Wilfried Adams
Met name
Met name is opgebouwd uit vijf cycli, met een gevarieerd aanbod aan serene gedichten, met alliteraties, binnenrijm en andere stijlfiguren om een perfecte talige orde te scheppen. Hoewel het erg moeilijk is een eenduidige stempel te drukken op deze gedichten, kan je ze over het algemeen symbolistisch noemen. In zijn verzen beschrijft Adams vooral zijn eigen, intieme gevoels- en denkwereld, de herinnering aan vroeger en de confrontatie met ouder worden en de dood.
Zo is de eerste cyclus, ‘Versies’, duidelijk een evocatie van de dichter als 35-jarige man, die zich op dat moment al bewust is van zijn nakende bejaardheid, de herfst van zijn leven. Of hoe jeugd en ouderdom naast elkaar staan in de herinnering.
Door de knappe talige structuur, de zwierige maar krachtige stijl en de lichamelijke, uitgebalanceerde woordkeuze staan de gedichten erg op zichzelf. Vorm en inhoud stollen samen. Dit is zeker meer dan louter zelfexpressie. De dichter graaft dieper en legt verbanden tussen uiteenlopende ervaringen. De verrassende formuleringen en het hoog poëtisch gehalte maken de gedichten erg aangenaam om lezen. Hoogtepunt van dit soort taalkunst vind je zeker in de voorlaatste cyclus, ‘Andachtsbilder’, waarin de stolling, het compacte van Adams werk, het duidelijkst zichtbaar is. In elk van de 12 vormidentieke gedichten staan op het eerste gezicht willekeurige mijmeringen krachtig samengebald ‘Een boom is nooit zozeer als in de winter. / Dan staat hij op zijn zuiverst, hard vertakt, / geen kleur die nu zijn strenge zwart uitvlakt. / Hij staat daar, louter boom, alsof een kind er / met watervlugge vingers en verrukt / al wat er niet toe deed heeft afgeplukt’ (‘December’).
Naast pure taalkunst vind je in deze bundel ook sociaal engagement terug. Gedichten als ‘Park in October’, ‘Rietmaaiers’ en ‘Schikcklgruber’ geven gevoelens m.b.t. gewelddadige en bloedige historische gebeurtenissen weer. Net zo min als de dichter zich vergrijpt aan moeilijke, dure taal, vergeet hij ook de noodzakelijke, verklarende referenties niet.
[Eefje Rampart]
P, 61 p., 595 F
ISBN 90-73214-46-7