| van het schriftelijk examen, zooals tot nu toe het geval is geweest. |
6. | De vertaling Fransch (en ook de vertaling Duitsch) moet niet moeilijker zijn dan de vertaling uit het Engelsch, zooals de laatste jaren het geval geweest is, hetgeen blijkt uit een statistiek door een der kringen gemaakt. |
‘Vertalen’ kan, naar Sprekers meening, een groote cultureele waarde hebben, medewerken om de geest te vormen; maar dan moeten de vertalingen op ‘peil’ blijven. Nadat hij de opmerkingen en jammerklachten uit vele verslagen der N.-verg. gelezen had, vroeg Inleider zich echter met angst af: zijn wij, wegens doorwerking der Franschlooze school, door het mindere gehalte der leerlingen, door de steeds minder wordende kennis van het Nederlandsch, door de veranderde levensopvatting bij de leerlingen, die belangstelling meebrengt voor alles, behalve voor de school, zijn wij daardoor gekomen op het punt, dat wij ons onderwijs moeten herzien? Spreker hoopt, dat de oplossing niet gezocht zal worden in een nivelleering naar beneden, waarbij de leeraren zich moeten gaan bepalen tot het doen leeren van wat woordjes en wat Kellner-Fransch. Hij wekt de aanwezigen op, te trachten door nauwere samenwerking, door nog grooteren ijver en nog meer liefde voor het vak, terug te winnen, wat door veranderde tijdsomstandigheden en andere opvattingen is ontnomen.
De discussie, die op deze hartelijk toegejuichte, levendige voordracht volgt, moet, wegens het gevorderde uur, sterk beperkt worden.
De Heer van Noord meent, dat bij de correctie de fouten wel aangestreept moeten worden, maar dat de examinator geen andere gegevens moet verstrekken, opdat de deskundige onbevooroordeeld oordeele. De oorzaak van het slecht vertalen ligt, behalve in de onvoldoende kennis van het Nederlandsch, misschien ook in het feit, dat ... er te veel vertaald wordt. Het vertalen wordt dan een sleur en de leerling geeft zich geen rekenschap meer van de tekst.
De Heer Besançon is, evenals Inleider, tegen een vertaling op lager niveau. Hij is het niet eens met de opmerkingen over de correctie: men moet onderstrepen, wat fout is en zelfs een ‘handleiding’ geven, daar de deskundigen soms ondeskundig zijn. Bij de waardeering van het werk moeten examinator en deskundige zich aan de norm van de normenvergadering houden. Ook Spr. vindt, dat men niet te veel moet vertalen: er zijn belangrijker dingen te doen.