Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leerzaam gedenkboek voor de Nederlandsche jeugd (ca. 1817 )

Informatie terzijde

Titelpagina van Leerzaam gedenkboek voor de Nederlandsche jeugd
Afbeelding van Leerzaam gedenkboek voor de Nederlandsche jeugd Toon afbeelding van titelpagina van Leerzaam gedenkboek voor de Nederlandsche jeugd

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.48 MB)

Scans (24.33 MB)

XML (0.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen
non-fictie/geschiedenis-archeologie


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leerzaam gedenkboek voor de Nederlandsche jeugd

(ca. 1817 )–Anoniem Leerzaam gedenkboek voor de Nederlandsche jeugd –rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 143]
[p. 143]

III. de reis naar nieuwdort.

Naauwelijks brak de eerste morgenstraal door, of onze kleine reizigers waren reeds vaardig om de reis aantenemen. De morgenstond verrukte hen allen, toen zij in de vrije lucht kwamen. De zon, die nog niet geheel boven de kimmen was, deed den kinderen reuzenkrachten krijgen - en zij riepen hunnen vader toe: toen zij reeds een uurtje gegaan hadden, dat zij nog lang niet moede zouden worden, en dat het hun toescheen, als of zij slechts eenige minuten gegaan hadden. Honderden voorwerpen hielden hunne oogen bezig, en terwijl zij nu van het eene, straks weder van iets anders spraken, stapten zij, zonder het te bemerken, al verder en verder met hunne reis voort. Hier lag een stil dorpje, daar stak eene kleine stad hare torens omhoog. De kinderen vraagden naar derzelver namen, en valentijn wist die alle optenoemen, ‘Dat zijn wonderlijke namen,’ riep adolf. ‘Ik heb in die uren, waarin ik de aardrijks- en landbeschrijving leerde, zeer dikwijls daarover gedacht.’

‘Ik heb mij niet minder verwonderd over de namen van zoo vele plaatsen,’ zeide va-

[pagina 144]
[p. 144]

lentijn. ‘Bedenkt maar eens, welke vreemde namen Helmstad, Wolfenbuttel, Hannover, zijn.’

De heer willmann merkte dit gesprek op, en gaf hun over eenige derzelve deze verklaring: ‘In den grijzen vroegen tijd bewoonden, zoo als gij misschien wel zult weten, de oude Duitschers nog geene steden of dorpen, zoo als wij. Hunne wooningen lagen overal verspreid. Zij noemden deze plaatsen of naar eene bron of rots, of naar een veld of een bosschaadje, digt bij welke die gelegen waren, of noemden die ook met den algemeenen naam van Stad of Stede, welke zoo veel beteekent als verblijfplaats, en stelden dan den naam des bezitters vooraan; of ook wel het oogmerk, waartoe men dezen oord gekozen had. Zoo noemt men Neustadt, eene nieuwe verblijfplaats, Helmstad, het verblijf van helmon. Halberstad, de woonplaats van St. albert.’

Vele benamingen van plaatsen gaan uit op ingen, en dat bijvoegsel beteekent bij de ouden zooveel als hebben, bezitten.

Andere gaan uit op buttel, hetwelk insgelijks verblijfplaats beteekent, en zoo noemde men Wolfenbuttel, wijl een zekere wolf daar zijn verblijf hield, en Isobuttel, wijl die plaats de verblijfplaats van iso was.

[pagina 145]
[p. 145]

Andere namen van plaatsen eindigen in leben - leben beteekende bij de ouden, blijven, derhalve was Germersleben de plaats, waar germers eene vaste woonplaats gekozen had.

Zoodanige plaatsen, wier bezitters dezelve met eene betuining of eene gracht omringd hadden, gingen uit in heim of hagen.

Die namen van plaatsen, die met vedel uitgaan, beteekenen dat zij aan eene bron lagen, want wedel en bron beteekent in de oude taal hetzelfde.

Plaatsen, die bij een moeras gelegen waren, hadden mormer aan het einde.

Plaatsen, die met schoone graslanden omringd waren, gingen uit in aue.

Over is ons thans gebruikelijk woord oever. Dus heette in den ouden tijd het tegenwoordige Hannover, Hanoever, een hooge oever.

Wic was van ouds het woord, dat de zulken aan hunne woonplaatsen gaven, die zich aan de afgelegene eenzame gedeelten van eenen oever met der woon gevestigd hadden, zoo heette Brunsvic (Brunswijk) de wooning van bruno.

Nog vindt men plaatfen, die uitgaan op stein, sels, of berg. De heer willmann achtte niet noodig, daarvan eene uitlegging te geven, wijl deze zoo gemakkelijk uit zichzelve konden verklaard worden.

[pagina 146]
[p. 146]

Nu hadden de kleine voetgangers eenen weg van drie uren afgelegd, adolf en julius waren nog niet moede; maar de voeten van augusta hadden toch van den langen weg genoeg. Zij klaagde. Valentijn stelde haar gerust, hij vertelde haar, welke schoone zaken zij op haar vaders landgoed, vooral inden tuin van hetzelve, zou vinden. ‘Het geen u het meest zal behagen, zal welligt het bloemhorologie zijn,’ voegde hij daarbij.

‘Wat is dat, een bloemhorologie!’ vraagde Julius.

‘Even zoo als gij op uw horologie ziet, hoe laat net wel wezen mag,’ antwoordde valentijn: ‘zoo heeft mijn vader een horologie alleen van bloemen gemaakt, die naauwkeurig het uur, zoo laat het op den dag is, aanwijzen.’

‘Kom, kom! gij wilt mij een sprookje op den mouw spelden. - Bloemen zouden aanwijzen, hoe laat het zij - hoe kan dat mogelijk wezen?’ maakte julius tot eene tegenwerping, en augusta vraagde, of deze bloemen wezenlijk bloeijende bloemen waren?

Valentijn wilde hun eene uitlegging geven, hoe zulks geschiedde; maar hij bedacht zich, en zeide verder niets, dan om haar te verzekeren, dat zij verbaasd zou staan, en dat

[pagina 147]
[p. 147]

zijn vader hem verboden had, dat geheim aan hun bekend te maken, wijl hij zelf het voor hun wilde openleggen.

Het denkbeeld en de verbeelding van dit bevreemdend bloemhorologie gaf eene nieuwe levendigheid aan de vermoeide leden van augusta, en nu ging zij weder met even zoo veel spoed, als hare broeders.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken