
[pagina 8]
[p. 8]
41.Een Steen met den Strick, die Saincte Macarius om sijn hooft heeft gehangen, als hy de vaak verdrijven wilde.
42.Een Doos vol Mouches of swarte Plaestertjes die Jesabel gebruyckte als sy haar optooyde.
43.Adoni-bezeks Luyt daer op hy gespeelt heeft, na dat hem beyde de Duymen afgehouwen waren.
44.Het Complimenteer boeck van Holophernes, waer in alle sijn verliefde zuchten naer het leven in Koper afghebeelt zijn.
45.De Waeyer van de Koningin uyt rijck Arabien, dese is zoo fijn als een Spinnekops-rag te samen gheweven, en met goude draden doorwrocht.
46.De Troffel daar mede Nimrod den eersten steen aan den Babylonischen Toorn geleyt heeft, nevens een
[pagina 9]
[p. 9]
ghedeelte van deselve steen.
47.Iets van het Gelt dat Judas Machabeus tot Ziel-missen na Jerusalem gezonden heeft, 't welck van de Vyanden achterhaelt en genomen is. Dit werdt voor een onwaerdeerbaren schat gehouden, dewijle men aan de Ketters daar mede het Vagevuur kan bewijzen.
48.Een waarachtige Veder, die de Duyvel uyt de Vleugel van den Engel Michaël heeft getrocken, als hy om het lichaem Moses twisteden.
49.De Baart van den Bock die Daniel in een gezichte met den Ram sach strijden.

Dit is het dat kundig is, doch daer zijn noch veel andere dingen, maer alles wort seer stil engeheym gehouden, die Luxenburg niet wil bekent hebben.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken