Beluisterd en bekeken
Cultuur voor kinderen op tv
Op 25 november vond het vierde en voorlopig laatste Kinderkast-symposium plaats, in het ‘stadskasteel’ Oudaen in Utrecht. De Kinderkast-symposia waren bedoeld voor makers van kindertelevisieprogramma's, en de organisatie (Stichting voor het Kind) hoopte daarmee, en met het instellen van een tweejaarlijkse Kinderkast-prijs, de kwaliteit van het aanbod op de Nederlandse televisienetten te vergroten. De prijs blijft, maar de organisatie vindt dat de symposia niet aan hun doel voldoen.
Dit laatste symposium maakte ook duidelijk waardoor niet: van alle deelnemers waren er slechts zeer weinigen die enige invloed op de programmasamenstelling van omroepen hebben. Er waren er meer die althans iets konden vertellen over de beweegredenen van omroepen om hun aanbod voor kinderen zo en niet anders samen te stellen, en wat ze vertelden stemt niet echt hoopvol.
De deelnemers zagen zich voorzien van een mooie map, waarin zich naast het programma voor de dag ook artikelen en lange citaten bevonden van een criticus (Bregje Boonstra), een beleidsmaker (L.C. Brinkman), een kunstmens (Lily van Ginniken, Openbaar Kunstbezit), nog een kunstmens (Eric Beenker, educatieve dienst Boymans-van Beuningen), en interviews met een auteur (Karel Eykman) en twee programmamakers (Burny Bos en Willem van der Pol, antipolen van VPRO en TROS).
Eerste lezing die dag was van televisiecriticus (De Groene) Walter van der Kooi. Dat was meteen raak. De televisie is, aldus Walter, een van de invloedrijkste ‘socialisators’ van het kind geworden, en niet alleen van het kind, ook van de grote mensen in die geïsoleerde eilandjes die wij gezinnen noemen. Er wordt steeds meer tv gekeken, en een klein onderzoekje toonde bovendien aan dat kinderen zeer vaak naar programma's kijken die wij helemaal niet als kinderprogramma betitelen. Kleuters kijken al naar A-team. Met andere woorden: waarover praten we eigenlijk. Nu was er in de oude omroepwet nog een artikel dat voorschreef dat voor kinderen minder geschikte uitzendingen (waaronder dus kennelijk niet A-team valt) op tijden plaats vonden waarop de meeste kinderen niet meer kijken. De nieuwe omroepwet, althans het voorstel daartoe, kent zo'n artikel niet meer. Er was, aldus Walter van der Kooi, een wet voor nodig om kinderen uit de fabriek te halen. Er is een wet die voorschrijft dat kinderen onderwijs ontvangen. Dus waarom is er geen wet die voorschrijft dat kinderen behoorlijke televisieprogramma's krijgen voorgeschoteld? En zo lanceerde Walter een voorstel dat een fraai onderwerp van discussie bleek: wettelijke maatregelen om de kwaliteit van televisie te bewaken.
De tweede lezing, door bleek een uiteenzetting over de mogelijkheden programma's voor kinderen te laten sponsoren, naar aanleiding van een onderzoek door het bureau Van Dooren & Doornbos of dat mogelijk zou zijn. Dat berustte natuurlijk op de veronderstelling dat alle televisiemakers over leuke programma's meteen zouden roepen dat ze wel willen, maar geen geld enzovoort. Verrassend genoeg bleek uit de discussie dat geld toch niet het grootste probleem is. Dan was er nog een mooi, satirisch videoprogramma, van het NOS-Opleidingeninstituut, over een verzonnen omroep waarin een heel erg degelijk kinderkunstprogrammavoorstel verworpen werd ten gunste van een snel maar rommelig programma van een particuliere firma. Men was geamuseerd, maar wees er op dat particuliere bedrijven lang niet altijd rommel leveren; daar lag geen probleem, het probleem lag bij de omroepen zelf.
's Middags waren er zes werkgroepen waarin gepraat werd over de mogelijkheden bepaalde soorten kunst per televisie aan kinderen voor te schotelen, of (dat was niet helemaal duidelijk) televisiemakers iets te laten leren van andere soorten kunst. Daarna kwam men weer samen, en brachten de werkgroepvoorzitters verslag uit, en dat leverde een tamelijk levendige slotdiscussie op. De dagvoorzitter, Cees van Ede, had daarin zelf een behoorlijk aandeel, al was het maar door de discussies op behendige wijze aan te zwengelen. Maar er kwam niet zoiets als een slotsom, of het was er een die zo voor de hand lag dat een studiedag daarvoor inderdaad niet nodig was. Omroepen laten zich in het algemeen leiden door de kijkcijfers, en kinderen tellen daarbij, omdat ze geen lid kunnen zijn, nauwelijks mee. Daarom is er voor kinderprogramma's in het algemeen weinig budget en aandacht. Uitzondering (maar dat geldt voor meer omroepzaken) is op dit moment de VPRO, welks kindertelevisiechef Burny Bos uiteraard prominent aanwezig was en voor levendige momenten in de discussie zorgde. Sponsoring zal weinig verandering brengen, want ook daarmee worden kinderen niet lid. Wel was er even aandacht voor het nieuwste verschijnsel in televisieland: een commercieel kanaal speciaal voor kinderen, The Children's Channel. De aanwezige vertegenwoordiger hiervan, Jan Zwerus, was natuurlijk de aangewezen tegenspeler van Walter van der Kooi, om te verklaren dat overheidsmaatregelen uit den boze waren, en dat sponsoring of abonneetelevisie (zoals