Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leesidee. Jaargang 4 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leesidee. Jaargang 4
Afbeelding van Leesidee. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Leesidee. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leesidee. Jaargang 4

(1998)– [tijdschrift] Leesidee. Kritisch-bibliografisch tijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 131]
[p. 131]

[Vervolg Recensies]

300 - Sociale wetenschappen

F.R. Ankersmit
Macht door representatie
330.6 / Politieke Filosofie

Met dit boek voltooit de eminente Nederlandse geschiedfilosoof Frank Ankersmit (RU Groningen) zijn briljante trilogie ‘Exploraties’. Het eerste boek, De spiegel van het verleden, (Li 1996, p. 682) concentreerde zich op de historische representatie van de werkelijkheid en bevatte beschouwingen over hoe wij de sociale, politieke en historische werkelijkheid weergeven. In De macht van representatie (Li 1997, p. 232) exploreerde Ankersmit de esthetische representatie. De auteur toonde aan dat het begrip esthetica niet tot het domein van de kunst mag worden beperkt. Die argumentatie liet hem toe de geschiedbeoefening vanuit de esthetica te bekijken.

Deze nieuwe publicatie handelt over de politieke representatie, het hart van onze huidige westerse democratie. Ankersmit ziet heel wat burgers twijfelen over de werking en de transparantie van de democratische instellingen (de fameuze kloof tussen burger en politiek). Net zoals de 18de-eeuwse Engelse politieke denker Edmund Burke, pleit hij voor de autonomie van de volksvertegenwoordiger. Eenmaal verkozen, moet de representant op zijn eigen oordeel afgaan en niet langer op dat van de kiezers. Hun opinies en belangen moeten een ingrediënt zijn in de besluitvorming, maar mogen nooit allesbepalend worden. Zo komt Ankersmit tot het begrip ‘esthetische politieke representatie’, naar analogie met het vorige boek, waarin het kunstwerk als een substituut voor het gerepresenteerde wordt beschouwd. Het bestaan van een kloof tussen burger en politiek is eigen aan ons democratisch systeem.

Om het hedendaagse politieke bestel te doorgronden, richt Ankersmit zijn blik op de overgang van de 18de naar de 19de eeuw, toen het statische, a-historische en rationalistische natuurrechtdenken (Hobbes, Locke, Rousseau) werd vervangen door een dynamische, met historische veranderingen rekening houdende politieke theorie (Marx, Weber, Schumpeter). Via de eigentijdse hertaling van het debat van 200 jaar geleden, legt Ankersmit het wezen van onze bedreigde democratie bloot. De auteur is ongenuanceerd pessimistisch over de huidige samenleving: de sociale zekerheid is failliet, onze tolerantie leidt tot criminaliteit en het economisch bestel tot een ecologische ramp. Volgens Ankersmit kan de crisis van de democratie en de samenleving enkel worden bezworen door politieke partijen die radicaal met het verleden breken en van volgeling tot gids evolueren. In de plaats van de tegenstrijdige wensen van de burgers te verzoenen, moeten de nieuwe politieke partijen uit de vele mogelijkheden een consistente, spitsvondige set selecteren en die beargumenteren en verdedigen bij de burger. Zo zullen de politieke partijen nieuwe stijl de brug slaan tussen burger en staat, tussen representatie en gerepresenteerde.

Ankersmit heeft met zijn Macht door representatie een hoogstaand en uitdagend politiek filosofisch werk geschreven. Zijn tekst is origineel, maar soms nogal hermetisch. Het is een moeilijk boek bestemd voor een gespecialiseerd publiek, maar het is zeer de moeite waard. De trilogie ‘Exploraties’ is nu al uitgegroeid tot een basiswerk van onze historiografie.

[Gunter Bousset]

Pelckmans, 328 p., 990 F

ISBN 90-289-2414-0

Jean Baerten
Voeren 1921-1995 de Belgische democratie op drift
332.2 / Voeren

VUB-professor Baerten benadert de Voerense situatie als historicus en als kenner van de regionale situatie. Wat niet belet dat de toegang tot het Voerense gemeente-archief hem geweigerd werd. Maar gezien hij thuis is in de provinciale archieven van Luik en Limburg kon hij daar de afschriften van de belangrijkste documenten raadplegen. Hij beperkt zich niet tot de actuele controverse, maar gaat in zijn zoektocht terug tot de wortels van de huidige patsituatie, tot het begin van het interbellum toen de taalwetten van 1921 uitgevaardigd werden. Het zou onjuist zijn Voeren te herleiden tot een grensdispuut of een uitzonderingsgeval. Voeren was voor de Franstaligen een testterrein, waar de messen voor de taalstrijd gescherpt werden. De feiten rond Voeren moeten worden aangevuld met een flinke brok achtergrondgeschiedenis om hun volle dimensie te krijgen. Ondanks de overvloed aan details presteerde de auteur het een boeiend stukje moderne geschiedenis uit eigen land verhelderend en prettig leesbaar op papier te zetten. Voor specialisten is er een ruime verwijzing naar het bronnenmateriaal. Maar het ontbreken van een register is een spijtig mankement. Een leerzaam en nog steeds actueel tijdsdocument.

[Marcel Bulckaert]

Baerten, 206 p., 950 F

ISBN 90-75622-02-3

Robert Douliez
Met pensioen, en nu?
324 / Pensioen / Ouderen

Voor sommige mensen is (moeten) stoppen met hun actieve loopbaan een echt verlies. Misschien vinden ze in dit vlot lezende werkje ideeën en bemoediging: je kan nog boeiend leven na je pensioen. De auteur vertrekt vanuit de overtuiging dat blijvend zin geven aan je leven heel erg samenhangt met je nuttig willen maken. In een vierstappenplan geeft hij aan hoe men het verlies van de loopbaan kan verwerken, de nieuwe situatie kan aanvaarden, vanuit de eigen mogelijkheden en competentie op zoek kan gaan om zich nuttig te maken en dit ook effectief aan te pakken. In een bijlage beschrijft hij de waarden (de auteur vond die verwoord in het recente werk van A. Comte-Sponville, Kleine verhandeling over de grote deugden - Li 1997, p. 587) aan de hand waarvan je een harmonieus leven kan leiden.

[Louis de Groof]

Roularta, 158 p., ill., 495 F

ISBN 90-5466-302-2

[pagina 132]
[p. 132]

Jan Kerkhofs
De Europeanen en hun waarden
305.7 / Waardeonderzoek; Europa

Jan Kerkhofs presenteert en becommentarieert in dit boek het rapport van zijn onderzoek European Values Study (EVS) naar de waardebeleving in Europa. Interessant is de vergelijking die voortdurend wordt gemaakt met nagenoeg hetzelfde onderzoek uit 1981, zodat je een goed beeld krijgt van de aan gang zijnde verschuivingen. Centraal staat de vraag naar wat de belangrijkste waarden zijn voor de Europeaan betreffende: gezin en huwelijk, arbeidskwaliteit, een ‘posttraditionele ethiek’ en de beleving van godsdienst en religiositeit.

Je krijgt een duidelijke bevestiging op basis van statistisch onderzoeksmateriaal van wat vandaag bij de mensen leeft. Bovendien krijg je een kijk op de verschillen die in de Europese regio's (Noord-, Zuid-, West-, Centraal-Europa) naar voren komen. Voor sommige items wordt tevens een gedetailleerde vergelijking gemaakt tussen de verschillende landen van West-Europa en voor België wordt dat zelfs doorgetrokken naar de drie gewesten. Interessant zijn ook de talrijke vergelijkingspunten met de resultaten van de waarde-onderzoeken uit Noord-Amerika. Hier komen op meerdere terreinen toch wel zeer verschillende resultaten tot uiting, vooral in de beleving van waarden rond gezin en religiositeit. Dat alles wordt voorafgegaan door een hoofdstuk over de betekenis van waarden en hoe we ze kunnen achterhalen. Het laatste hoofdstuk handelt over hoe de Europeanen over de waarde van Europa denken. Ook hier blijken duidelijke verschillen tussen de onderscheiden regio's en komt vooral de ontgoocheling over de slechte werking van de democratie sterk tot uiting. Kerkhofs besluit dat van een ‘systeem’ van waarden in Europa nauwelijks kan worden gesproken, ‘maar wel van typische spanningsvelden tussen waarden als vrijheid en gelijkheid, persoon en gemeenschap, vrijzinnigheid en gelovigheid, verdraagzaamheid en intolerantie’. Toch blijft de hoop om voort te werken aan de vermenselijking van onze wereld. Dit boek is een rijke schat aan gegevens voor wie betrokken is in vormingswerk, in religieuze of vrijzinnige begeleiding, in politiek en samenlevingsopbouw. Door de begeleidende commentaar overstijgt het onderzoek de gesloten kring van wetenschappers en biedt het een vlotte instap voor een breed geïnteresseerd publiek.

[Willy Deckers]

Davidsfonds, 154 p., ill., 695 F

ISBN 90-6152-606-X

Rudi De Kerpel (sam.)
Omdat het anders moet
330.3 / Politiek En Maatschappij / Maatschappijkritiek

Ondernemer Rudi de Kerpel haalt sterk uit met deze verzameling werkstukken, waarin een serieus brokje aan meningen en interessante bevindingen zijn terug te vinden. ‘Met 5 miljard stevenen we af op een nieuwe eeuw waarin hetgeen bereikt werd in de voorgaande 2000 jaren in één decennium achterhaald zal zijn’. Zet dit in een politiek-maatschappelijke context en je weet waarheen De Kerpel je stuurt.

Een sociaal-maatschappelijk politiek werkstuk waarin verschillende auteurs hun ding komen doen, of beter van zich afbijten en alternatieven of ideeën vooropstellen. Onder hen bevinden zich o.m. Guy Verhofstadt met een discours over het wel of niet en vooral het waarom nog deel te nemen aan politiek. Andere bekenden duiken op zoals Johan van Hecke over sociale uitdagingen, Els de Temmerman over Afrika en haar toekomst en Jo de Poortere over de migrantenproblematiek. Het is eigen aan De Kerpel dat hij ook minder bekende Vlamingen hun ding laat doen. Zo vinden we naast parlementslid Luc Willems en SP-jongerenvoorzitter Dylan Cassaer ook nog Manu Dierickx-Visschers, een student die zijn kleine oeuvre wijdt aan jeugd en politiek. Een bundel met (ondanks mindere stukken) verrijkende ideeën, beeldscheppende maatschappijkronieken en politiek geëngageerde schrijfsels. Om op de hoogte te blijven van wat er leeft in Vlaanderen of België.

[Koen Cuypers]

Roularta, 229 p., ill., 550 F

90-5466-322-7

Bas Van Stokkom
Emotionele democratie
330.6 / Cultuurfilosofie / Sociale Ethiek / Politieke Filosofie

Hedendaagse cultuurpessimisten schuiven de morele malaise in onze samenleving vaak op rekening van de jaren '60. Socioloog Van Stokkom wil met deze studie een weerwoord bieden door de sociaal-morele veranderingen tijdens de laatste decennia in kaart te brengen. De waardering van zachte krachten als vertrouwen, empathie en mededogen - de emotionele democratie - compenseert volgens hem ruimschoots het wegvallen van machtsverschillen en van het autoritaire gezag, ontleend aan status en maatschappelijke positie. Wel laten de jaren '80 en '90 een verharding van liberale signatuur zien, waarbij materialisme en carrièrisme weer opgang maken. De auteur gaat in op de onbevangen en vriendelijke omgangsvormen, de groei van de criminaliteit, de breekbare zelfidentiteit en de mogelijkheden en beperkingen van moreel handelen in een samenleving, geteisterd door ruil- en mediacynismen. Hij zet uiteen hoe scepsis (het omgaan met onzekerheden) en ironie mensen kunnen losweken uit maatschappelijke onverschilligheid. Hij keert zich tegen de ‘loon-naarverdienste’- gedachte in het liberale en sociaal-democratische denken. Wederkerigheid als voorwaarde voor solidariteit acht hij fout. Alleen een gegarandeerd basisinkomen kan iedere burger tegen structureel vernederende omstandigheden beschermen. De authenticiteitscultuur is volgens Van Stokkom de psychologische deprivatie die het tijdperk van ‘rangen en standen’ kenmerkte, te boven gekomen. Men mag echter niet blind zijn voor het feit dat als veiligheid ontbreekt, emoties als angst en schaamte een rem kunnen zetten op de bereidheid tot zorg en hulp. Een postliberaal vrijheidsconcept - ik ben vrij als ik in staat ben zinvol te selecteren - zou sterker wederzijdse erkenning tot uitdrukking kunnen brengen.

Van Stokkoms generalistische en geëngageerde aanpak, die herhaaldelijk de grenzen van de sociologie overschrijdt, zal hem bij sommigen misschien het verwijt van speculatie en gebrek aan wetenschappelijke rigeur opleveren. Ook wordt de lectuur soms gehinderd door een zekere eentonigheid in de schrijfstijl. De brede visie, de diepgang, de kritische dialoog met denkers als Toqueville, Sloterdijk en Fukuyama en het nuanceringsvermogen maken van Emotionele democratie evenwel een uitzonderlijke morele karakterschets van de huidige samenleving.

[Erik de Smedt]

Van Gennep, 246 p., 898 F

ISBN 90-5515-135-1

[pagina 133]
[p. 133]

Nerd-Nix-Gabber, Subculturen

Max De Bruijn
Handboek voor de nerd
308.9 / Nerds

Het heeft even geduurd, maar de ‘nerd’ lijkt nu wel definitief het oude continent bereikt te hebben. Nerds zijn meestal die jongens, die tijdens de turnles nooit over de bok raken, maar de moeilijkste wiskunde meteen onder de knie hebben. Ze zien er niet uit (bril, vet haar, broek van het type ‘hoogwater’), zijn houterig en sociaal onaangepast en communiceren doen ze bij voorkeur via het internet. Toch blijken heel wat van hen in de huidige competitieve samenleving hun mannetje te staan. Bill Gates bv. is de oppergod van het wereldnerddom. Nerd-zijn is een subcultuur geworden met een eigen gedragscode, muziek, literatuur en afsplitsingen, zoals de ‘geeks’ (totaal wereldvreemde computerverslaafden). Dit boekje gaat in op zijn kenmerken, zijn leefwijze en het leven van beroemde nerds (enkele bekende Nederlanders, John Major en natuurlijk Bill Gates). Verder wordt gezocht naar de nerds in de muziek, literatuur en film. Je vindt ook een lijst met internetadressen en een reeks absoluut wansmakelijke nerdkeukenrecepten. Het boek is goed geschreven, maar slechts sporadisch echt grappig en heel af en toe hilarisch. Toch leuke lectuur.

[Koen Vandebos]

Prometheus, 127 p., ill., 295 F

ISBN 90-5333-639-7

Hans Buitelaar e.a. (red.)
De ik's van Nix
309 / Jeugd En Maatschappij / Nixgeneratie

‘Specialisten’ gaan er prat op de jongeren van tegenwoordig door te hebben. De huidige generatie is laconiek, cynisch, schuwt verregaande engagementen en verantwoordelijkheden en vlucht in apathie of hedonisme. Postmodern als ze is, surft deze generatie Nix van de ene trend naar de andere en knutselt zo een ongrijpbaar persoonlijkheidje in elkaar. Kotsbeu steeds nieuwe labels opgeplakt te krijgen gaan de auteurs van dit boek - zeven twintigers en een dertiger - op zoek naar de jeugd van dit fin de siècle. Wie zijn ze, wat willen ze, wat zijn hun idealen? Elke auteur belicht vanuit zijn ervaringen en percepties een maatschappelijk thema dat met jongeren in verband wordt gebracht: onderwijs, werk, drugs, ecologie, inspraak, seks, geloof, media en info. Ze trekken hard van leer tegen de babyboomgeneratie, die jong was in de woelige sixties, intussen toch maar mooi het materialisme omarmde, maar de hardste criticus blijkt van de huidige jongeren.

De auteurs zijn stuk voor stuk uitstekende schrijvers, ze hanteren een snelle stijl, veel humor en relativeringsvermogen. Ze ontkrachten vooroordelen met gefundeerde argumenten en slaan spijkers met koppen (over bv. de ‘doelgroepen-creatie’ van de reclamejongens). Naast de acht auteurs doen ook een 20-tal andere jongeren hun zegje. In het deel over geloof getuigen bv. een Krishna-adept en een diepgelovige student theologie. Diversiteit zat dus en dat is meteen de boodschap van dit boek. Dé jeugd van de jaren '90 bestaat niet, wellicht omdat ze zich niet meer als één blok hoeft te weren tegen weinig begripsvolle ouderen. In dit boek vind je dan ook jongeren met een eigenheid, die een geheel is van doordachte keuzes, meningen, interesses en engagementen. Geen groepsgedoe, maar unieke ik's. ‘De ik's van Nix’. Voor wie die ik's wil leren kennen en grappige, verstandige en soms ook behoorlijk onnozele dingen wil lezen, is dit aanbevolen lectuur.

[Koen Vandebos]

Boom, 185 p., ill., 590 F

90-5352-359-6

H. van der Wal, M. Bleeker
Hakkuh en strakstaan
308.4 / Subcultuur; Jeugd

‘Hekkéu mannéu! Strak staan!’ Scheert je zoon zijn kop kaal, draagt hij trainingspakken en danst hij van vrijdagavond tot maandagmorgen op de beukende house in La Rocca of Boccacio? Dan is hij vast en zeker een gabber. Oef. Een nieuw etiketje voor het misschien toch wat onrustwekkende gedrag van de kinderen kan verlichtend werken voor ouders. En de kassa doen rinkelen voor de commerciële uitbuiters van dit nieuwe etiket.

Terwijl buitenstaanders gabbers associëren met loeiharde muziek, trainingspakken en sportschoenen, kaalhoofdigheid en druggebruik, gaat het voor de gabbers zelve allemaal veel dieper. In ongeveer vier bladzijden wordt deze diepte ontleed. De rest gaat over: trainingspakken, sportschoenen... Er staan ook prentjes in. Gabbers hanteren een ‘fin de siècle’- wereldbeeld. Het einde der tijden is nabij, duistere machten trekken ten strijde. Je kan dus maar beter underground gaan en als één grote dansende massa het kwade bestrijden. Een gabber wil vrij zijn en doen wat hij wil zolang het nog kan. ‘Gabber’ is Jiddisch voor kameraad. Het samenhorigheidsgevoel primeert en er zijn enkele toelatingsvoorwaarden. Vooreerst het uniform (zie ill.): liefst een trainingspak van het merk Australian, in vakjargon een ‘Aussi’, kostprijs tussen 16.000 en 30.000 frank. De schoenen behoren van het merk Nike te zijn en ook op de shirts moet een merknaam staan. Om dan ook nog de dure toegang tot de rave-parties en de xtc te kunnen betalen, moeten gabbers hard werken. Het beeld van werkschuw tuig gaat voor deze jeugd niet op. Voor hen kan het niet snel genoeg gaan. Daarvan getuigt ook het aantal ‘beats per minute’ in hun muziek, de gabberhouse. Verder nog antwoorden op vragen als: wat onderscheidt de gabber van de zwabber? Racisme in de gabberscène, gabberen in België en gabber-etiquette. Aangename kennismaking!

[Krista de Mey]

Prometheus, 127 p., ill., 500 F

ISBN 90-5333-585-4



illustratie

[pagina 134]
[p. 134]

340 - Economie

Bert De Belder, Rita Vanobberghen
Kasama
AZ-Fili 354.73 / Gezondheidszorg, Ontwikkelingssamenwerking; Filipijnen / Filipijnen; Politiek; 1980-

Bert de Belder en Rita Vanobberghen vertrekken in 1987 naar Manilla, waar ze zich inzetten voor de NGO Council for Primary Health Care, een organisatie die vooral geneeskundige zorgen wil verstrekken aan noodlijdenden. Via deze legale organisatie komen ze in contact met het gewapende verzet van het communistische New People's Army, dat het Aquino-regime bestrijdt. Langzaamaan zetten de twee artsen hun sympathie voor het NPA om in een actief engagement. Hun Filipijns avontuur neemt een einde wanneer ze in maart 1996 naar België terugkeren.

Wat Kasama (Filipijns voor kameraad) zo interessant maakt, is de treffend beschreven evolutie van een vrijblijvende sympathie tot een dokterspraktijk bij een guerrillabeweging. Massa's voorbeelden en anekdotes, nu eens ernstig dan weer lichtvoetig, maken het boek goed verteerbaar. Het gaat ook dieper in op de scheuring in de Filipijnse revolutionaire beweging en de feodale oorzaken van de ellende waarin zoveel Filipino's zich bevinden.

Jammer genoeg doet het soms drammerige taalgebruik, doorspekt met marxistisch-leninistisch jargon, afbreuk aan het leesplezier. Tijdens de lectuur merk je dat de ideologische oriëntering van de auteurs (leden van de PVDA) het haalde op een meer genuanceerde beschrijving van wat hen op de Filipijnen overkwam. Een boek waarin de bloedige onderdrukking van de studentenrevolte op het Plein van de Hemelse Vrede in juni 1989 wordt omschreven als een te rechtvaardigen antwoord op een actie die zich tegen het socialisme keerde, zal vele lezers bevreemden. Dit goedkeuren van staatsrepressie in China staat in schril contrast met de wijze waarop het optreden van de Filipijnse militairen wordt beschreven.

Kasama is een boeiend boek, dat vlot leest en waarin je het engagement van Bert en Rita kan proeven, maar niet iedereen zal de politieke analyses van de auteurs kunnen/willen bijtreden.

[Luc Baert]

EPO, 278 p., 798 F

ISBN 90-6445-058-7

Marlies Van Bouwel, Carla Rosseels
Kleding en onrecht
386.5 / Arbeidsomstandigheden; Kledingindustrie / Vrouwen En Arbeid

Wie de grote campagnes volgt van 11.11.11 en van Wereldsolidariteit, zal wellicht meer willen weten over de arbeids- en leefomstandigheden van de uitgebuite vrouwen in de derde wereld, vrouwen aan wie wij onze goedkope T-shirts en Nike-schoenen te danken hebben. Ten behoeve van de Schone-Klerencampagne van Wereldsolidariteit gingen journalistes Marlies van Bouwel en Carla Rosseels naar enkele van de betrokken landen om er te gaan praten met vrouwen in de kleding- en confectie-industrie. Het bekende beeld krijgt nu een gelaat (via de foto's) en een naam. We luisteren naar de maaksters van onze Alhos-blazers in Sarajevo, de Lezard-jasjes in Kroatië, de Corotx-T-shirts in Mauritius, de Lacoste T-shirts en de Levi-broeken in Marokko, de Nike-sportschoenen in Indonesië. De raakvlakken van deze wereld met de illegale handel en zelfs de vrouwenhandel komen even aan bod, evenals de (on)macht van de vakbonden in deze landen. Maar de verrassing ligt in het bezoek aan sweatshops in Wallonië en Neerpelt in België. Delokalisatie heeft een vrouwengezicht: deze vrouwen vechten voor hun leven en dat van hun familie; wij kopen de delokalisatie bij C&A. Levensverhalen, verteld in vlotte journalistieke stijl, die hopelijk nog lang na de Nike-campagne gelezen zullen worden door een ruim publiek.

[Monika Triest]

Davidsfonds, 107 p., ill., 525 F

ISBN 90-6152-685-X

Valèry Janssens
De beheerders van ons geld
345.6 / Nationale Bank Van België

In het vooruitzicht van de 150ste vetjaardag van de Belgische centrale bank, die binnen enkele jaren zal plaatsvinden, werpt de auteur een terugblik op haar geschiedenis. Dit doet hij aan de hand van een biografie van de diverse gouverneurs van de bank. Het boek is zeer verzorgd uitgegeven en bedoeld voor een breed publiek. Verklaringen van economische gebeurtenissen waarmee de gouverneurs vanzelfsprekend tijdens hun loopbaan geconfronteerd werden, zijn beknopt weergegeven en hierdoor niet zeer diepgaand. De auteur, historicus, oefende tijdens zijn loopbaan de functie van secretaris uit bij de bank en is dan ook goed geplaatst voor het schrijven van deze biografie. De laatste vijf gouverneurs heeft hij persoonlijk gekend. Hij maakte gebruik van vroeger gepubliceerd historisch werk over de bank en eigen onderzoek. Bovendien kon hij niet alleen de archieven van de Nationale Bank raadplegen, maar ook die van de Bank of England.

[Edgard Andries]

Lannoo, 281 p., 995 F

ISBN 90-209-3223-3

Hendrik Seghers
De nieuwe collaboratie
352.72 / Vlaanderen; Economische Politiek
Ondernemingen; Vlaanderen

Eindelijk nog eens een denkboek op de markt van de Vlaamse economische literatuur. Als succesvol ondernemer weet Hendik Seghers waarover hij spreekt en van heilige koeien is hij niet bang. Hij bekijkt het economisch landschap uit helikopterperspectief om vast te stellen dat het Vlaanderen niet slecht gaat, maar dat het KMO-land nood heeft aan een industriële ruggengraat die het Gewest overstijgt als het in het Europa van de regio's en in het globale werelddorp zijn rechtmatige zeggenschap wil opeisen.

Vlaanderen is een klein land, met kleine bedrijven. Maar niet te klein voor economische grootsheid. Het huidige Vlaanderen teert echter op een dienstenindustrie in pejoratieve zin, stelt Seghers. In het verleden leverde Vlaanderen arbeiders en bedienden aan het Franstalige kapitalisme, vandaag staan onze ondernemingen ten dienste van groepen met buitengewestelijke zetel en dito kapitaal-

[pagina 135]
[p. 135]

inbreng. Succesvolle KMO's rijven boekhoudkundige winsten binnen, maar de meerwaarde van hun knowhow wordt, als ze rijp is, geplukt door holdings buiten Vlaanderen. Verankering mag niet berusten op politiek chauvinisme, maar op economische noodzaak, met sleutelwoorden als investerings- en handelsbalans, concurrentievermogen en groei. En tewerkstelling in eigen land. De ont-ankering van Vlaamse bedrijven tast de eigen welvaart aan, alle rationaliseringen achteraf ten spijt.

De publieke opinie ligt niet wakker van de Vlaamse onmacht. Dat de term ‘collaboratie’ functioneel is, toont Seghers aan met een resem verwijzingen. Dat Vlaamse (en Belgische elites) lustig ‘samenwerken’ met de macht is geen nieuw feit.

De Vlaamse overheid bestempelen als regering Vichy mag een leuke vondst lijken, maar de ‘Vlaamse volkskracht’ van Lodewijk de Raet werd door de autonomie niet vertaald in Vlaamse macht, ook al is het alibi van het unitaire België weggevallen. De economische macht is de staatshervorming niet gevolgd. Zo hypothekeren federale verworvenheden de Vlaamse loonkost en blijven Belgische reflexen wegen op het economisch beleid.

Stellen dat de overheid haar verantwoordelijkheden moet opnemen, is niet hetzelfde als pleiten voor overheidssteun. Het economisch beleid mag niet verengd worden tot het sociale luik. De overheid is geen bezemwagen voor uitgebluste ondernemingen, maar moet het koppeloton begeleiden. Overheidsinitiatieven hoeven niet noodzakelijk vierkant te draaien, stelt Seghers, die pleit voor een terugkeer naar de bronnen van het Keynesiaans dogma, ‘dat niet gestorven is aan, maar vermoord werd’. Een overzicht van de verschillende politieke standpunten is echter weinig hoopgevend wat een nakende kentering betreft. Een boeiend boek, dat de verdienste heeft actuele denksporen aan te brengen.

Davidsfonds, 127 p., ill., 495 F

[Marcel Bulckaert]

ISBN 90-6152-655-8

Zwartboek 1997
346 / Openbare Financiën; Nederland
Fraude; Nederland

Soms heb je wel eens de indruk dat je in een land leeft waar politici (een deel van) het belastinggeld verspillen aan nutteloze bouwwerken, door een inefficiënt beleid enz. Je hoeft er de fameuze jaarrapporten van het Rekenhof maar op na te lezen. Bij het grote publiek staan ze inmiddels bekend als de ‘Blunderboeken’. Toch is dit blijkbaar geen unicum. Bij onze noorderburen is het al niet veel beter. Dat blijkt uit dit Zwartboek 1997, waarin de Nederlandse Vereniging van belastingbetalers voor de tweede maal een overzicht geeft van het geknoei van de Nederlandse politici. Gegroepeerd rond een elftal onderwerpen (bv. verkeer, Europa...) krijg je een overzicht van een aantal verspillingen. Wie denkt dat Vlaanderen uniek is qua verspillingen door de overheid, moet dit boekje maar eens doornemen. Het is geen opwekkende lectuur, maar biedt wel een boeiende staalkaart van de Nederlandse blunders.

[Jan Geeraerts]

Wyt, 79 p., ill., 299 F

ISBN 90-6007-851-9

René De Witte
De familie De Clerck, de verborgen miljarden
346.2 / Beaulieu / Familie De Clerck

Toen op 19 september 1997 Jan en Martine de Clerck werden gearresteerd door de Brusselse onderzoeksrechter Bruno Bulthé wist heel Vlaanderen over wie het ging. Een paar jaar vroeger was het echtpaar immers tegen wil en dank toegetreden tot het legioen van ‘Bekende Vlamingen’, toen hun zoon Anthony werd ontvoerd.

In dit boek schetst René de Witte beknopt het verhaal van de familie van textielindustriëlen. De basis voor het imperium werd gelegd door vader Roger de Clerck. In één enkele generatie bouwde deze Westvlaming een tapijtimperium uit, dat onder de naam Beaulieu een begrip werd. De naam gebruikt Roger de Clerck voor het eerst als hij in 1967 het bedrijf Beaulieu Tufting opricht. De naam zelf komt van de Porie de Beaulieu bij het Franse dorpje Ayresur-la-Lisse, waar de Leie ontspringt. De Leie wordt volgens René de Witte in textielmiddens ‘beschouwd als de Golden River, de gouden rivier’.

De auteur beschrijft hoe de Beaulieu-groep, bestaande uit tientallen vennootschappen, op minder dan 40 jaar kon groeien tot een conglomeraat met een omzet van ca. 100 miljard frank. Hij steunt daarbij uitvoerig op een studie die de vakbondscentrale ABVV-textiel maakte voor een congres in december 1992. Waarin verschilde Roger de Clerck met zijn concurrenten? Hij beperkte de afhankelijkheid van leveranciers tot een minimum, richtte bij voorkeur nieuwe bedrijven op en koos voor het populaire, goedkope tapijt. Een ander belangrijk element is zijn overeenkomst met de Libanese zakenman Aram Khatchadourian, die voor hem oosterse exportmarkten opent. Begin 1991 verdeelt Roger de Clerck zijn rijk over zijn zes kinderen. René de Witte beschrijft zeer beknopt de verdeling van de verschillende bedrijven. De familie De Clerck is reeds enkele malen opgedoken in dossiers van X fiscale fraude. Zo kwamen Jan en zijn broer Dominiek in 1989 in aanvaring met de Britse fiscus. René de Witte, journalist bij ‘De Financieel Economische Tijd’, brengt in een notendop het verhaal van een familie die in ‘het naoorlogse affairistische België handig gebruik maakte van een slecht uitgerust gerecht en van dubbelzinnige wetten’. Geen diepgravende studie, maar een boekje dat handig inspeelt op de actualiteit.

[Jan Geeraerts]

Hadewijch, 127 p., 498 F

ISBN 90-5240-464-X



illustratie

[pagina 136]
[p. 136]

410 - Psychologie

Michael Baigent, Richard Leigh
Het elixer en de steen
420 / Occultisme

Baigent en Leigh beschrijven de rol van de magie, de alchemie en het hermetisme (dit is de verbondenheid tussen de verschillende soorten wijsheid) vanaf het begin van onze tijdrekening tot vandaag. Ze stellen vast dat die rol veel groter is dan op het eerste gezicht lijkt. De invloed gaat verder dan het afgebakende spirituele leven, dringt door in de geschiedenis, de kunst, de politiek, de media en het persoonlijk leven. De westerse cultuur en wetenschap worden tegenover het universele van het esoterisme geplaatst. Met bijzonder veel eruditie en zin voor geschiedschrijving geven de auteurs een overzicht van het esoterisme. Daarbij maken ze een duidelijk onderscheid tussen de commercieel-politieke manipulatie en het innerlijke proces van de ware magiër. Het boek is gebaseerd op ‘één van de oudste filosofische geboden dat de mens zichzelf moet kennen’. Die ware magiër krijgt zijn tegenhanger in de Faust-figuur, waarmee de moderne mens wordt geïdentificeerd. Voor de goede magiër worden innerlijk en uiterlijk één harmonisch geheel. De moderne mens daarentegen is slaaf van zijn verstand en zijn drang om de uiterlijke wereld aan hem te onderwerpen. In zijn hang naar macht en materialisme verliest hij zijn aandacht voor de onbekende krachten in de wereld.

Het elixer en de steen (zie ill.) valt niet te categoriseren onder new age. De kritische en geïnteresseerde lezer zal met dit boek zijn eventueel vooroordeel over esoterisme, magie en hermetisme kunnen ombuigen in een mening gebaseerd op kritische informatie. Dankzij het vlot geschreven en historisch gefundeerde overzicht, wordt een duidelijk beeld gegeven van de steeds en in vele gedaanten aanwezige esoterische geladenheid in het leven. Vooral ijveren de auteurs ervoor om kritisch te blijven, zowel t.o.v. halve waarheden of onwaarheden, als t.o.v. onverschilligheid of vooroordelen. De auteurs slagen erin om de lezer informatief te boeien zonder afbreuk te doen aan zijn kritische ingesteldheid. Voorkennis is niet vereist, hoewel ook de beter geïnformeerde lezer aan dit boek veel plezier zal beleven.

[Patrick Vanhaecke]

Tirion, 462 p., ill., 990 F

ISBN 90-5121-698-X

Evelin Bürger, Johannes Fiebig
De Crowley tarot
427.2 / Tarot

De volledige filosofie van tarot in één boek verwerken, is onbegonnen werk. Daarom moet iedere auteur noodgedwongen kiezen welke onderdelen het uitvoerigst behandeld zullen worden. De schrijvers van De Crowley tarot hebben zich vooral geconcentreerd op de interpretatie van de 78 tarotkaarten. Het dient gezegd dat zij dit op een zeer eigen manier doen. Zozeer zelfs dat menig ervaren tarotkaartenlegger het moeilijk zal hebben met hun zienswijze. Dit maakt het boek dan ook in de eerste plaats interessant, want het lezen geeft nooit een gevoel van ‘déjà lu’, wat bij andere boeken over dit onderwerp wel eens het geval is.

De symboliek van iedere kaart wordt duidelijk omschreven, zonder nodeloze geheimdoenerij of zwaarwichtigheid. De uitleg die erbij hoort, is veelal opgevat als raadgeving en heeft zelden of nooit een voorspellend karakter. Het is dus in de eerste plaats een boek dat je wil aanzetten om je leven in eigen handen te nemen, een doe-boek.

Er wordt weinig of niet uitgeweid over de figuur van Crowley, noch over de historiek van tarot. Ook de verschillende legpatronen worden slechts vluchtig aangehaald en zijn niet met voorbeelden gestaafd. Dit laatste zal het de beginnende tarotliefhebber behoorlijk moeilijk maken. De numerologische benadering van de kaarten van de beide arcana komt slechts zeer sporadisch aan bod, alhoewel dit een zeer fascinerend onderdeel vormt van deze materie. De kaarten van de kleine arcana worden wel onderverdeeld in vier groepen die de elementen water, lucht, vuur en aarde vertegenwoordigen, doch er wordt geen onderling verband gelegd met hun getalswaarde. Dit maakt het de neofiet bijzonder moeilijk om de betekenis van de kaarten te memoriseren. Qua populariteit heeft de Crowley-versie van tarot nooit die van Rider Waite geëvenaard. Dit dankzij de eenvoud van de tekeningen van deze laatste. De afbeeldingen van de Crowley tarot mogen zeer kunstig zijn, ze blijven toch minder aanspreken. Een interessant boek voor de kenner door de persoonlijke en originele interpretaties van de kaarten.

[Paul van den Ouweland]

Schors, 237 p., ill. + tarotkaarten, 799 F

ISBN 90-6378-374-4

Philip Johnson-Laird
De computer en de menselijke geest
415.4 / Cognitiewetenschap

Een up to date handboek over het kennen. Met de computer als onvermijdelijke basismetafoor verkent de auteur de kennisprocessen, van zintuiglijke input tot creativiteit. Op dit gebied schetst hij zeer overzichtelijk de recentste demystificaties. Ook de emoties vallen bij gratie van hun - deels neurologische - grammatica onder cognitie. Dankzij zijn filosofische belezenheid kan de auteur de vele bezwaren bij zijn aanpak en beeld relativeren. Dat gaat des te gemakkehjker naarmate hij niet in de open val trapt van het artificiële intelligentie-optimisme, dat heil verwacht van een cybermerge tussen mens en computer. Binnen de opzet kan dit werk zeker helder en exhaustief heten. Een degelijke inleiding.

[Eric Meganck]

Het Spectrum, 448 p., ill., 995 F

ISBN 90-274-4165-0



illustratie

[pagina 137]
[p. 137]

Slapen En Dromen

Slapen is vnl. een natuurlijke reactie op vermoeidheid. De activiteit van het lichaam wordt op een lager pitje gedraaid en lichaam en geest kunnen tot rust komen. De Tibetaanse en Chinese artsen wisten het al duizenden jaren, maar uit onderzoek van de laatste decennia is gebleken, dat er tijdens de slaap een hele reeks fysiologische processen plaatsvinden. Terwijl de invloed op de gezondheid van een aantal veranderingen duidelijk is, blijven doel en effect van de meeste nog steeds een mysterie en dus een voedingsbodem voor allerlei theorieën.

Ook over de betekenis van dromen zijn de meningen uiteenlopend. De meesten geloven echter dat dromen van essentieel belang zijn voor een gezond en goed ontwikkeld stel hersens. Net zoals de diepe slaap dat is voor onze lichamelijke groei en herstel. Dromen zouden de taak hebben, de geestelijke afvalemmer te ledigen, die wij elke dag volproppen. Ze schijnen ons alert en evenwichtig te houden en in staat te stellen ons overdag te concentreren en te leren. Een geestelijke grote schoonmaak dus, die de geest voor verwarring behoedt en toelaat het onbewuste te verkennen. Een en ander blijft in elk geval stof leveren voor vulgariserende, wetenschappelijke lectuur.

[An van der Heiden]

Hilbert Kamphuisen
Een hoofd vol slaap
415.5 / Slapen / Dromen

Slapen, voor sommigen onder ons een tijdverspilling, anderen kunnen er dan weer niet genoeg van krijgen. In Een hoofd vol slaap (zie ill.) legt Prof. Kamphuisen, alles uit over slaap, waken, dromen, snurken, slapeloosheid en andere slaapkwesties. De bedoeling is informatie te geven over de slaap, slaapbehoefte, slaapverschijnselen en -stoornissen, zodat wij onze eigen slaap beter kunnen begrijpen en hierdoor beter kunnen functioneren.

Eén van de vragen in dit boek is: ‘Waarom slapen we?’ Hiervoor gaat de auteur terug de geschiedenis in en besteedt hij veel aandacht aan de historische evolutie van kennis over de slaap. Een andere vraag: ‘Hoe slapen we?’ Hiervoor vertrekt de auteur vanuit de slaapobservatie, het slaaponderzoek, het EEG. Hij legt de verschillende fasen van de slaap uit en de typische kenmerken hiervan. Vervolgens bespreekt hij de algemene slaapbehoefte, de slaapstructuur, de typische lang- en kortslaper. Ook licht hij een tipje van de sluier op over gapen en dromen, en verder komen de slaapdeprivatie en de effecten hiervan aan bod. Vervolgens bespreekt hij de kwaliteit van het waken en hoe onze biologische klok in elkaar zit, en wat het effect van licht en lichaamstemperatuur op onze slaap is. Tenslotte komen we bij de slaapstoornissen. Hierbij maakt de auteur een onderscheid tussen slaapstoornissen bij kinderen en volwassenen. Bij volwassenen zien we: dyssomnia, hypersomnia, spiertrekkingen; bij kinderen: tandenknarsen, slaapwandelen, bedwateren, paniekaanvallen. Tenslotte enkele nota's bij de mogelijke behandelingen.



illustratie

Prof. Kamphuisen schrijft zeer vlot, hij gebruikt eenvoudige en duidelijke taal, waardoor het boek door iedereen gelezen kan worden. De eigenlijke doelgroepen zijn de patiënt en de therapeuten, maar ook het bredere publiek heeft er veel aan. Het boek bevat heel veel informatie en is duidelijk gestructureerd.

[Brigitte Gevers]

Nieuwezijds, 176p., ill.

90-5712-006-2

Karin De Korte-Mijnk
Dromen zijn goud waard
4I5.5 / Dromen

Dit boek is o.m. gebaseerd op dromen die verteld werden door patiënten die de schrijfster in haar praktijk als klinisch psychologe kwamen opzoeken. Zij heeft het o.a. over telepathische en voorspellende dromen, en vrij uitgebreid over erotische dromen: zij toont hoe zij dit soort dromen gebruikt om de dromer bewust te laten worden van bepaalde problemen in zijn relatie. Daarna heeft zij het over een aantal typische dromen: vliegen, vallen, naakt zijn in het openbaar, verlamd zijn... Tenslotte gaat het over nachtmerries en over creatief dromen - een manier om je droom te sturen - en over tips om je dromen te onthouden en hoe je er kan mee werken, ook met kinderen. Een korte literatuurlijst is toegevoegd.

Dit boekje wijkt af van de vele droombeeldenwoordenboeken die regelmatig op de markt verschijnen. De auteur maakt duidelijk dat je met een droom moet werken als je er iets wil uithalen, en dat de dromer dat uiteindelijk zelf moet doen, eventueel in gesprek met een deskundige. Bestemd voor een niet gespecialiseerd publiek dat geïnteresseerd is in dromen en de mogelijke betekenissen ervan. Je moet er dan natuurlijk wel van uitgaan dat dromen iets te betekenen hebben.

[Paul Aerts]

BZZTôH. I44 p., ill., 490 F

90-5501-408-7

Over slapen op Bibnet:
Literaire nieuwtjes



illustratie

E. Scott: En nu: lekker slapen! (Forum)
S. Lavety: De helende kracht van slaap (Tirion)

http://www.bib.vlaanderen.be

Ole Vedfelt
De droom
415.5 / Dromen

De verschillende stromingen in de droomtherapie weten weinig van elkaar. Dit geldt zowel voor de literatuur als voor het praktische werk. De freudianen negeerden de onderzoekingen van de jungianen grotendeels. Jung ging tekeer tegen Freud, maar begreep hem vaak niet goed. De existentialist Medard Boss besteedde enorm veel energie aan nutteloze polemiek. En Perls dacht dat zijn theorie als enige werkelijk adequaat was. Daarom vond Ole Vedfelt dat er behoefte was aan een boek dat een samenhangend overzicht geeft van de vele theorieën en methoden. Hij zocht naar een creatieve synthese van het beschikbare materiaal, waarbij hij zich constant afvroeg of de verschillende gezichtspunten samen een patroon vormen dat een completer beeld geeft van de mogelijkheden van dromen dan het tot nu toe beschikbare. De bestaande kennis i.v.m. dromen verdeelde hij in 14 onderwerpen. In het sluitstuk verwerkte hij het geheel tot een knappe, multidimensionale droomtheorie, waarbij hij er belang aan hechtte het werk van de pioniers van het droomonderzoek binnen hun eigen kader zo concreet en helder mogelijk te bespreken.
[An van der Heiden]
Lemniscaat, 447 p., 1190 F
ISBN 90-5637-085-5
[pagina 138]
[p. 138]

430 - Pedagogie

Ton Barning, Suzanne Weusten
Het sollicitatiehandboek
499.6 / Solliciteren

Solliciteren is het eerste vak na het behalen van je diploma. Dit boek geeft geen recepten met kant en klare tips. Het beschrijft de problemen die voorkomen bij het zoeken naar werk. Het geeft bedenkingen en hanteringsgedrag. Zo is er de arbeidsmarkt: vroeger en nu, met vage en tegenstrijdige geruchten, verdringings- en vervangingsfenomenen. Als oplossing wordt de zelfanalyse gesuggereerd. Het zoeken van een baan in opeenvolgende stappen vormt het volgende hoofdstuk: informatie opsporen, het uitdiepen van voor de hand liggende keuzen, verder kijken naar gelijkaardige bedrijfssectoren, salarisonderhandeling. In een afzonderlijk hoofdstuk worden de internetmogelijkheden en hinderlagen getoond. Het tweede deel gaat in op de wijze waarop werkgevers personeel zoeken: advertentie, open sollicitatie, uitzendbureau en netwerken. De moeilijkheden van de werkgever komen uitgebreid aan bod en ook het belang om de sollicitatiebrief en het cv naar de beoogde job toe te schrijven. Tot slot komen het eerste gesprek en het assessment center ter sprake. De beoordeelde karakterdimensies worden vermeld. Vele levendige getuigenissen beklemtonen het belang van de persoonlijke inzet bij de sollicitant. Het boek stimuleert het creatief benaderen van de arbeidsmarkt. Het richt zich tot hooggeschoolden.

[Willy de Block]

Bakker, 230 p., ill., 595 F

ISBN 90-351-1853-7

Eric Brinckmann e.a.
De docent als coach
450.7 / Leraren; Opleiding / Leerlingbegeleiding

Naar aanleiding van het 75-jarige bestaan, publiceert uitgeverij Nelissen deze bundel, die een weerspiegeling is van verschillende onderdelen uit het fonds: onderwijskunde, vormingswerk, management en organisatiekunde. In bedrijven en instellingen voltrekken zich ontwikkelingen die belangrijke gevolgen hebben voor organisatie en inhoud van het onderwijs. Leerlingen en studenten moeten leren verantwoordelijk zijn voor hun eigen onderwijs en moeten steeds meer in staat gesteld worden zelfstandig te leren. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor de rol van de leraar, die verschuift van een overdrager van informatie naar een individueel leerprocesbegeleider, een coach. In deze bundel wordt een theoretisch kader ontwikkeld waarmee het coachingsconcept toegankelijk gemaakt wordt voor onderwijs in het algemeen. Vervolgens wordt dit vertaald naar concrete onderwijsleersituaties op verschillende niveaus: middelbaar beroepsonderwijs, hoger onderwijs, bedrijfsopleidingen. Coaching is een stijl die het vermogen tot zelfontwikkeling weer wakker maakt. De leraar is er niet op gericht het beste uit zichzelf in de studenten te leggen, maar streeft ernaar het beste uit de studenten te halen. In dit boek worden niet alleen de grenzen en de voorwaarden van deze onderwijsvisie besproken, maar wordt vooral de noodzaak beklemtoond om te veranderen in de richting van coaching. Een inspirerende bundel.

[Rik Belmans]

Nelissen, 144 p., ill., 450 F

ISBN 90-244-7500-7

Hedwig Stellamans-Wellens
Kijk, ik wordt groot
441 / Baby's, Peuters; Opvoeding / Ontwikkelingspsychologie; Baby's, Peuters

Dit boekje is ontstaan vanuit de praktijk van kinderdagverblijven. De auteur is een kinderpsychologe. Zij vertelt het verhaal van het kind, zijn ouders en zijn omgeving. Het werd in de ikvorm geschreven, zodat het kind de ouders als het ware uitnodigt om ‘samen groot te worden’. Ouders kunnen er hun eigen waarnemingen, plezierige momenten en belangrijke data in neerschrijven en ze eventueel illustreren met foto's of eerste tekeningen van het kind.

Per periode van 3, 6 of 12 maanden wordt kort informatie gegeven over de ontwikkelingstaken van het kind en de opvoedingstaken van de volwassene. Ook komen telkens aan bod: de affectieve relatie van het kind met de mensen om hem heen, de taal, het waarnemen, het bewegen en informatie i.v.m. eten, slapen, baden en zindelijkheid. Het is een zeer overzichtelijk boekje dat ouders concreet kan ondersteunen bij hun opvoedingswerk. De vele illustraties maken er een plezierig ogend geheel van.

[Paul Aerts]

Davidsfonds/Infodok, 101p., ill., 295F

ISBN 90-6565-826-2



illustratie

Mariet Hermans
Schrijven met effect
499.5 / Schrijven

Dit boek doet zijn ondertitel ‘stijlcursus doeltreffend formuleren’ alle eer aan. Het is gebaseerd op een bedrijfscursus voor effectief formuleren, maar Mariet Hermans paste die zodanig aan dat hij voor een ruimer publiek geschikt is; eigenlijk voor al wie met zijn teksten het beoogde effect wil bereiken. Ik zie het trouwens ook fungeren als handboek voor hoger onderwijs of voor academici, zij het dan dat de klemtoon alleen op schrijfvaardigheid ligt. Voor leerkrachten uit het secundair onderwijs die bv. correspondentie onderwijzen, is het trouwens gesneden brood, vooral om het arsenaal oefeningen uit te breiden. Het is ook uitermate geschikt voor zelfstudie. De 11 hoofdstukken, die alle handelen over stilistische hete hangijzers (alinea- en opsommingsstructuur, korte en eenvoudige zinnen, actief en beeldend formuleren, bondig maar volledig formuleren, gewone woorden gebruiken enz.) hebben telkens dezelfde opbouw: stukjes theorie worden afgewisseld met oefeningen. De hoofdstukken hoeven niet in de volgorde van het boek behandeld te worden, maar de oefeningen hebben wel een innerlijke logica met evoluerende moeilijkheidsgraad. Het laatste hoofdstuk is gewijd aan het schrijfproces zelf. Achterin zijn alle oplossingen opgenomen.

De lay-out is erg functioneel. De oefeningen springen onmiddellijk in het oog, omdat er met kolommen wordt gewerkt of met grijswaarden en bold. Dit boek lijkt me bijna onmisbaar, omdat het zoveel essentiële aspecten over stijl erg eenvoudig uitlegt.

[Hilde Lauwers]

Coutinho, 228 p., ill., 690 F

ISBN 90-6283-052-8

[pagina 139]
[p. 139]

500 - Wetenschappen

Natuurkunde
Edward O. Wilson
Van mieren bezeten
571 / Edward Wilson

In de laatste helft van deze eeuw heeft de biologie een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Een bevoorrechte getuige daarvan is Edward O. Wilson, entomoloog en befaamd hoogleraar biologie aan de Harvard-universiteit. Hij is vooral bekend door zijn in 1975 verschenen boek Sociobiology: the new synthesis, dat door velen geprezen, maar door verschillende eminente biologen en sociologen zwaar bekritiseerd werd omwille van het laatste hoofdstuk, over de mens, dat volgens die critici neerkwam op ‘genetisch determinisme’. In zijn memoires, in de Verenigde Staten verschenen in 1994 onder de titel Naturalist en nu vertaald als Van mieren bezeten, bekent Wilson een zekere mate van schuld: niet zozeer om de inhoud van Sociobiology, maar wel omdat hij van het laatste hoofdstuk, dat slechts 6 procent van het boek uitmaakte, geen aparte uitgave had gemaakt. De kritiek op dat hoofdstuk overschaduwde het hele werk.

Wilson verdeelt zijn memoires in twee grote delen. Het eerste heet ‘Dageraad in Alabama’ en gaat van zijn prille, eenzame jeugd in Alabama tot 1953 wanneer hij Junior Fellow wordt in Harvard. De auteur vertelt over zijn ouders, zijn opvoeding in verschillende scholen en bij de scouts, zijn tijdens eenzame tochten ontluikende passie voor de veldbiologie en over de gedrevenheid om later van de wetenschap zijn vak te maken. Het tweede deel, ‘Verteller’, gaat over zijn academische carrière en biedt indirect een overzicht van de evolutie in de biologie na de Tweede Wereldoorlog. We maken niet alleen kennis met Wilsons studies over de (communicatie bij) mieren, maar ook met het dédain van de moleculaire biologen (o.a. collega Watson) ten overstaan van de populatiebiologen, en met de sociobiologie en de milieubiologie, waarin de auteur nu prominent aanwezig is door zijn pleidooien voor het behoud van de biodiversiteit. Wilson beschrijft beknopt maar accuraat de omstandigheden waarin deze ontwikkelingen vorm kregen. Uitvoeriger heeft hij het over het onderzoek dat leidde tot The theory of island biogeography (1967), naar mijn mening zijn invloedrijkste werk omdat het een grote betekenis heeft gekregen in de milieubiologie. Door de versnippering van het natuurlijk milieu ontstaan ‘eilanden’ en Wilson bood met dat boek een methode om de invloed van de afmetingen en van de mate van geïsoleerdheid op de biodiversiteit te berekenen. Uiteraard defileren vele grote namen in deze memoires en de auteur spuit lof (o.a. voor Robert MacArthur en Bert Hölldobler), maar ook kritiek (o.a. Stephen Jay Gould en Richard Lewontin). Het boek leest bijzonder vlot en dat is niet verwonderlijk want Wilson is een voortreffelijk verteller. Hij ontving, als enige tot hiertoe, tweemaal de Pulitzer-prijs voor algemene non-fiction: in 1979 voor On human nature en in 1991 voor The Ants. In een korte hommage in de editie van 17 juni 1996 rekende ‘Time’ Edward O. Wilson tot de 25 invloedrijkste Amerikanen ‘to change the ways we think about ourselves and others’.

[Martin Rupus]

Het Spectrum, 359 p., 995 F

ISBN 90-274-5534-1



illustratie

Arno Adelaars
Alles over paddo's
587.2 / Paddestoelen / Ecodrugs

Psychedelische of hallucinogene paddestoelen, kortweg paddo's, kregen de jongste maanden relatief veel mediaaandacht na een sluimerend bestaan. Midden de jaren '50 werd het hallucinogeen gebruik van paddestoelen in Midden-Mexico over een ruimer deel van wereld bekend en in de jaren '60 experimenteerde Timothy Leary er duchtig mee. Sinds de herfst van 1994 waren de paddo's in de Nederlandse smart shops vrij te koop en het aantal gebruikers groeide daar aan tot meer dan 100.000, althans volgens de erg ruime schatting van de auteur. De tolerante houding van de Nederlandse overheid sloeg in 1996 om en de gecombineerde anti-drugacties van de Nederlandse, Belgische en Franse politie brachten de paddo's ook bij ons in de media. Vermoedelijk gaat het paddogebruik opnieuw een verborgen leven leiden in ondergrondse circuits zoals in het grootste deel van de laatste 20 à 30 jaar het geval was. Dat is des te waarschijnlijker omdat paddo's geen partydrug zijn zoals ecstasy, maar eerder geschikt voor een relaxe omgeving. Arno Adelaars weet in beknopt bestek de paddo's in een breed en objectief kader te plaatsen. Het boek heeft het over de historische en culturele context die tot ver in de prehistorie teruggaat en over de farmacologie. Verder biedt het lijsten van inheemse en exotische psychedelische paddestoelen met een gedetailleerde beschrijving, een handleiding voor het zelf kweken en adressen waar kanten-klaarmycelia aangekocht kunnen worden. Talrijke gebruikers getuigen over de ervaringen en over de risico's. De informatieve functie van het boek staat zeker op het voorplan, maar het paddogebruik blijft strafrechtelijk een zeer gevoelige materie.

[Martin Rupus]

Prometheus, 161 p., ill., 375 F

ISBN 90-5333-586-2

‘Planten hebben een versterkend effect. Mooie gewaarwordingen en positieve gevoelens groeien uit tot de meest sublieme ervaringen. Maar ook negatieve gevoelens worden extreem uitvergroot. Als je aan een “reis” begint met een gevoel van: “Wat ben ik toch een sul!”, dan zie je jezelf ook als een vreselijke sul. Extreem en grotesk. En dat kan vreselijk zijn’.
Anonieme getuigenis over paddestoelexperimenten in ‘Humo’ (1998, Nr. 7).
[pagina 140]
[p. 140]

Bart Ebbinge, Hans Dekkers
Ganzen
598.8 / Ganzen

Auteur Bart Ebbinge, bijgenaamd ‘Ganzenbart’, en fotograaf Hans Dekkers zijn gespecialiseerd in wilde ganzen. In dit prachtige lees- en fotoboek volgen ze deze fascinerende grazers vijf hoofdstukken lang op hun trek langs de vorstgrens. Het inleidende hoofdstuk introduceert de zes ganzensoorten die Nederland in groten getale aandoen: de grauwe gans, de kolgans, de rietgans, de kleine rietgans, de brandgans en de rotgans. Enkel de grauwe gans broedt van oudsher ook in Nederland, de andere zijn typische arctische ganzen. Verder gaat aandacht naar de voedselbiotopen, de relatie tussen mens en gans (ganzenjacht en -vangst), en het wetenschappelijke onderzoek.

Als in het voorjaar de sneeuw zich terugtrekt is het moment aangebroken om met de ganzen de lente te volgen. Waar ze in de winter vaak in gemengde groepen voorkomen, scheiden de soorten zich nu om zonder onderlinge voedselconcurrentie lichaamsreserves aan te leggen voor het trekken en broeden. In etappes die kunnen variëren van enkele luttele tientallen tot meer dan 2000 kilometer, vatten ze de grote trek naar de broedgebieden in het hoge noorden aan. Terwijl de grauwe ganzen zich o.m. in de Nederlandse rietmoerassen nestelen, zoeken de arctische ganzen tijdens de korte poolzomer het (noorder)licht en de rust van de uitgestrekte toendra's op om in kolonies te broeden. Na de territoriumafbakening blijft het uitkijken voor koekoekspraktijken, waarbij de ene gans haar ei(eren) in het nest van een andere dumpt. Kwestie van in moeilijke tijden de last van het broeden, dat heel wat van de opgeslagen reserves vergt, op de andere af te wentelen. Bovendien lopen ze voortdurend gevaar eieren of kuikens aan roofdieren te verliezen. Op het einde van de poolzomer, wanneer de volwassenen hun slagpennen geruid hebben en de jongen vliegvlug zijn, wordt de trek naar het zuiden aangevat. Grote vluchten ganzenformaties zakken weer af naar de bewoonde wereld op zoek naar voedselrijke gebieden van natuurlijke of agrarische oorsprong. De traditionele Europese herfstjacht, die in het verleden de populaties decimeerde, is tegenwoordig streng gereglementeerd zodat weer een opvallende groei van de individuele soorten werd vastgesteld. Tenslotte overwinteren de ganzen in gebieden waar de temperatuur gemiddeld enkel graden boven nul bedraagt. Slechts bij aanhoudende vrieskou trekken ze verder naar het zuiden. Op die manier trekken de arctische ganzen effectief het hele jaar door langs de vorstgrens.

De vlotlezende, informatieve teksten worden achterin het boek in een Engelstalige ‘Summary’ samengebald met verhelderende kaarten en grafieken. Ondanks het onderling versterkende effect primeren de foto's boven de tekst. Door de brede vormgeving die, wanneer je het boek openslaat, de brede vleugelslag van ganzen suggereert, komen de adembenemende kleurenfoto's van Hans Dekkers, vaak over een dubbele bladzijde, uitstekend tot hun recht. Deze panoramische registraties maken van de jaarlijkse ganzentrek een reis om nooit te vergeten.

[Kris van Zeghbroeck]

Schuyt & Co, 156 p., ill., 1500 F

ISBN 90-6097-446-8



illustratie

Zes jaar lang observeerden de Nederlandse biologen Bart Ebbinge en Bernard Spaans tijdens de poolzomers het broedgedrag van rotganzen in het Noord-Siberische Taimyr. Een verslag van hun bevindingen met fotomateriaal van Jan van de Kam verscheen in ‘EOS’ (1997, Nr. 5). Ze slaagden erin het raadsel van het wisselende broedsucces op te lossen. De wisselende verhoudingen binnen de arctische voedselketen liggen hieraan ten grondslag. Om een nog niet achterhaalde reden kent de lemmingenpopulatie een driejaarlijkse piek. Dit maakt dat predatoren als de sneeuwuil en de poolvos de broedende rotganzen ongemoeid laten. De daaropvolgende twee jaar zijn de aantallen vossen en sneeuwuilen toegenomen t.o.v. een dalende populatie lemmingen. Bijgevolg lopen de rotganzen (en hun nakomelingen) meer gevaar en doen ze vaak niet de moeite om te broeden.

Sherwin B. Nuland
De wijsheid van het lichaam
599.5 / Lichaam

Sherwin B. Nuland is hoogleraar chirurgie aan de bekende Yale-universiteit. Gedurende zijn jarenlange praktijk groeide bij hem het besef dat ons lichaam veel meer is dan de som van alle anatomische en fysiologische onderdelen. Door een omvangrijke communicatie via chemische stoffen werken al die onderdelen nauw samen. Op die manier verkrijgt ons lichaam een intuïtief vermogen om alle organen en processen te integreren met als doel het overleven van het geheel maximaal mogelijk te maken. Dat vermogen noemt de auteur ‘de wijsheid van het lichaam’, een uitdrukking die niet van hemzelf komt, maar reeds door verschillende medische auteurs gebruikt werd. Sherwin B. Nuland vertrekt in zijn boek van de klinische geschiedenis van diverse patiënten en de rol daarin van de behandelende artsen en de persoonlijkheid van de patiënt zelf. Hij beschrijft vol ontzag zijn bewondering voor ‘de wijsheid van het lichaam’ en verklaart tezelfdertijd de functies van diverse samenstellende delen van het lichaam. Ondanks het onvermijdelijke vakjargon kan het boek het grote publiek aanspreken omdat de auteur een vlotte, journalistieke schrijfstijl hanteert en een uitgebreid glossarium aan het boek heeft toegevoegd. De auteur kiest duidelijk voor de positie van clinicus en niet voor die van wetenschapper. Een publicatie die past in een hedendaagse stroming die reductionistische opvattingen verlaat voor geïntegreerd denken.

[Martin Rupus]

Anthos, 445 p., ill., 1190 F

ISBN 90-414-0028-1


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Gunter Bousset

  • Marcel Bulckaert

  • Louis de Groof

  • Willy Deckers

  • Erik De Smedt

  • Koen Cuypers

  • Koen Vandebos

  • Krista de Mey

  • Luc Baert

  • Monika Triest

  • Edgard Andries

  • Jan Geeraerts

  • Eric Meganck

  • An van der Heiden

  • Brigitte Gevers

  • Paul Aerts

  • Willy de Block

  • Rik Belmans

  • Hilde Lauwers

  • Martin Rupus

  • Kris Van Zeghbroeck

  • Paul van Ouweland

  • over Robert Anker

  • over Jan Kerkhofs

  • over RenĂ© Witte