De goeroe in de guaveboom
Salman Rushdie is niet alleen een gekend en geroemd schrijver, hij is ook een gerespecteerd criticus. Hij nam het openingshoofdstuk van deze debuutroman op in het door hem en Elizabeth West samengestelde The Vintage book of Indian writing 1947-1997. Dat betekent voor Kiran Desai zoveel als binnenkomen door de grote poort. Haar naam is meteen vereeuwigd in een bloemlezing die Indië en de Indiase literatuur een gerechtvaardigde plaats op de wereldkaart geeft. ‘Het Indiase leven, nog vaak in de wurgende greep van strenge tradities, [blijkt] een godsgeschenk voor Indiase schrijvers’.
Sampath Chawla wordt onder een bijzonder gesternte geboren. De zomer is heter en droger dan ooit in Shahkot, zijn geboorteplaats. Kulfi, zijn moeder, heeft een onmogelijk te bevredigen eetlust en haar zwangere buik wordt zo onwaarschijnlijk dik dat de mensen even hun dagelijkse beslommeringen vergeten als ze haar voorbij zien komen. Op de dag dat Sampath geboren wordt, barst de moesson los en als een verjaardagscadeau van een verre, rijke oom dropt een uit koers geslagen vliegtuig een voedselpakket naast het huis. Als voortekenen van een bijzondere geboorte kan dit tellen en de familie en kennissen zijn ervan overtuigd dat het kind een grote toekomst wacht. Maar Sampath maakt de hoge verwachtingen aanvankelijk niet waar. Op zijn twintigste is hij bediende op het postkantoor en iedereen scheldt op hem; hij is verward, onhandig, niet in staat de eenvoudigste opdracht behoorlijk uit te voeren. Tot hij op een ochtend het huis uitrent en in een guaveboom klimt, waar hij zijn thuis lijkt gevonden te hebben. Verbazing alom wanneer hij over enkele mensen uit het dorp wetenswaardigheden vertelt die ze strikt verborgen hielden voor de buitenwereld. Bovendien strooit deze jongen, die op school voor geen enkel vak kon slagen, grote wijsheden in het rond alsof hij ze maar uit de lucht te pikken heeft.
De auteur licht wel af en toe een tipje van de sluier op, maar ze houdt verder de lezer in spanning, net als de nieuwbakken gelovigen. Is Sampath echt een helderziende of een charlatan, of is dit gewoon toeval? De dorpelingen kiezen alvast voor hun eigen hoop en koesteren hun goedgelovigheid: het moest eens waar zijn, dan hadden zij toch een fijn plaatsje in de schaduw van een machtige goeroe. Het hele dorpsleven wordt dus overhoop gehaald. De kleine beslommeringen, de idealen en ambities van voorheen, de grootse plannen, alles wordt opgeborgen omdat de uitspraken van de wijze alles relativeren tot ijdel tijdverdrijf. Intussen zorgt Sampaths familie voor het best mogelijke comfort om het de nieuwe goeroe in zijn guaveboom naar de zin te maken. Vooral voor vader Chawla is geen inspanning te veel. Hij installeert het hele gezin onder de boom, laat er een waterleidingstelsel in aanleggen en zorgt voor de aansluiting van elektriciteit. Binnen de kortste keren slaagt hij erin van de plaats waar zijn zoon zich met een gelukzalige, wat afwezige blik laat dienen, een bedevaartsoord te maken.
India is het land van de wijzen, de goeroes. Ze hebben veel aantrekkingskracht en verzamelen gemakkelijk grote groepen volgelingen, die hun heil en hun toekomst in de handen van de aanbedene leggen. Maar er zit veel kaf tussen het koren en de verering van de aanbidders is vaak blind en lijkt op spirituele hebzucht. Dat precies laat de auteur in haar verhaal verstaan. Sampath wordt eerst aanzien als de schande van de familie en als de dorpsidioot, die iedereen voor de voeten loopt. Maar de boom heeft in het leven van vele goeroes een grote rol gespeeld en wanneer hij zijn plekje lijkt gevonden te hebben in de guaveboom, worden de rollen omgedraaid. Nu wordt hij de leraar, verkondiger van spirituele wijsheden en hij geniet een steeds grotere populariteit. Toch is het niet Sampath die de grootste verandering heeft ondergaan, het zijn zijn volgelingen die als dwazen rond het nieuwe fenomeen samentroepen. Uiteindelijk zullen ze zich zelfs niet meer bekommeren om wat Sampath hen vertelt, want door de groeiende populariteit van de goeroe en de aanhoudende stroom van bezoekers rijzen er nieuwe problemen. Het fenomeen gaat een eigen leven leiden en de dwaasheid voedt zichzelf.
Een humoristisch verhaal, waarin de auteur op een milde, maar trefzekere manier de spot drijft met lichtgelovige, spirituele zoekers. De al vaker gebruikte mengeling van de levenstragiek waarin de hoofdpersoon gevangen zit met komische, zelfs absurde situaties, levert een licht verteerbaar en fantasierijk, maar beslist niet inhoudsloos verhaal op. Misschien zeilt de auteur net iets te handig tussen de klassieke cüchés door om haar verhaal echt veel diepgang te geven, maar dit debuut heeft voldoende kwaliteiten om Rushdie te volgen, wanneer hij de auteur zeer talentvol noemt.
[Dirk Magerman]
Kiran Desai: De goeroe van de guaveboom
Vassallucci, 198 p., 798 F, ISBN 90-5000-084-3