Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leesidee. Jaargang 4 (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Leesidee. Jaargang 4
Afbeelding van Leesidee. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van Leesidee. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leesidee. Jaargang 4

(1998)– [tijdschrift] Leesidee. Kritisch-bibliografisch tijdschrift–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

[Vervolg Recensies]

500 - Wetenschappen

Informatica
David Lai, Greg Simsic
Photoshop 4 Type Magic 2
527.5 / Adobe Photoshop

Photoshop is het toonaangevend grafisch programma van Adobe voor het bewerken en bij werken van foto's en afbeeldingen. Met dit doe- en kijkboek kan men verder bouwen wat creatieve effecten betreft, door het werken met bijzondere lettertypen en effecten. Voorkennis van Photoshop is wenselijk.

Dit is geen handleiding, maar eerder een staalkaart van mogelijkheden. Er hoort een cd-rom bij, die zowel onder Windows als onder Mac draait, en die de bijkomende bestanden (effecten, filters, lettertypes, beelden, kant-en-klare bestanden en demo's) bevat, die men nodig heeft om de uitgebreide keuze speciale effecten te bereiken die in het boek voorgesteld worden. In een korte introductie worden de basistaken van Photoshop overlopen, daarna worden 45 verschillende effecten besproken, met variaties.

De werkwijze wordt stap voor stap en met een overvloed aan bijkomende tips en suggesties uit de doeken gedaan. Er wordt ruim gebruikgemaakt van de vele opmaakfuncties om tot een gestructureerde en aantrekkelijke tekst te komen. In de bijlagen vind je een lijst van aanvullende softwareprogramma's, met de adresgegevens van de leveranciers en van hun websites, waar je in principe terecht kan voor een voorproefje. Als inhoudstafel werd gekozen voor een geïllustreerd overzicht van de verschillende effecten.

[Marcel Bulckaert]

Academie Service, 231 p., ill. + cd-rom, 1299 F

ISBN 90-395-0690-6

Tobias Weltner
Windows 98
525.1 / Windows 98

Windows 98 brengt geen ingrijpende vernieuwingen in de vertrouwde Windows-omgeving, maar een herziene druk. Kinderziekten werden weggewerkt, nieuwe technologische ontwikkelingen werden geïntegreerd, er wordt sneller en gebruiksvriendelijker gewerkt en bespaard op geheugenruimte. En er blijven storende mankementen.

De ‘Easy computing gidsen’ hebben de verdienste de kern van de informatie overzichtelijk te bundelen in een handzaam formaat, verzorgd maar zonder overbodige uitweidingen of toeters en bellen, en tegen een vriendelijke prijs over de toonbank te gaan.

Windows 98 voldoet aan deze verwachtingen. In vlot tempo maakt men kennis met de belangrijkste nieuwigheden en mogelijkheden van het besturingsprogramma, met korte gebruiksaanwijzing. De vormgeving is sober maar keurig en er wordt naar behoren gebruikgemaakt van schermafdrukken en de instrumentendoos van de tekstverwerker. Een uitgebreid trefwoordenregister vergemakkelijkt het opzoekwerk.

[Marcel Bulckaert]

Easy Computing, 412 p., ill., 399 F

ISBN 90-5167-212-8

[pagina 558]
[p. 558]

Wiskunde
J.S. Cramer, J. Hemelrijk
Statistiek eenvoudig
517.2 / Statistiek

Statistiek is een van die takken van de wiskunde waar we regelmatig mee geconfronteerd worden. Denk maar aan opiniepeilingen, kansspelen, werkloosheidsstatistieken en proeven met geneesmiddelen. Al deze voorbeelden hebben met elkaar gemeen dat ze steunen op methodes uit de statistiek. Vermits we - o.a. via de media - zoveel in contact komen met toepassingen van de moderne statistiek en er bovendien heel wat beleidsbeslissingen genomen worden op basis van statistische analyses is een populariserend werk over statistiek zeker op zijn plaats. Wat de auteurs met dit boekje beogen, is vooral de lezer vertrouwd te maken met de gedachtegang achter de moderne statistiek, in se een wiskundige theorie.

Statistiek eenvoudig is zeker geen leerboek en je vindt er ook bitter weinig in over hoe statistici cijfers verzamelen. Wat wordt er dan wel behandeld: het begrip kans, verschillende kansverdelingen, schatten uit steekproeven en het toetsen van hypothesen. Al deze begrippen en methoden worden uitvoerig geïllustreerd aan de hand van voor iedereen herkenbare en begrijpbare voorbeelden. De auteurs hebben maar af en toe hun toevlucht genomen tot formules en wiskundige redeneringen. Desondanks blijft dit boekje erg toegankelijk. In het eerste hoofdstuk is ook een kort historisch overzicht van de statistiek opgenomen. Kort samengevat: een prima en heldere inleiding op de moderne statistiek in de reeks ‘Perspectief’. Er is heel weinig wiskundige voorkennis vereist. Alleen jammer dat een literatuurlijstje met enkele toegankelijke boeken ontbreekt.

[Hugo Gevaert]

Nieuwezijds, 127 p., ill., 398 F

ISBN 90-5712-011-9

Keith Devlin
Wiskunde
510.1 / Wiskunde

In essentie is wiskunde volgens Keith Devlin de wetenschap van patronen en structuren. Precies dit idee wil hij overbrengen. Dit is bijgevolg geen leerboek wiskunde, alhoewel heel wat onderwerpen ook in leerboeken van het secundair onderwijs zijn opgenomen. Dit betekent dat wie op de middelbare school een behoorlijke wiskundeopleiding heeft genoten, met succes het betoog van Devlin moet kunnen volgen. Op de flap staat er zelfs dat er geen wiskundige voorkennis of aanleg nodig is om dit boek te lezen, maar dit lijkt mij overdreven.

Het boek (zie ill.) bestrijkt zeker niet het volledige werkveld van de wiskunde. De auteur wil vooral laten zien dat de vooruitgang in de wiskunde gedreven werd en wordt door de zoektocht naar onderliggende patronen en structuren. Om dit te illustreren grijpt Devlin zowel naar klassieke thema's zoals de analyse, de algebra en de klassieke meetkunde, als naar actuele thema's zoals de topologie en de grafentheorie. Ook een aantal zeer bekende - en lange tijd onopgeloste - problemen (vierkleurenprobleem, de laatste stelling van Fermat...) komen aan bod. Af en toe werd er een intermezzo ingelast waarin een aantal concrete onderwerpen uitvoeriger aan bod komen. In de tekst zijn ook een aantal elementen uit de wiskundegeschiedenis verwerkt. Af en toe legt de auteur ook een link naar andere wetenschappen. Boeiend! Het boek bevat zes hoofdstukken waarin iedere keer een bepaald thema of deelgebied uit de wiskunde behandeld wordt. Binnen de hoofdstukken volgt de auteur min of meer een chronologische lijn. Een nogal gebruikelijke methode in populariserende wetenschappelijke boeken. Dit deel uit de ‘Wetenschappelijke bibliotheek’ is opnieuw van een hoog niveau. Er komen ook heel veel verzorgde illustraties in voor, die je moeten helpen om het betoog goed te kunnen volgen. Het boek wordt afgesloten met een lijst van werken die de auteur aanbevelenswaardig acht voor de geïnteresseerde lezer. Op één na allemaal Engelstalig. Een prachtig boek dat ik zonder meer kan aanbevelen voor al wie enige affiniteit met wiskunde heeft. Voor leerkrachten wiskunde een must.

[Hugo Gevaert]

Natuur & Techniek, 216 p., ill., 1500 F

ISBN 90-73035-53-8

Simon Singh
Het laatste raadsel van Fermat
516 / Stelling Van Fermat / Wiskunde; Geschiedenis

Rond 1637 poneerde Pierre Fermat een stelling waarvan hij beweerde het bewijs gevonden te hebben. Alleen was ‘de marge te klein’ om het te publiceren. De formulering van de stelling is zo eenvoudig dat een doorsnee middelbare scholier ze kan begrijpen. Het bewijs van de stelling is evenwel aartsmoeilijk. Meer dan 300 jaar hebben de knapste wiskundigen tevergeefs naar dit bewijs gezocht. Pas in 1993 slaagde Andrew Wiles er in om met erg geavanceerde wiskunde dit probleem op te lossen. Deze - voor wiskundigen - historische doorbraak haalde toen zelfs het wereldnieuws. Voor de BBC maakte Simon Singh samen met John Lynch een Horizon-documentaire over Andrew Wiles. Op basis van het materiaal dat n.a.v. deze documentaire verzameld werd, schreef Singh dit bock.

Alhoewel wiskunde voor een lekenpubliek doorgaans erg ontoegankelijk is, levert de speurtocht naar het bewijs van de laatste stelling van Fermat een zeer boeiend verhaal op. Een verhaal van grote wiskundigen en kleine menselijke tragedies. De structuur van het boek komt zeer sterk overeen met dit van Amir D. Aczel (De laatste stelling van Fermat, Li 1997, p. 532). Dit betekent dat er ook een chronologische verhaallijn gebruikt wordt. We beginnen bij de geschiedenis van Pythagoras en zijn beroemde stelling. In het volgend hoofdstuk wordt de geschiedenis van Fermat en het ontstaan van zijn raadsel verteld. Daarna beschrijft Singh in hoofdstuk drie en vier de vele pogingen die in de loop van de 12de. 19de en het begin van de 20ste eeuw ondernomen werden. In het laatste deel van het boek behandelt de auteur de gebeurtenissen van de laatste 40 jaar en uiteraard ook het fenomenale werk van Andrew Wiles. In het laatste hoofdstuk komen nog een aantal openstaande wiskundige problemen aan bod. Het boek wordt afgesloten met enkele wiskundig georiënteerde aanhangsels en een uitgebreide literatuurlijst. Het laatste raadsel van Fermat is vooral het verhaal van een belangrijk stuk geschiedenis van de wiskunde. Toch probeert de auteur je ook in te wijden in de grote lijnen van het bewijs dat Wiles construeerde. Hierbij heeft Singh het gebruik van wiskundige formules tot een minimum beperkt. Waar hij wel zijn toevlucht tot formules moest nemen, deed hij zijn best om de zaken zo helder mogelijk uit te leggen. Hij is daar met vrucht in geslaagd. In vergelijking met het boek van Aczel bevat dit boek veel meer geschiedkundige en biografische informatie. In ieder geval is Singh er in geslaagd een vlot leesbaar en verhelderend verslag te schrijven van een van die grote verhalen uit de geschiedenis van de wiskunde. Niet te missen.

[Hugo Gevaert]

De Arbeiderspers, 367 p., 1199 F

ISBN 90-295-3728-0



illustratie

[pagina 559]
[p. 559]

Astronomie
Alan H. Guth
Het uitdijende heelal
552.2 / Heelal / Kosmologie

De vraag naar het ontstaan van het heelal is eeuwen oud. Het is echter pas vanaf 1964 met de ontdekking van de kosmische achtergrondstraling dat deze vraag door astronomen ernstig werd genomen. Medio de jaren '70 kregen ze versterking van fysici die geïnteresseerd waren in de speurtocht naar een theorie over alles. Er werden grote vorderingen gemaakt en er ontstond een degelijk onderbouwde theorie over het ontstaan en de evolutie van het heelal. Ondanks dit succes bleven er enkele netelige problemen. De kosmologen bleven met deze problemen worstelen tot de dag dat Alan Guth, elementaire deeltjesfysicus van opleiding, de theorie van het inflationair heelal ontdekte. In Het uitdijende heelal geeft deze bevoorrechte getuige een uitvoerig overzicht van de wetenschappelijke speurtocht naar een theorie over het ontstaan van het heelal. Zijn eigen belangrijke bijdrage krijgt uiteraard nogal wat aandacht, maar het siert Alan Guth dat hij daar heel bescheiden bij blijft. Hij laat heel duidelijk zien dat de tijd rijp was voor het ontdekken van de fase-overgang in de kosmische oersoep en de daaruit voortvloeiende inflatie van het heelal.

In het eerste deel schetst Guth de geschiedenis van de kosmologie en de speurtocht naar een alles omvattende theorie voor de fundamentele krachten. In dit deel lezen we dan ook zaken die in veel andere populariserende wetenschappelijke boeken ook te vinden zijn. Dit betekent uiteraard niet dat de auteur dit deel zomaar achterwege kon laten. Hij maakte immers van de gelegenheid gebruik om een aantal begrippen en ideeën aan te brengen. Dit moet de lezer helpen om met vrucht de rest van het boek te lezen. In het tweede deel pakt Guth uit met het verhaal over ‘zijn’ ontdekking. Precies dit deel geeft het boek een meerwaarde. Je krijgt immers het verhaal uit de eerste hand. Zo leer je welke moeilijke en lange weg Guth heeft moeten afleggen vooraleer de theorie van het inflationaire heelal als een rijpe vrucht in zijn schoot viel. In het laatste deel lees je hoe deze theorie verder werd verfijnd en tot welke speculaties hij leidt. Het laatste woord is er zeker nog niet over gezegd. Het boek bevat een aantal bijlagen en een uitgebreide verzameling noten waarin o.a. de bronvermelding werd opgenomen. Het sluit af met een verklarende woordenlijst en register.

Het uitdijende heelal is onderhoudend geschreven en zeker toegankelijk voor een leek met belangstelling voor wetenschap. Wiskundige formules heeft de auteur doelbewust achterwege gelaten. De moeilijkste hoofdstukken zijn acht en negen. Hier worden o.a. de Higgs-velden en de spontane symmetrieberekening besproken. Niets belet je echter om deze hoofdstukken slechts diagonaal te lezen. Je zal zonder veel moeite toch de rest van het verhaal kunnen volgen. Een aanrader.

[Hugo Gevaert]

Contact, 363 p., ill., 1590 F

ISBN 90-254-2483-X

Eltjo H. Haselhoff
Het raadsel van de graancirkels
552.9 / Cirkeleffect

Het fenomeen van de graancirkels (zie ill.) is niet nieuw; 20 jaar geleden reeds vond men in Engeland een graancirkel, die beschouwd werd als het werk van de duivel. Sindsdien kennen we het bestaan van 7000 graancirkels, wereldwijd verspreid. Deze verschijnselen laten velen, zowel kenners als leken op dit gebied, niet meer los. Eltjo H. Haselhoff heeft reeds ontzettend veel onderzoek gedaan en de resultaten van andere onderzoekers op de voet gevolgd. Het ging dan steeds om graancirkels die in Engeland en Nederland gevonden zijn. Telkens rijzen er nieuwe vragen. Wat de wereld het meest bezighoudt, is de vraag of graancirkels het werk zijn van mensenhanden of niet. Het is ondertussen wel duidelijk dat er verschillende formaties gevormd werden door mensen, boaxers genoemd in vakjargon, maar er bestaan ook vele mysterieuze aanduidingen, die niet verklaard kunnen worden. Wat te zeggen van het licht dat sommigen zagen, vlak voor het ontstaan van een nieuwe cirkel? Of graanstengels die afgebrand waren? En wat met de formatie die in de sneeuw gevonden werd, zonder dat er ook maar één voetspoor te bespeuren viel?

Je krijgt hier een goede kijk op het verschijnsel, maar soms is het echt wel moeilijk voor niet ingewijden om de vaktaal te begrijpen. De tekst wordt afgewisseld met prachtige kleurenfoto's die gevoelens van verwondering oproepen. Eén ding blijft zeker duidelijk: het graancirkelfenomeen is (nog) niet te verklaren en blijft aanleiding voor onderzoek.

[Daniëlle Raeymaeckers]

Ankh-Hermes, 194 p., ill., 700 F

ISBN 90-202-8162-3

Natuurwetenschappen
Roger Lewin
Evolutiepatronen
573.2 / Moleculaire Biologie / Evolutieleer



illustratie

Hoe werd uitgevist dat de familie Naundorff/De Bourbon geen afstammelingen kunnen zijn van de Franse koning Lodewijk de zestiende is uitvoerig in de media geweest. DNA-onderzoek in het laboratorium van de Leuvense professor Cassiman had dat met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid uitgemaakt. Dat frappante voorbeeld illustreert hoe moleculaire technieken informatie leveren die een eind - en zo nodig heel ver - terug kan gaan in de geschiedenis. De opgang van de moleculaire biologie in de laatste decennia is een waar succesverhaal en heeft het aanzien van de biologie flink aangezwengeld. Vroeger gebeurde het bepalen van de evolutionaire verwantschap tussen organismen alleen op basis van anatomische overeenkomsten. Deze methode had nogal wat valkuilen, o.m. omdat de uiterlijke bouw het resultaat kan zijn van een convergente aanpassing aan dezelfde milieuomstandigheden (bv. vissen en walvissen). ‘Traditionele’ biologen

[pagina 560]
[p. 560]

hebben grote verzamelingen aangelegd om de grote diversiteit van het leven te illustreren. Wie dacht dat de moleculaire biologie deze collecties naar de prullenmand zou verwijzen, komt bedrogen uit want die verzamelingen zijn de schatkamer geworden van genetische informatie. Op deze wijze stimuleert de moleculaire biologie de hergeboorte van de traditionele biologie.



illustratie
uitgestorven termiet in een 25 miljoen jaar oude barnsteen


Wetenschapsjournalist Roger Lewin tekent in dit boek op een schitterende wijze het succes van de moleculaire biologie. In het eerste deel stelt hij de twee manieren waarop biologen tegen de evolutie aankijken - morfologische en moleculaire fylogenetica - tegenover elkaar. De confrontatie tussen beide methoden groeit stilaan uit tot een consensus. In het tweede deel staat de moleculaire klok centraal: deze stelt onderzoekers in staat vast te stellen wanneer evolutionaire processen plaatsvonden. Het laatste deel handelt over moleculaire ecologie en moleculaire antropologie. Het boek is geen aaneenschakeling van louter technische uiteenzettingen omdat de auteur de evolutiepatronen aan de oppervlakte brengt door uitvoerige beschrijvingen van gedragingen van diverse diersoorten. Roger Lewin, die gespecialiseerd is in evolutie, levert hiermee weer een knap werk af.

[Martin Rupus]

Natuur & Techniek, 249 p., ill., 1072 F

ISBN 90-73035-92-9

Fred Spier e.a.
De evolutie de baas
574 / Evolutieleer / Genetische Manipulatie

150 jaar geleden werd de Nederlandse botanicus Hugo de Vries geboren en van die gelegenheid maken de redacteurs gebruik om diens plaats in de geschiedenis van het evolutieparadigma nog eens te benadrukken. En niet ten onrechte, want De Vries was de man die het verband tussen Darwins macro-evolutie en Mendels micro-evolutie conceptualiseerde: biogenetica. Dit realiseerde De Vries door zijn studie van mutaties, een reeds lang bekend en voorondersteld fenomeen dat hij wetenschappelijk invulde, zo ongeveer in die woelige periode van Freuds en Einsteins eerste bekende geschriften. Het boek neemt het begrip evolutie erg serieus: ook de Big Bang moet wetenschappelijk verzoenbaar zijn met het bio-evolutiemodel. Ook de toekomst wordt verkend, in termen van het heuristisch potentieel van de huidige biogenetica, zoals het Human Genome Project: het in kaart brengen van het hele menselijk DNA, zo'n drie miljard basenparen. Uiteraard komen ook de actuele morele thema's naar boven: recombinant DNA, transgenetica en andere (reprogenetische) technieken. Op die manier leeft De Vries' belangstelling voor mutaties nog verder in het biogenetisch onderzoek.

[Erik Meganck]

Vossiuspers AUP, 137 p., 500 F

ISBN 90-5629-035-5

Plant- En Dierkunde
Marie-Jo Dubourg-Savage
Roofvogels
598.8 / Roofvogels

Dit determinatieboekje bevat veel goed uitgetekende en gekleurde vliegbeelden voor elke soort, met tussendoor vergelijkingen van het verenkleed tussen aanverwante soorten. De soms minieme verschillen worden aangeduid met een pijltje. Om even te oefenen kan je beginnen met het subtiele onderscheid tussen de bruine, blauwe en grauwe kiekendief, zowel wat kopkleur en -tekening betreft als wat de vliegbeelden aangaat. De inleiding, de studie van het verenkleed en de manier om dit boek te gebruiken, moeten zeker gelezen worden om Europese roofvogels te kunnen determineren. De voorstelling van de soorten begint met de gieren gevolgd door de arenden, wespendief en buizerds, wouwen en kiekendieven, havik, sperwers en valken, om te eindigen met de uilen en kerkuilen. Handig gidsje in de reeks ‘Snelzoek natuurgids’.

[Louis Gonnissen]

Elmar, 125 p., ill., 200 F

ISBN 90-389-0721-4

In dezelfde reeks op Bibnet
Literaire nieuwtjes:



illustratie

Pamela Forey, Cecilia Fitzsimons: Zee- en kustleven (Elmar)

http://www.bib.vlaanderen.be

Zdenek Veselovský
Encyclopedie van vogels
598.3 / Vogels; Encyclopedieën

Het woord ‘encyclopedie’ uit de titel is overtrokken, want daarvoor komen veel te weinig vogelsoorten aan bod. Het boek geeft wel een goed inzicht, een diepe en brede kijk op de vogelwereld. Zo wordt veel aandacht besteed aan de bouw van de veren en het dagelijkse vogelleven. Daarna volgen meer dan 200 pagina's met de systematische indeling van de vogelwereld, te beginnen met de loopvogels om te eindigen met de hoogst ontwikkelde zangvogels. De wetenschappelijke namen van de grote orden worden dikwijls vervangen door omschrijvingen die meer tot de verbeelding spreken zoals ‘heersers over de zee’, ‘meesterduikers’, ‘spartelaars’, ‘mooipraters’...

De voorstelling van de vogelsoorten is uitstekend: omwille van de foto's van hoge kwaliteit én omwille van de korte, zeer informatieve tekst met de maten, het gedrag bij de paring, het broeden en de voeding van de jongen. Waar nodig wordt de tekst nog aangevuld met duidelijke tekeningen die een of ander detail in focus brengen. Zoals bv. de tekening van de als een jachthoorn opgerolde luchtpijp van sommige paradijsvogels. Het boek wordt afgesloten met een register op Nederlandse en wetenschappelijke namen. Tenslotte volgt een fotoverantwoording. Het is een overzichtelijk werk met een goede keuze uit de vele vogelsoorten die de aarde rijk is. Dit naslagwerk kan speciale diensten bewijzen aan de beginnende ornitholoog.

[Louis Gonnissen]

Zuid Boekprodukties, 256 p., ill., 498 F

ISBN 90-6248-929-X

[pagina 561]
[p. 561]

600 - Gezondheid

Geneeskunde & Gezondheidszorg
P.V. Admiraal
Euthanasie en de Eed van Hippocrates
603.1 / Euthanasie / Arts En Patiënt

De auteur, een warmmenselijk en toegewijd anesthesioloog, doorspekt zijn betoog - een indrukwekkende en doorvoelde status questionis - met onverbloemde verslagen van zijn ervaringen met ondraaglijk lijden en euthanasie. Enkele daarvan zijn onweerstaanbaar ontroerend. Maar als argument pro euthanasie vallen ze te mager uit. Zelf stelt de auteur dat de cruciale vraag nooit is, hoelang iemand nog te leven heeft, maar wel hoe dat leven verder zinvol in te vullen valt, wat mij doet denken aan de mooie frase dat palliatieve zorg erin bestaat geen dagen toe te voegen aan het leven, maar leven aan de dagen. Euthanasie lijkt mij daarbij geen haalbare kaart. Zeker niet wanneer het probleem later in het boek consequent doorgetrokken wordt: ook de eenzame, de travestiet, de kleptomane, de vrouw met wasdwang... moeten in aanmerking komen. En iemand met suïcidale neigingen kan ook vragende partij zijn: de arts doet het immers beter. Zelfs de partner moet meekunnen! Het is net in die moedige consequentie dat euthanasie op zijn griezeligst en absurdst verschijnt. En dat allemaal in naam van het zelfbeschikkingsrecht: het nieuwe en betere fundamentalisme. De argumenten die moeten verbloemen dat het uiteindelijk slechts dat is, lopen over van sentimentele retoriek à la ‘Hij stierf met een glimlach en de nabestaanden dankten ons overvloedig’. Dit hedonistisch argument legt de dood in het verlengde van een leven, dat happy moet zijn. Pech voor bv. verkeersslachtoffers die er niet om kunnen lachen. Deze vergelijking is niet belachelijker dan die van de auteur, waar hij stelt dat enerzijds mensen wel hun leven mogen geven in een oorlog, maar niet in een ondraaglijk lijden. Ten eerste ben ik geen voorstander van het geven van een leven met de bedoeling er eerst zoveel mogelijk andere te nemen en ten tweede vind ik dit zeker geen argument pro euthanasie. Ik wacht nog steeds op de grapjas die stelt dat Jezus toch ook juridisch onderbouwde euthanasie liet bedrijven omwille van een psychisch ondraaglijke v/Vaderrelatie.

[Erik Meganck]

Van Gennep, 168 p., 598 F

ISBN 90-5515-170-X

Amanda Cochrane
Baby en kind veilig gezond
611.2 / Natuurgeneeskunde; Kinderen

De auteur van dit uiterst nuttige naslagwerkje realiseerde zich dat aan conventionele medicijnen veel te dikwijls nare bijwerkingen en allerlei contra-indicaties verbonden zijn. Dat huisdokters - vaak alleen maar om zichzelf veilig te stellen - antibiotica voorschrijven bij een banale verkoudheid en koortsonderdrukkende zetpillen bij een lichte temperatuursverhoging. Dat baby's en peuters onnodig veel vaccinaties krijgen.

In dit boek adviseert ze natuurlijke middelen voor preventie en behandeling van veel voorkomende kinderziekten. Er wordt in uitgelegd wat verstandige ouders zelf kunnen doen wanneer de eerste symptomen zich manifesteren. En hoe deskundige natuurgenezers het kind verder kunnen behandelen met o.a.: aroma-, voedings- en hydrotherapie, biochemische weefselzouten, Chinese kruiden, Bachbloesems, homeopathie, massage, osteopathie, voet- en handreflexologie. Aan de vlotte verkrijgbaarheid van vele in dit boek geadviseerde middelen uit de natuurlijke medicijnkast schort in België jammer genoeg wel een en ander.

[An van der Heiden]

Elmar, 287 p., 590 F

ISBN 90-389-0706-0

Arend Van Dam
Spermadilemma
605.5 / Vruchtbaarheidsproblemen / Steriliteit

In de media hoor je de laatste tijd steeds vaker dat de kwaliteit van het sperma mettertijd zienderogen achteruitgaat. Omgevingsfactoren, maar ook de levenswijze van de moderne man dragen er toe bij dat zijn vruchtbaarheid afneemt. Over deze mannelijke vruchtbaarheid zijn al veel boeken geschreven, over de vruchtbaarheidsbeleving bij de man echter niet.

Wanneer de man in zijn puberteit voor het eerst in contact komt met zijn zaad, zal hij geen seconde stilstaan bij de implicatie hiervan. Hij zal het sperma en de daad om het te verkrijgen koppelen aan genot. Pas veel later in zijn relatie wanneer de kinderwens aanwezig is, zal de man zijn zaad nuttig besteden. Het nut en onnut van sperma, het nemen van voorbehoedsmiddelen, het alles doen voor een zwangerschap en nadien sterilisatie of niet: het spermadilemma. Hoe gaat de man hiermee om? Het boek bevat vele getuigenissen: mannen vertellen hun verhaal. Spermadilemma behandelt bijna alle aspecten van de vruchtbaarheid. Van ontdekking, de spermatogenese, over transport, ontvangst, overdracht tot de problemen met vruchtbaarheid. Ook donorschap, de zaadjespapa, spermacontracten en naamgeving komen aan bod. Het boek eindigt met de dilemma's. Momenteel is de man zijn vruchtbaarheid weer helemaal in, denk maar aan Het penseel van de liefde van de Vlaamse uroloog-androloog Bo Coolsaet (Li 1998, p. 228). Ook dit boek is zeker het lezen waard, zowel voor mannen als vrouwen. Het is heel vlot geschreven, klaar en duidelijk, zonder al te veel randinformatie. De auteur schrijft heel open; de afwisseling tussen feiten, patiëntenverhalen en geschiedenis zorgen voor een fraai geheel.

[Brigitte Gevers]

Contact, 207 p., 600 F

ISBN 90-254-2500-3

Over vruchtbaarheidsproblemen op Bibnet
Literaire nieuwtjes:



illustratie

Rob Weber e.a.: Meer kans op vaderschap (Kosmos-Z & K) Dit boek is bedoeld om zo breed mogelijk te informeren over aspecten van de mannelijke voortplantingsfuncties, hem te steunen bij het nemen van een beslissing en de mogelijke onzekerheden weg te nemen. Het geeft duidelijke antwoorden op de vele vragen die een verminderd vruchtbare man zich kan stellen. Een aanrader.

http://www.bib.vlaanderen.be

[pagina 562]
[p. 562]

Coen van der Kroon
De gouden fontein
611.9 / Urinetherapie

Urinetherapie is een oude oosterse traditie die heel geleidelijk in het Westen werd overgenomen. Coen van der Kroon kreeg voor het eerst te maken met de weldaden van de urinetherapie toen hij in India met urine verzorgd werd. Onmiddellijk daarna heeft hij dan ook een onderzoek gestart naar de geschiedenis, de toepassing en de effectiviteit ervan. De gouden fontein (zie ill.) is een speciaal op de dagelijkse praktijk en gebruik gerichte voortzetting van Van der Kroons eerste boek, Urine, een bron van gezondheid (Li 1995, p. 827).

De opzet van dit boek is tweeledig. Deel één behandelt de algemene genezingsprincipes, de exacte werking van urinetherapie, de rol van de nieren en de lever, en de nieuwste wetenswaardigheden op wetenschappelijk gebied. Dit alles wordt op een boeiende manier geïllustreerd met toepassingen over de hele wereld. Verder vind je een praktisch overzicht over ziekte en gezondheid terug. Aan de hand van zowel oude als recentere principes uit het domein van de natuurgeneeskunde wordt kort ingegaan op hoe lichaam, emoties, gedachten en ziel ontgift en gereinigd kunnen worden. De mogelijkheden van urinetherapie (inwendige, uitwendige en intensieve behandeling) worden van naderbij bestudeerd.

Deel twee is een soort compendium: van A tot Z worden een aantal klachten, ziekten en onderwerpen besproken en de rol die een behandeling met urinetherapie daarbij kan spelen. Naast de concrete behandelingstips komen ook bv. suggesties voor een eventueel ondersteunende alternatieve therapie aan bod, aanzetten tot ontspanningsoefeningen die de genezing positief beïnvloeden, fragmenten uit brieven en uit wetenschappelijke publicaties. Aansluitend op het compendium zijn een aantal bijlagen te vinden over o.a. eenvoudige lichaamsoefeningen en reinigingskuren: zaken die je zelf heel gemakkelijk thuis kan uitvoeren. Een uitgebreide bibliografie en enkele leestips sluiten de rij.

[Detty van Otten]

Elmar. 246 p., ill., 690 F

ISBN 90-389-0627-7

Rosaline Offenberg, Karel Noten
Total fitness!
616.6 / Conditietraining / Aerobics

Rosaline Offenberg, aerobics docente, en sportfysiotherapeut Karl Noten geven een merkwaardig overzicht van fitness en aerobics. De auteurs maken zich sterk dat zij met hun boek het recentste onderzoek op het gebied van de fysieke paraatheid op de voet hebben gevolgd en mede hierdoor in staat waren enkele hardnekkige misverstanden in verband met allerlei oefeningen recht te zetten. De meer dan zes bladzijden bibliografie maken in ieder geval indruk.

Overzichtelijk is het in ieder geval. De doelstellingen worden duidelijk omschreven, de kwaliteitseisen voor fitnesscentra zijn helder verwoord, maar jammer genoeg ontbreken ook hier Vlaamse/Belgische adressen. Ook de trainingsprogramma's worden bijzonder overzichtelijk aangeboden. In een zeer logische opbouw wordt er gewerkt naar de belangrijkste hoofdstukken over aerobics zelf en zie je met een overvloed aan foto's wat een veilig spiertrainingsprogramma is en wat onveilige fitnessoefeningen zijn. Zeer lezenswaardig zijn zeker ook de hoofdstukken over ontspanning, over fitness en het zittend beroep, over afvallen en gezonde voeding.

Total fitness!, een handboek over fitness en aerobics (en dat blijkt wel door elkaar te lopen), is inderdaad bijzonder goed gedocumenteerd en zeer bruikbaar, ook als naslagwerk. De taal is helder, de ontelbare zwartwitfoto's zijn hoofdzakelijk functioneel (hoewel er ook enkele esthetische lokkertjes tussen zitten). De makers noemen hun boek het ‘meest complete’. Het lijkt me een onmogelijke superlatief, maar dit moderne boek biedt beslist interessante informatie om het lichamelijke en geestelijke welzijn te verhogen.

[Christiaan Hemelaer]

De Kern, 285 p., ill., 1195 F

ISBN 90-325-0575-0



illustratie

Ian Oshlack
Het avontuur van liefde, intimiteit en seks
615.51 / Seksualiteit

Als je het register in boeken over seks raadpleegt, tref je daar zelden woorden in aan als liefde, tederheid, intimiteit, naspel. Niet zo in dit boek, waarvan de auteur - ongetwijfeld een ervaren minnaar - reeds jaren speelgroepen leidt, waarin hij paartjes metafysische opvattingen over seks bijbrengt. Belangrijk in dit concept is: knuffelen en geknuffeld worden, een eigen plekje creëren, massage, samen in bad, eerlijk zijn, extase, meditatie, spelen met voedsel, dansen, achtergrondmuziek e.d. Kortom alles wat een liefhebbend paar, dat na enkele jaren goed op elkaar is ingespeeld, al lang heeft ontdekt. Toch is het in de heersende Viagra-mania en gezien de overvloed aan porno niet slecht het allemaal nog eens te benadrukken.

[An van der Heiden]

Kosmos-Z&K, 176 p., ill., 600 F

90-215-3203-4



illustratie

Toegankelijke boeken voor patiënten op Bibnet
Literaire nieuwtjes:



illustratie

Brigitte van Baren: In balans (Bruna)
Ria Bremer: Reumatische aandoeningen (Tirion)
Barry Fox: Op je gezondheid (Element)
Jonneke Krans: De reis apotheek (Inmerc, ‘Spreekuur thuis’)
Alisou MacKonochie: Zwangerschap en babyverzorging (Zuid boekprodukties)
Roy Martina: Wat ben je waard (Andromeda)

http://www.bib.vlaanderen.be

[pagina 563]
[p. 563]

Sportboeken
Jean Nelissen
De bijbel van de Tour de France
618.54 / Ronde Van Frankrijk

Het lijkt nogal gewaagd om je boek ‘de bijbel’ van iets te noemen, gezien het prestige van het origineel. Voor je het weet, heb je iets over het hoofd gezien en dan sta je voor paal. Jean Nelissen, vanouds wielersportcommentator voor de Nederlandse televisie, heeft met De bijbel van de Tour de France een sportboek samengesteld over de gerenommeerde Franse rittenwedstrijd waarin inderdaad zowat alles staat wat men zich maar kan indenken. Het omvat alle etappe- en eindklassementen sinds 1903, het begin van de Ronde van Frankrijk. Wou je wel eens weten welke renners de langste soloritten hebben gereden? Waarom is de gele trui eigenlijk geel, welke tourwinnaars hebben in hun specifieke ronde geen rit gewonnen, welke incidenten hebben zich voorgedaan? Deze bijbel bevat een overvloed aan tabellen (de laatste twee bladzijden beschrijven het profiel van de Tour van 1998), maar ook lezenswaardige portretten. Kortom, een bijzonder volledig en overzichtelijk referentiewerk dat zijn plaats verdient in het rijtje van de interessante sportboeken.

[Christiaan Hemelaer]

Veen, 342 p., ill., 800 F

90-204-5909-0

Uli Sauter
In-line skating
618.64 / In-Line Skating

Sinds in-line skating zich in het begin van de jaren '80 als een echte rage in de Verenigde Staten heeft aangediend, is het ook bij ons een bijzonder populaire vrijetijdsbesteding voor jongeren geworden. In-line skating richt zich op de Nederlandse markt, dus het adressenbestand met namen en verenigingen, magazines en skate-parken betreft uitsluitend Nederland. Het begon nochtans mooi, want in het hoofdstuk over de geschiedenis van het in-line skaten lezen we dat twee Belgen aan de oorsprong liggen van de rolschaats met achter elkaar gemonteerde wielen. Voor het overige is het vooral een Engelstalige aangelegenheid en dat wordt bijzonder duidelijk weergegeven in een vier bladzijden omvattend uitstekend vaktermenlexicon. De globale indruk is trouwens zeer positief omdat het boek een overzichtelijke indeling (beginners en gevorderden) koppelt aan sprekende actiefoto's die de verschillende technieken duidelijk illustreren. De freak vindt zijn gading wellicht in de reeks actiefoto's van enkele huidige kampioenen. Een informatief basisboek.

[Christiaan Hemelaer]

Elmar, 87 p., ill., 490 F

ISBN 90-389-0555-6

Jan Antonissen, Vincent Loozen
Giganten van Afrika
619.14 / Voetbal; Nigeria

In 1996 haalde de Nigeriaanse voetbalploeg goud op de Olymische Spelen in de Verenigde Staten. Die overwinning met 3-2 tegen Argentinië heeft ook de Belgische voetballiefhebber niet onberoerd gelaten, gezien zijn vertrouwdheid met Nigeriaanse spelers in de Belgische competitie sinds het midden van de jaren '80. Mede hierdoor lees je met bijzondere belangstelling het prachtige Giganten van Afrika.
De schrijvers zijn erin geslaagd met hun reportagestijl een levendig beeld te scheppen van die vaak begenadigde voetballers, die echter evenveel keren vergeefs voetbalroem en geld in Europa hebben gezocht. Het boek werkt met een aantal tegenstellingen. Er is de niet te ontkennen sportieve opgang van het Nigeriaanse elftal ondanks ruziemakende spelers en (Nederlandse) coaches en ondanks een totaal onstabiel en corrupt land. Er is ook vooral de schrijnende tegenstelling tussen een rijk voetballand als België, dat echter geen rationeel beleid voert op voetbalvlak en daardoor het aantrekken van Afrikaans talent in de sfeer laat van mensenhandel en prostitutie. Een tegenstelling schuilt ook in het succesverhaal van de in België zeer bekende Keshi en Amokachi en van de ex-Ajaxiet Kanu enerzijds, en het tragische lot van een drietal spelers die het om diverse redenen in ons land niet gehaald hebben, anderzijds. Giganten van Afrika is een schitterend boek. De schrijvers hebben gekozen voor een wat afstandelijke reportagestijl die echter aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Prachtige foto's van vooral voetbalspelende kinderen en rijen pasfoto's van verheven kijkende bekende spelers.
[Christiaan Hemelaer]
Van Halewyck, 191 p., ill., 698 F
ISBN 90-5617-157-7

Raf Willems (sam.)
Totaal onverdiend
619.1 / Voetbal

Naar aanleiding van het Wereldkampioenschap voetbal in Frankrijk heeft journalist Raf Willems 25 teksten verzameld rond twee thema's: de derby België-Nederland en het Zuid-Amerikaanse voetbal. Het zou de bedoeling zijn onder de naam Totaal onverdiend een drietal keer per jaar journalistieke en literaire teksten over sport te publiceren. Indien men erin slaagt het niveau van deze eerste bundel te evenaren, alvast een interessant initiatief. Centraal staat een tekst van A.F.Th. van der Heijden. Het is duidelijk dat hij als winnaar van de eerste editie van de GB-literatuurprijs de blikvanger is van deze in hoofdzaak door de Generale Bank gesponsorde bundel. Rond het thema België-Nederland schrijven o.a. Herman Brusselmans en Bob van Laerhoven een literaire bijdrage.

Over Zuid-Amerikaans voetbal schrijft Eduardo Galeano. Het is een prachtige tekst waarin tegelijkertijd de politieke en de voetbalgeschiedenis van Uruguay met overwinningen op de WK's van 1930 en 1950 in herinnering worden gebracht. Opvallend is beslist ook het reeds uit '78 daterende verslag van radiojournalist Jan Wauters over het fel omstreden wereldkampioenschap van 1978 in Argentinië. Ook hier voetbal en politiek naast en door elkaar en indringend en meeslepend van toon. Nostalgie, maar ook humor en relativering schragen deze zeer lezenswaardige journalistiek-literaire bundel.

[Christiaan Hemelaer]

Icarus, 178 p., ill., 495 F

ISBN 90-02-20732-8

Over jeugdsport op Bibnet:



illustratie

Paul de Knop e.a. (red.): Kwaliteit van jeugdsport (VUB-Press)

http://www.bib.vlaanderen.be



illustratie

[pagina 564]
[p. 564]

620 - Voeding - Vrije tijd

Hobbyboeren
Michel Cloet e.a.
Toernooi
621.7 / Geschiedenis / Denkspelen

Het organiseren en het deelnemen aan quizzen is sinds enkele jaren tot een ware sport uitgegroeid. Naast de professionals wagen ook amateurs er zich n.a.v. een of andere activiteit van hun vereniging of school wel aan. Zowel voor de geroutineerde als voor de toevallige quizzer is Toernooi een ideaal geschenk. Nieuwe vragen zullen ze hier zeker in kunnen terugvinden. Het (jeugd)verenigingsleven en het onderwijs kunnen er eveneens goed gebruik van maken. De (slechts) 128 vragen zijn een echte wandeling doorheen onze geschiedenis. Dat daarbij het educatieve een grote rol heeft gespeeld, valt duidelijk op te maken uit de antwoorden. Daar wordt niet alleen de juiste oplossing gebracht (a, b, c of d), maar tevens goed uitgebalanceerd en met aandacht voor een groter verband uitgelegd. Dat geschiedenis geen saaie boel, maar de belangrijkste studiebodem is voor de Europese verscheidenheid en cultuur, en belangrijk is voor de verdere toekomstvisie, wordt hierin duidelijk aangetoond. Een mooi staaltje van de open universiteit en ‘levenslang leren’-filosofie. Een aanrader, ook voor niet-quizzers.

[Harry van Royen]

Davidsfonds, 163 p., 395 F

ISBN 90-6152-607-8

Kookboeken
Pieter Van Doveren e.a.
Vijf seizoenen koken met Geert van Hecke
629.2 / Gerechten / Geert Van Hecke

Geert van Hecke heeft met zijn drie sterren-restaurant De Karmeliet een stevige reputatie opgebouwd. Hij combineert een geperfectioneerde hang naar traditie met verse, vaak streekgebonden producten van hoge kwaliteit. Zijn loopbaan, visie en invloeden worden in de inleiding uiteengezet. Vooral de invloed van grootmeester Alain Chapel laat hij zich welgevallen, de miezerige kost voor het personeel ten spijt, een verborgen maar wijd verspreide traditie binnen de geroemde Franse keuken. Met verse producten als hoeksteen van zijn keuken, kan Van Hecke niet aan het belang van de seizoenen voorbij. Toch zijn er steeds meer verse ingrediënten die het hele jaar door te verkrijgen zijn. Buiten de klassieke vier seizoenen, opteert hij dan ook voor een extra seizoen: klassiekers die voortdurend op de kaart staan, gerechten voor tussenseizoenen..., een allegaartje dat door de vlag ‘vijfde seizoen’ gedekt wordt. Dat maakt dat binnen de opdeling van het boek het vierde (tussen)seizoen net zo goed als het vijfde kon worden aangeduid. Achtereenvolgens passeren januari-maart, maart-juni, juni-september, 15 september-18 oktober en 18 oktober-december de revue. Telkens staan een viertal ingrediënten centraal, samen goed voor 20 producten, van winterkool over bospaddestoelen en orgaanvlees tot kaviaar, die de eigenheid van Van Heckes keuken en de noodzaak van een gedegen warenkennis illustreren. Een 80-tal recepten geven specifiek vorm aan de verschillende seizoenen. Verwacht geen kant en klare receptuur, maar gevoelsmatig samengestelde bereidingen met ruimte voor variatie en interpretatie. Je vindt bv. een gesouffleerde ravioli van prei en zee-egels met gebakken oesters en verse amandelen naast een terrine van varkenskop: gecultiveerde recepten met gebruik van prijzige ingrediënten als truffels en kaviaar wisselen af of versmelten met landelijke roots, waarbij bv. slachtafval en orgaanvlees een rol spelen. Bij dit alles primeert zin voor maat en evenwicht. Achterin werden nog een aantal basisrecepten opgenomen. Het tekstgedeelte werd heel sober op een perkamentkleurige achtergrond opgediend, om de schitterende, bladzijdegrote kleurenfotografie van Tony le Duc (zie ill.) tot zijn volle recht te laten komen. Van individuele ingrediënten en bereidingen straalt een esthetische warmte die recht door de maag gaat.

[Kris van Zeghbroeck]

Stichting Kunstboek, 192 p., 2450 F

ISBN 90-74377-68-8

Arnold Hanbuckers
Exquise hapjes
629.75 / Voorgerechten

‘De smaak van een gerecht spreekt voor zichzelf. Een beperkt aantal ingrediënten, een lichte saus en een eenvoudige garnituur garanderen een perfect evenwicht’. In de inleiding (‘Een visie’) schrijft Arnold Hanbuckers dat het de taak is van de kok ‘te speuren naar wat zijn gast nog niet kent, te creëren wat hij niet verwacht’. Die opdracht moet in alle rust en vrijheid kunnen gebeuren, ‘los van keurders en onbekwame criticasters die enkel trend setting nastreven en financieel voordeel beogen. Waarvan akte’. Hanbuckers is de meesterkok van Auberge De Herborist in Brugge. Klein, verfijnd, koken als kunst. Dat zijn de ordewoorden die op dit boek van toepassing zijn. Heel mooie foto's verluchten het geheel, dat een bijzonder fraaie indruk maakt. Maar ik vrees dat er voor de amateur weinig bruikbaars inzit. Hanbuckers heeft een passie voor kruiden, teelt ze waarschijnlijk zelf en gebruikt ze veelvuldig. De creaties verraden inderdaad een meesterhand, maar vragen ook een flinke dosis tijd en geduld, al was het alleen door het zoeken naar de niet altijd voor de hand liggende ingrediënten. De hapjes zelf vereisen daarenboven behoorlijk wat handigheid en vakkennis. Bovendien (maar dat maakt het natuurlijk exquise) wordt regelmatig toch met dure en duurdere ingrediënten gewerkt, zodat dit kookboek eigenlijk niet voor eenvoudige lui bedoeld is. De prijs is daar al een aanwijzing van.

[Luk de Geyter]

Lannoo, 144 p., ill., 1495 F

ISBN 90-209-3378-7



illustratie

[pagina 565]
[p. 565]

Piet Huysentruyt
Lekker thuis
629.2 / Gerechten

‘Zijn recepten zijn een succes omdat ze klaargemaakt worden met eenvoudige, overal te vinden ingrediënten, omdat ze heel snel klaar zijn en omdat ze worden uitgelegd in een duidelijke, alledaagse taal’. Dat zegt Mimi Smith, presentatrice van het VTM-kookprogramma ‘Lekker thuis’, waarin Piet Huysentruyt optreedt als kok. Meer dan 70 gerechten uit het kookprogramma zijn hier verzameld. Het boek is duidelijk, overzichtelijk en verzorgd. Komen aan bod: aperitiefhapjes, aspergebereidingen, salades, voorgerechten, soepen, gevogelte, vlees, vis, eenpansgerechten, desserts, gebak en confituur. De liefhebber krijgt een reeks recepten van gerechten op basis van eenvoudige ingrediënten, die snel klaar zijn en worden voorgesteld in een duidelijke taal. Per gerecht is er één blad voorzien; een groot aantal recepten wordt geïllustreerd met een aantrekkelijke foto. Piet Huysentruyt leidt het recept in aan de hand van een andekdote; dan worden de ingrediënten opgesomd, vervolgens de werkwijze en afrondend de moeilijkheidsgraad, prijs en bereidingsduur.

[Marianne van den Brande]

Standaard, 123 p., ill., 495 F

ISBN 90-02-20720-4

Gary Rhodes
De nieuwe Britse keuken
EU-Enge 629.63 / Gerechten; Groot-Brittannië

Gary Rhodes is een van die veelbekeken televisiekoks op de BBC. Hij werd tweemaal bekroond met een Michelinster en ontving de Catey-Special-Award, de oscar van de Britse voedselindustrie, voor zijn grote bijdrage aan de verbetering van de Britse keuken. Feit is dat met De nieuwe Britse keuken hij de traditioneel met slechte smaak geassocieerde Engelse kookgewoontes nieuw leven tracht in te blazen. Hij speelt hierbij in op de veranderde Engelse eetgewoontes onder invloed van vooral Aziatische en Mediterrane eethuizen. Naar eigen zeggen wil hij, ook met niet-Britse ingrediënten, avontuurlijke vernieuwing brengen en toch nog de typisch Britse eigenheid behouden. Dit doet hij door zowel klassieke Britse gerechten (roastbeef, yorkshi-repudding, kippers...) als eigen creaties op een moderne manier voor te stellen. De gerechten die hij brengt, gaan van éénpansmaaltijd tot feestdiner. Alle recepten zijn eenvoudig te bereiden. Rhodes geeft bijna steeds alternatieven voor variaties en stimuleert tot creativiteit.

Als Gary Rhodes de Britse kookkunst wilde promoten met dit boek, dan is hij daar maar ten dele in geslaagd. De slechte reputatie van een keuken depanneren met buitenlandse invloeden en dit dan ‘nieuw’ noemen, is niet echt wat het moet zijn. Maar Rhodes is een veelzijdig talent, populair én origineel. Dit boek gaat eigenlijk meer over zijn eigen culinaire creativiteit dan over de Britse keuken. Niettemin degelijk.

[Lode Verhoeven]

BZZTôH, 240 p., 690 F

ISBN 90-5501-456-7

Dirk De Schutter e.a.
Basisgerechten
629.2 / Gerechten

Alle basisbereidingen die tijdens de opleiding in de hotelscholen worden aangeleerd, zijn in dit boek samengebracht. Het richt zich echter niet alleen tot de vakman, ook de amateur kan er heel wat uit leren. Zoals het betaamt, wordt ook de volgorde bepaald door het didactisch principe: basisbereidingen kunnen maken is een absolute noodzaak om met het grotere werk verder te kunnen. Vandaar dat eerst de basissen, de fonds en de sausen aan bod komen, dan de groenten, de aardappelen enz. Omdat het boek in de eerste plaats een hand- en leerboek is, komen alle klassieke en hedendaagse bereidingen die in de leerplannen vermeld staan, aan bod. Het is wenselijk om een zekere voorkennis te hebben en dat je een aantal technieken beheerst. Wie alleen op zoek is naar exclusieve hapjes, vindt in dit boek wellicht niet wat hij/zij zoekt, maar wie de ware finesses wil leren kennen, kan hier behoorlijk wat leren. Er dient opgemerkt dat de bereidingen worden opgegeven voor 10 of 100 personen, aangezien ook grootkeukenchefs tot de doelgroep behoren. Hou er wel rekening mee dat de porties berekend zijn voor plate service en dat een strikt naleven van de opgegeven hoeveelheid wel eens licht kan uitvallen bij een feestje thuis: men rekent inderdaad restaurantporties aan, d.w.z. maximum 150 gr. vlees per persoon. Dat mag echter geen beletsel vormen, want ook de ware amateur-gastronoom weet welk publiek bij hem aan tafel schuift.
[Luk de Geyter]
Pelckmans, 540 p., 895 F
ISBN 90-289-2367-5

630 - Land- en tuinbouw
Peter Bauwens, Guy Dirix
Bijzondere groenten
637.4 / Groenteteelt / Groentegerechten

In tijden van (genetisch gemanipuleerde) industriële monoculturen die verantwoordelijk zijn voor het veeleer grijze en eenvormige aanbod van opgeblazen en smaakloze groenten in de warenhuizen, is het verfrissend om het gevarieerde, kleurrijke en smaakvolle assortiment te aanschouwen dat iedereen in de eigen tuin kan telen. Gangbare groenten als tomaten, uien, paprika's, tomaten, komkommers, wortelen e.d. bestaan niet alleen in die ene supermarktvariant, maar kunnen rasafhankelijk een veelvoud van vormen, kleuren en smaken aannemen. Zin in zwarte truffelaardappelen, oranje of groene tomaten, paarse struikbonen? Maar ook oude in onbruik geraakte groenten als aardpeer, melde, zeekool, hertshoomweegbree en crosne kunnen voor kleur, smaak en variatie zorgen in tuin en keuken.

Bijzondere groenten spitst zich toe op het ‘telen en experimenteren in eigen tuin en keuken’. Bron van inspiratie is de belle époque-tuin met haar aandacht voor de biodiversiteit en sierfunctie van groenten naast hun nutswaarde. Grenzen tussen moes- en siertuin vervagen door groenten in al hun kleur- en vormpracht in een esthetisch geheel uit te spelen. Niet toevallig is Peter Bauwens - die deze ideeën reeds uitgebreid vorm gaf in Een tuin om van te smullen (Li 1998, p. 59) - medeauteur van dit werk. Naast de uitgebreide teeltbeschrijvingen van deze bijzondere groenten en hun toepassing in tuin en keuken, zorgen volledig uitgewerkte experimentele recepten ervoor dat de liefde voor de groentesiertuin ook door de maag gaat. Wat dacht je bv. van ‘Hertshoornweegbree met appel-koolrabiblokjes en dillevinaigrette’, ‘Waaiertaartje van daikon en rijst’ of ‘Terrine van zoete paprika’? Stuk voor stuk recepten die de eigenheid van deze ‘bijzondere’ groenten in de verf zetten.

De verdienste van deze prachtige uitgave ligt in het introduceren van een uitzonderlijk en gediversifieerd groente-

[pagina 566]
[p. 566]

gamma voor een breed publiek. De directe koppeling tussen teelt en bereiding verkleint de stap om zelf aan de slag te gaan. Bovendien scherpt de geslaagde fotografie van ingrediënten en bereidingen de eetlust en het enthousiasme om zelf te gaan experimenteren in tuin en keuken. Het zadenaanbod van bijzondere groenten neemt overal toe, maar wie echt het onderste uit de kan wil halen, moet vroeg of laat voor zaden en plantgoed aankloppen bij Peter Bauwens' gespecialiseerde kwekerij De Nieuwe Tuin in De Klinge. Nu nog wachten op een gelijkaardige uitgave over bijzondere fruit- of kruidensoorten.

[Kris van Zeghbroeck]

Katholiek Vormingswerk van Landelijke Vrouwen, 160 p., ill., 1250 F

Rob Herwig
Het volkomen vijverboek
638.5 / Vijvers

Als er een direct verband zou bestaan tussen het aantal uitgegeven vijverboeken (en de algemene tuinboeken waarin dit aspect aan bod komt) en het aantal vijvers in Vlaanderen, dan evolueert dit stukje Europa binnen de kortste keren tot een waterparadijs. Er komt inderdaad heel wat op de markt, maar binnen dit gamma neemt deze uitgave alleszins een opmerkelijke plaats in. Het volkomen vijverboek is inderdaad een uitschieter in positieve zin, zowel door zijn volledigheid als door zijn duidelijkheid. Na een algemene inleiding met o.m. aandacht voor de historische ontwikkeling van de watertuin, behandelt Rob Herwig zowat alle aspecten i.v.m. aanleg en onderhoud van een vijver. Zo is er heel wat aandacht voor het kiezen van de juiste plek, de vormgeving en de constructie. Ook zwemvijvers en -baden, eilandjes en beekjes, watervallen, verschillende pompen, fonteinen en verlichting komen aan bod. Een apart hoofdstuk behandelt de helderheid van het water, het biologisch evenwicht etc. Verder zijn er nog uitgebreide hoofdstukken over dieren en planten in en om het water. Bij de verschillende planten worden, naast de algemene bespreking, steeds hoogte, bloeitijd, licht, milieu en hardheid aangegeven.

Al deze deelaspecten van vijveraanleg en -onderhoud worden uitvoerig behandeld, enerzijds met een degelijke, goed gestructureerde en vlot leesbare tekst, anderzijds door talrijke schetsen, plannetjes en tekeningen, maar vooral door een massa fraaie foto's, die ook duidelijk laten zien hoe iets dient te worden aangepakt. Dit is dan ook een zeer compleet boek, zowel voor beginnende als gevorderde liefhebbers, met zeer veel praktische tips en algemene achtergrondinformatie.

[Jan Wouters]

Kosmos-Z & K, 240 p., ill., 1980 F

ISBN 90-215-9395-5

Hans Schuman
Tastbaar groen
638.4 / Tuinieren / Visueel Gehandicapten

Tastbaar groen richt zich in de eerste plaats tot tuinliefhebbers met een visuele handicap en de mensen in hun omgeving. Hans Schuman vertrekt vanuit opgedane kennis en ervaring als leerkracht tuinieren aan blinde en slechtziende jongeren in Nederland. En die achtergrond is ook duidelijk merkbaar: de auteur verwijst naar zijn klaspraktijk en de ervaringen van en met zijn leerlingen. Daardoor legt hij vaak wat aparte accenten, met als basisgedachte ‘niet alleen te letten op kleur, maar vooral op vorm, structuur, geur enz. en een lijfelijke beleving van het tuinieren, een openstellen van alle zintuigen voor de natuurlijke wereld om u heen’.
Doorheen het hele boek tracht hij de beginnende tuinier en plantenliefhebber basiskennis, ideeën, tips en achtergrondinformatie te geven. In het eerste deel, over de verzorging van de tuin, geeft de auteur info over o.m. spitten en planten, humus en compost, het kweken van planten. De klassieke beginselen kortom. Deel twee behandelt het ontwerp en de inrichting van de tuin. Vervolgens komen potten en kuipen, kamerplanten (met een degelijke selectie), kinderen en dieren in de tuin aan bod. Het laatste - en origineelste - hoofdstuk bevat uitgebreide plantenlijsten, gerangschikt naar geur-, tast- en geluidseigenschappen. Binnen deze categorieën wordt steeds onderscheid gemaakt tussen kruiden, vaste of eenjarige planten, bladhoudende of -verliezende heesters, kamerplanten enz. Dit alles wordt duidelijk behandeld vanuit het standpunt van de slechtzienden (met vaak hele eenvoudige, maar nuttige wenken om het tuinieren ook voor hen mogelijk en aangenamer te maken), maar ook andere tuinliefhebbers vinden hier heel wat informatie. Algemene tuintips gelden immers voor iedereen, goed- of slechtziend. Het letterkorps is iets groter dan gewoonlijk en de meeste foto's geven bloemen of planten vrij groot weer, zodat ook slechtzienden in de mate van het mogelijke aan hun trekken komen. Een zeer geslaagde uitgave.
[Jan Wouters]
Terra, 144 p., ill., 1180 F
ISBN 90-6255-802-X

Magda Berman
Woorden van troost
634 / Huisdieren / Mens En Dier

Woorden van troost gaat over het afscheid nemen bij het sterven van een geliefd huisdier. De auteur heeft een aantal mensen geïnterviewd die over hun persoonlijke ervaringen vertellen. Ze laat hen in hun eigen woorden vertellen over het verlies of de dood van hun huisdier, op welke manier ze afscheid hebben genomen en hoe ze het rouwproces doormaakten. Dit resulteerde in verhalen en gedichten die herkenbaar zijn voor mensen die ook met de dood van een huisdier geconfronteerd werden en die troost kunnen putten uit de gelijkaardige ervaringen van anderen. Er gaat een enorme positieve kracht uit van het feit dat mensen zo openlijk vertellen over hun diepgaande relatie met een dier en dat je er ook de tijd voor moet krijgen om van dat dier op een serene manier afscheid te nemen als het er plots niet meer is. De verhalen worden afgewisseld met enkele vraaggesprekken waarin deskundigen aan het woord komen. Zo komt eerst bioloog-schrijver Midas Dekkers aan de beurt, daarna een psycholoog die het heeft over rouwverwerking, dan een dierenarts over het probleem euthanasie en tenslotte iemand die werkzaam is in een dierencrematorium.

Het blijft natuurlijk de vraag of een boek zoals dit er echt moest zijn, want uiteindelijk is dit afscheid nemen een heel persoonlijk iets. Anderzijds is het nog steeds zo dat er onwetendheid heerst bij veel mensen die niet begrijpen dat je bij het verlies van een dier evenveel verdriet kan hebben als bij het verlies van een mens.

[Karen Dierckx]

Tirion, 143 p., ill., 490 F

ISBN 90-5121-761-7

[pagina 567]
[p. 567]

Dirk Bouts
736.2 / Dierick Bouts; Het laatste avondmaal / Leuven; Middeleeuwen

Leuven, eeuwenoud maar springlevend, viert dit jaar feest. Het gotische stadhuis met zijn rijk gesculpteerde gevel bestaat 550 jaar en de Sint-Pieterskerk, in het hart van de stad, ziet er gloednieuw uit. Redenen genoeg om de deuren open te zetten en die schitterende bouwwerken aan het publiek te tonen. Maar er is meer. De Sint-Pieterskerk herbergt een aantal kunstschatten, die ter gelegenheid van het feestjaar zijn gerestaureerd: Het ‘Laatste avondmaal’ van Dirk Bouts, het gotische koordoksaal en de calvariegroep. Zij bevinden zich terug op hun oorspronkelijke plaats in het opgefriste koor van de kerk.

Over die kerk en haar kunstschatten handelt het boek Leuven in de late Middeleeuwen: Dirk Bouts, het Laatste avondmaal, geredigeerd door Anna Bergmans van de dienst Monumenten en Landschappen. De verzorgde en toegankelijke publicatie met zijn sprekende foto's vormt een eerbetoon aan de specialisten (kunsthistorici, laboratoriumtechnici, restaurateurs en fotografen) die met uiterste precisie de restauraties hebben doorgevoerd. Zoals de titel laat vermoeden, staat het ‘Laatste avondmaal’ van Dirk Bouts in de publicatie centraal. Wellicht geboren in Haarlem, kwam Bouts tussen 1444-1448 naar Leuven en werd de meest toonaan-gevende schilder van de stad. Hij werkte op bestelling en liet zich door theologen adviseren om een iconografisch sterk programma te ontwikkelen. Daarvan is het ‘Laatste avondmaal’ een sprekende getuige. De iconografie vormt een mijlpaal in de verbeelding van dat historische gebeuren. Voor het eerst wordt het sacrament van de eucharistie centraal geplaatst, en niet de aanduiding van Judas als verrader of de communie van de apostelen. Op de zijluiken staan typologische taferelen uit het Oude Testament (de ontmoeting van Abraham en Melchisedech, de mannaregen, het joodse paasmaal en Elia in de woestijn) die het Nieuwe Testament prefigureren. Voor de keuze van de scènes deed Bouts beroep op Johannes Varenacker en Egidius Bailluwel, theologen aan de Leuvense universiteit. Hij begon aan de prestigieuze opdracht in 1464 en voltooide het werk vier jaar later. Het was een bestelling van de Leuvense Sacramentsbroederschap, die in het koor van de Sint-Pieterskerk een kapel bediende.

De iconografie van het schilderij wordt door prof. Maurits Smeyers van de KU Leuven uitvoerig besproken. Hij beschrijft en belicht de geschiedenis van de voorstelling en achterhaalt de bronnen waaruit de theologen de vernieuwende iconografie hebben geput. Ook de bewogen historiek van het schilderij komt ruimschoots aan bod. Hilde Lobelle-Caluwé en Mireille Madou bekijken de gebruiksvoorwerpen en kledingstukken, die er tastbaar reëel uitzien. De restaurateurs van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium vertellen over de restauratie. Ook de drager, waarop de voorstelling is geschilderd, en de schildertechniek komen aan bod. Daarnaast zijn er artikels opgenomen die het ‘Laatste avondmaal’ in een ruimere context plaatsen: historische stukken over Leuven in de 15de eeuw (prof. Raymond van Uytven) en over het stedelijke landschap in die periode (Lydie Mondelaers en Martin Horsten), artikels over de restauratie van de koorpartij van de Sint-Pieterskerk (Lode de Clercq) met haar bijzonder koordoksaal (Isabelle Leirens) en calvariegroep (Myriam Serck-Dewaide) en een bijdrage over de herkomst van Bouts door prof. Leo van Buyten. Tot slot een interessante studie over de opdrachtgevers van Bouts door prof. Bert Cardon.

Het boek getuigt van de zorg die de specialisten aan het ‘Laatste avondmaal’ hebben besteed. Het is een blijvende herinnering voor wie het schilderij ter plaatse heeft kunnen bewonderen en een aansporing voor de anderen om dat alsnog te doen.

[Brigitte Dekeyzer]

Anna Bergmans (red.): Leuven in de late Middeleeuwen: Dirk Bouts, het Laatste avondmaal, Lannoo, 239 p., ill., 2450 F

ISBN 90-209-3391-4



illustratie

Leuven herdenkt dit jaar de 550ste verjaardag van de eerstesteenlegging van het stadhuis. Een indrukwekkende stroom van evenementen en publicaties werd zo op gang gebracht. Recentste in de rij van Leuvense cultuurhistorische publicaties is Leuven in de late Middeleeuwen (zie bespreking), een kunstboek met speciale aandacht voor de Vlaamse primitief Dirk Bouts en zijn recent gerestaureerd doek het ‘Laatste avondmaal’. Diezelfde Dirk Bouts is het bindende element van drie tentoonstellingen die van 19 september tot 6 december een stem geven aan deze zgn. ‘schilder van de stilte’.

In de eerste plaats loopt in de Predikherenkerk en de Sint-Pieterskerk een tentoonstelling die aan de hand van documenten, beelden, schilderijen, edelsmeed- en borduurwerk uitleg verschaft ‘over de ontstaansgeschiedenis van Bouts' kunstwerken en over de functie die ze voor zijn tijdgenoten vervulden’. Absolute blikvanger van deze prestigieuze expositie - met ‘meer dan 40 originele topwerken van Dirk Bouts, van zijn zoon Albrecht en van zijn directe navolgers’ - is het recent gerestaureerde ‘Laatste avondmaal’. Interactieve computer- en video-opstellingen zorgen voor een belevenis op maat.

Daarnaast staat ‘Leven te Leuven in de late Middeleeuwen’ centraal in het Stedelijk Museum Vander Kelen-Mertens. Beleef alle facetten van het Leuven van de 15de eeuw.

Tenslotte staat ‘Het Leuvense stadhuis’ in de kijker als ‘pronkjuweel van Brabantse gotiek’. Vanuit zijn atelier in de Minderbroederstraat hooide Bouts ‘het getimmer, gekap en geroep op de bouwwerf van het stadhuis’, die voor deze gelegenheid gereconstrueerd weid.

‘Schilder van de stilte’ is de suggestieve ondertitel van het tentoonstellingsboek Dirk Bouts dat in september bij het Davidsfonds verschijnt In deze rijkelijk geïllustreeide en verzorgde uitgave gaat Maurits Smeyers op zoek naar de enige echte Bouts: ‘naar zijn afkomst zijn kerkelijke en wereldlijke opdrachtgevers, het Leuvense milieu en de plaats die hij daarin bekleedde. Aan de hand van [...] werken verklaart hij het succes van Bouts' werk in zijn tijd en de betekenis ervan voor ons’.

[pagina 568]
[p. 568]

700 - Beeldende kunst

Barbara Eisenbarth
Bloemen
747.2 / Aquarelleren / Bloemen Schilderen

Bloemen zijn dankbare onderwerpen voor de aquarelschilder. Na de inleiding is er een korte uiteenzetting over de keuze van het materiaal en van de basisuitrusting. Stap voor stap en aan de hand van sprekende voorbeelden worden de verschillende technieken uitgelegd. Je leert hoe de contrasterende werking van de afzonderlijke kleurvlekken het schilderij levendig maakt. Bij de overlooptechniek wordt uitgelegd hoe je een vloeiende overgang kan maken van verzadigde kleur naar transparante kleursporen. Bij de nat-op-nattechniek komt het er op aan snelle penseelstreken aan te brengen, waarbij de kleur uitvloeit en aan de randen vertakt. Het granuleren helpt je dan details aan te brengen. Er zijn drie mogelijkheden voor het mengen van kleuren: de reële, de optisch-substractieve en de optischpartitieve. Een korte bespreking en een sprekend voorbeeld maken het meteen duidelijk. Enkele voorbeelden met stapvoor-stapuitleg: Daglelies, Oost-Indische kers, Papavers, Pluizenbollen, Hibiscusbloem, Magnolia's. Tot slot nog tips voor het opspannen en inlijsten. Warm aanbevolen, dit deeltje in de ‘Aquarel workshop’-reeks.

[Maria Sys]

Gaade, 64 p., ill., 550 F

ISBN 90-6017-657-X

In dezelfde reeks op Bibnet
Literaire nieuwtjes:



illustratie

Barbara Eisenbarth: Landschappen (Gaade)
Rainer Kaiser: Gemengde technieken (Gaade)

http://www.bib.vlaanderen.be

S. Honig Jz.
Arbeid met vuur en verve
738.9 / Herman Heijenbrock / Industrie In De Schilderkunst

Herman Heijenbrock was geen grote of begenadigde schilder. Zijn verdienste ligt elders, m.n. als documentair schilder van de arbeid (zie ill. boven). Bij een reis doorheen België in 1890 raakte hij in de Borinage gefascineerd door de mijnen en ijzergieterijen. Hij hield er een levenslange interesse voor de zware industrie en een grote bewondering voor de toenmalige techniek aan over. Zijn educatieve gedrevenheid en zijn sociale bewogenheid brachten hem tot een zeer omvangrijk oeuvre waarin de industrie centraal staat. Deze belangstelling resulteerde in 1923 ook in de oprichting van het - kort na zijn dood weer gesloten - Amsterdamse ‘Museum van den arbeid’. Een grotere bekendheid verwierf hij in Nederland, vooral door de productie van schoolwandplaten en illustraties voor kalenders.

Naast een korte biografische inleiding, waaruit blijkt dat nog heel wat onderzoek te verrichten is, biedt deze monografie vooral een goed overzicht van Heijenbrocks werk. Daarbij ligt de klemtoon terecht op stads- en havengezichten en op vaak indrukwekkende beelden uit diverse industriesectoren en fabrieken uit de Borinage, Wales, Schotland, Elzas-Lotharingen, het Ruhrgebied en uiteraard Nederland. Als tijdsdocument heeft dit oeuvre een onweerlegbaar belang. Daarin ligt ook de verdienste van dit overvloedig in kleur geïllustreerde boek.

[Mario Baeck]

Walburg, 144 p., ill.

90-5730-015-X



illustratie

Kees Scherer e.a.
Het Parijs van de vijftiger jaren
761.2 / Parijs; Foto's / Kees Scherer

Het Parijs van de vijftiger jaren (zie ill. beneden) wil een hommage brengen aan de Franse hoofdstad, die in de jaren '50 een broeinest was voor een aantal belangrijke kunststromingen. Dat was niet het minst te danken aan de aanwezigheid van een groep Nederlandse dichters/kunstenaars. In dit boek wordt een beeld van de stad op dat moment geschetst door de lens van fotograaf Kees Scherer (1920-1993) en aan de hand van een aantal teksten van Hugo Claus, Remco Campert, Cees Nooteboom, Ethel Portnoy, Rudy Kousbroek en Simon Vinkenoog. De foto's zijn becommentarieerd door Philip Freriks. Al deze auteurs zijn doorwinterde Parijs-kenners.

Hoewel het Parijs van vandaag duidelijk nog een ‘dorps’ karakter heeft in bepaalde wijken, is ook het verleden dat de foto's van Scherer oproepen er een van het postkaartkarakter. We krijgen te zien wat het publiek zich doorgaans graag bij Parijs voorstelt: een vriendelijke stad met dat vreemde contrast tussen de monumentaliteit van haar gebouwen en de gezapigheid van haar oudere inwoners. Misschien ligt dat eerder aan de selectie dan aan het werk van Scherer zelf? Zoals nogal wat mensen had hij duidelijk een romantisch beeld van deze stad; we zien dan ook hoofdzakelijk foto's in de stijl van Robert Doisneau: muzikanten op straat, mensen op café, verkopers met karren, donkere steegjes... Dat alles in korrelig zwart-wit.

De commentaren van Freriks bij de foto's zijn eigenlijk irrelevant. Ze versterken het melancholische en romantische gehalte van dit boek in hoge mate. Het is uiteindelijk aan de lezer om zelf het verhaaltje van de foto te reconstrueren. De kortverhalen daarentegen geven deze bundel toch enige substantie. Toch gaat het hier ook vooral over trieste hotelkamers en wilde nachten op Pigalle en over ‘Parijs als een filmdecor’.

[Sven Sterken]

Tirion, 184 p., ill., 1190 F

90-5121-763-3



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Marcel Bulckaert

  • Hugo Gevaert

  • DaniĆ«lle Raeymaeckers

  • Martin Rupus

  • Eric Meganck

  • Louis Gonnissen

  • An van der Heiden

  • Brigitte Gevers

  • Debbie van Otten

  • Christiaan Hemelaer

  • Harry van Royen

  • Kris Van Zeghbroeck

  • Luk de Geyter

  • Marianne van den Brande

  • Jan Wouters

  • Karen Dierckx

  • Brigitte Dekeyzer

  • Maria Sys

  • Mario Baeck

  • Sven Sterken

  • Lode Verhoeven

  • over Dirk Bouts