Schets als grondslag. Wij menen echter dat ook één docent, onverschillig in welke taal, voor de behandeling van werken uit zijn nationale literatuur ons boekje uitstekend als grondslag kan nemen, juist òmdat wij van de algemeen-Westeuropese levens-attitudes in de verschillende perioden uit de ontwikkelingsgang van Westeuropa uitgaan.
Voor 't sàmen er mee werken achten wij de volgende gebruikswijze 't vruchtbaarst: Wij nemen aan dat u samen-werkt in de vierde en hogere klassen (Godthelp, als neerlandicus, begint al met systematies literatuur-onderwijs in de derde klas en lèèst dan daarbij, waar nodig de tekst nader toelichtend, 't eenvoudigste uit de Schets al vast door).
In de vierde klas doen alle vier tot de Kerstvacantie Middel-eeuwen, tot Pasen Renaissance-en-Barok, tot de Grote vacantie Rationalisme-en-Romantiek. Van ‘De laatste honderd Jaar’ doen allen 't hele jaar door wat. Zo werkt men in één jaar 't boekje door, voortdurend toegelicht met leesstof, of omgekeerd de lees-stof verduidelikt met wat in de Schets staat; en 't volgende jaar opnieuw, maar dan met andere leesstof er bij.
Iedere docent neemt uit ons boekje in de eerste plaats dat uit iedere periode dat op zìjn literatuur betrekking heeft; wij achten 't helemaal geen bezwaar dat daar-vòòr eerst ieder op zijn wijze 't algemene gedeelte van iedere periode uit de Schets bespreekt. Een andere oplossing is ook voor de algemene gedeelten mogelik: dat elk van de vier diè periode voor zijn rekening neemt, waar hij voorkeur voor heeft!’
Onze mening is dat de belangstelling voor de literaire aangelegenheden bij de leerlingen 't grootst zal zijn als 't literatuur-onderwijs zó gegeven wordt dat de vier docenten tegelijkertijd met dezelfde periode bezig zijn; dat brengt vergelijkende discussies en toetsingen van inzichten die in hoge mate stimuleren.
Overal wordt de behoefte aan meer eenheid in ons onderwijs sterker; wij hopen dat ons boekje een stap verder betekent naar die eenheid en de belangstelling voor letterkunde bevordert.
Wij hebben 't met ernst en liefde geschreven; wij weten dat 't niet volmaakt is, maar we zijn overtuigd dat wat 't beoogt gòèd is, en wij zullen ons dan ook niet door Zijderveld z'n veroordeling-zonder-argumenten laten ontmoedigen; we gaan voort op de weg die we zijn ingeslagen.
Scheveningen.
H. GODTHELP.