Redactioneel
Zo veel artikelen als het vorige nummer bevatte (en nog excuses voor de late verzending), zo weinig artikelen bevat dit nummer, dat we voor een keer dan ook geen themanummer noemen, al gaan twee artikelen over hetzelfde onderwerp: leesbevordering. Het eerste beschrijft, als je dat zo kan zeggen, de totstandkoming van het begrip, en biedt een overzicht van de instellingen (in Nederland en Vlaanderen) die zich met het bevorderen van het lezen bezig houden. Het tweede vond zijn aanleiding in het voornemen van de (Nederlandse) minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur om expliciet voor het bedrijven van leesbevordering zeven ton uit te trekken; vijf ambtenaren (vier van WVC, één van Onderwijs en Wetenschappen) werd gevraagd naar hun opvattingen over leesbevordering, en de mogelijke bestemming van het geld. Uiteraard werden deze vragen gesteld tegen de achtergrond van bezuinigingen waarbij die zeven ton wat magertjes afsteken: de mogelijkheid dat het lidmaatschap van een bibliotheek kinderen geld gaat kosten, de miljoenen gulden bezuinigingen op het onderwijsvoorrangswerk, de bezuinigingen op het basisonderwijs.
Het derde artikel behandelt een zelden behandeld onderwerp: welke rol kinderboeken, en dan vooral prentenboeken, kunnen spelen in het rekenonderwijs.
Daartoe moet natuurlijk ook worden uitgelegd welke ontwikkeling dat rekenonderwijs heeft doorgemaakt, en dat gebeurt in datzelfde artikel. Men zij daarop voorbereid.
Volgend nummer gaat zich bezig houden met de toekomst van het schoolmediatheekwerk. Mede met het oog op dat nummer hebben inmiddels alle openbare bibliotheken die er een schoolmedia- of schoolbibliotheekdienst of een educatieve dienst of wat dies meer zij op na houden een enquête ontvangen. Wij wijzen er uitdrukkelijk op dat deze enquête géén beleidsmatige doeleinden dient, en uitsluitend tot doel heeft in Leesgoed een overzicht te bieden van de stand van zaken en de toekomstverwachting. (Die verwarring kan optreden omdat de uitgever van Leesgoed, het NBLC, zich uiteraard wel met dat beleid bezig houdt.) Bij het opstellen van de enquête is behalve door de gastredactie voor volgend nummer ook advies geleverd door de dienst schoolmediatheekwerk van het NBLC.
Leesgoed nummer 4 houdt zich uiteraard bezig met de Nederlandse kinderboekenweek, en de Griffels en Penselen, maar ook met handleidingen voor het schrijven van kinderboeken. Misschien maken we er zelf wel een. Nummer 5 wordt, onder voorbehoud, een themanummer over kinderen en musea, en nummer 6 over het fenomeen ‘makkelijk lezen’.