Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Levende Talen. Jaargang 1939 (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van Levende Talen. Jaargang 1939
Afbeelding van Levende Talen. Jaargang 1939Toon afbeelding van titelpagina van Levende Talen. Jaargang 1939

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.52 MB)

Scans (22.38 MB)

ebook (3.20 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek
non-fictie/boekwetenschap
taalkunde/algemeen


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Levende Talen. Jaargang 1939

(1939)– [tijdschrift] Levende Talen–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Berichten en Mededelingen.

Onderwijs in de Levende Talen, jongelieden-briefwisseling en -uitwisseling.

Kennis van vreemde talen en volkeren is, in de huidige samenleving, net zoo noodig als brood. Vooral voor wie meer dan een ‘leerling’ van de pen wil zijn. Ook moet het onderwijs in de levende talen zich van de routine losmaken, op een ‘actieven’ grondslag worden georganiseerd en rekening houden met de eischen van het nieuwe Leven. Grootendeels hangt

[pagina 234]
[p. 234]

het welslagen van dat alles van de persoonlijkheid van den leeraar af. Want de jeugd, als ze niet geremd of verveeld wordt, is vol weetgierigheid, ze heeft behoefte aan mededeelzaamheid, ze is vol vrijwilligen werklust en ze vraagt niets liever dan met haar tijd mee te gaan. Aan die leeraren, die het niet eenvoudiger achten, verouderde methodes te huldigen en te volgen, beveel ik aan de jongelieden-briefwisseling en de jongeliedenuitwisseling, individueele briefwisseling en individueele uitwisseling van leerlingen onderling. Dit zijn uitstekende middelen om aan het onderwijs een werkelijkheidstintje te geven en om het levendiger, aantrekkelijker en natuurlijker te maken. De voordeelen daarvan zijn niet te onderschatten, mits de leerling reeds een ‘onderbouw’ heeft:

a) De studie van vreemde talen - een saaie boel op school - zal niet alleen worden vergemakkelijkt, maar ook zal ze levendiger en natuurlijker zijn. Door schrijven en spreken in de vreemde taal, zal de leerling niet alleen in haar geheimen doordringen, deze zuiverder en organischer beheerschen, maar zijn algemeene ontwikkeling zal er ook mee worden gebaat. Hij zal daardoor lust krijgen in studie, lust, die het onderwijs niet altijd in staat is op te wekken. Integendeel, vaak moet het spijzen opdisschen, terwijl de lust tot éten nog niet aanwezig is.

b) De leerling werkt aan zijn eigen opvoeding: correspondentie en verblijf in den vreemde geven hem vaak de gelegenheid zelfstandig iets te scheppen en zelfstandig te leven. Ouders en leeraren moeten daarbij niet opdringerig doen. Alleen in moeilijke gevallen zullen ze de kinderen te hulp komen. In de meeste gevallen moeten ze zich er toe bepalen de kinderen te leeren: wat tact is, en hun op het hart drukken, dat ze regelmatig moeten schrijven en dat ze nooit uit het oog moeten verliezen, dat ze voor de buitenlandsche jeugd een stand, een school, een natie vertegenwoordigen. Het kind zal dan gevoelen, dat hij een rol speelt in de maatschappij, dat het aan waarde wint. Daardoor is dan hier de actieve methode in actie.

c) De leerling werkt misschien aan de toenadering der volkeren. Hij heeft nog geen vooroordeelen. Hij zal beter zijn ingelicht dan de ouders. En wel voor het te laat is. Hij zal minder wantrouwen koesteren tegenover het buitenland. Deze actie is gezond, reëel. Ze vergt niets dan eerlijkheid en openhartigheid. Ze maakt den gezichtskring der jeugd ruimer. Wat bitter noodig is!

Om de jeugd in de gelegenheid te stellen in briefwisseling te treden met de buitenlandsche jeugd, om haar in de gelegenheid te stellen in het buitenland te vertoeven zoo goedkoop mogelijk en toch met een maximum waarborgen voor de ouders zijn in de meeste landen vereenigingen opgericht. Zoo b.v. de Vereeniging voor internationaal Jeugdverkeer in Leiden.

 

Het land, dat de grootste mogelijkheden voor briefwisseling en uitwisseling aan jeugdigen Nederlanders biedt is ongetwijfeld België (en wel het Franschsprekend gedeelte). Nochtans is het Belgische aanbod voor Nederland al jaren veel grooter dan de Nederlandsche vraag. Hoe het komt, is een probleem, dat we liever onaangeroerd zullen laten. Maar belangrijke voordeelen zijn aan de correspondentie met België verbonden. Want het gaat hier om een tweetalige correspondentie (Nederlandsch-Fransch). De Nederlanders zouden in 't Fransch schrijven. De Belgen in 't Nederlandsch. Daardoor zijn de correspondenten moediger. Hun lust tot schrijven wordt aangewakkerd, meer dan in het geval van eentalige correspondentie: geen van beiden is beter op de hoogte van de vreemde taal dan de andere. Beiden

[pagina 235]
[p. 235]

maken fouten, die dan worden verbeterd. De verbetering zal ook veel beter zijn dan in het geval van eentalige correspondentie. Want beide correspondenten zijn in staat de fouten van hun makker doeltreffender te verbeteren. Ze zijn toch immers op de hoogte van het mechanisme van de moedertaal van hun vriend. Daardoor kunnen de verstrekte inlichtingen gepaster en intelligenter zijn. Ten derde, want alle goede dingen zijn in drieën, hierdoor heeft de jeugdige Nederlander gelegenheid om in het buitenland te vertoeven door ‘uitwisseling’. Wat interessant belooft te zijn: want dan weet de Nederlandsche leerling, dat hij in het andertalige milieu een leerling van zijn leeftijd en zijn ontwikkeling zal vinden, en dat zich iemand met hem zal bemoeien. Voorts is België het eenige land, waar de jeugdige Nederlanders veel kansen hebben te worden uitgewisseld: gelet op het feit, dat België het eenige vreemde land is, waar Nederlandsch wordt onderwezen en dat de studie van vreemde talen de groote drijfveer is bij uitwisselingen.

Hoe nu adressen voor briefwisseling of uitwisseling met Belgische leerlingen te verkrijgen? Het is doodeenvoudig.

a) Aanvragen voor briefwisseling moeten worden gestuurd, gedurende het eerste schooltrimester naar volgend adres in België:

Belgisch Bureau voor Jongeliedenuitwisseling, 17 Place Warocqué, Mons (Bergen).

Het Bureau staat onder bescherming van het Ministerie van Openbaar Onderwijs. De aanvragen zullen kosteloos en zoo spoedig mogelijk worden verdeeld. Daarbij zal zooveel mogelijk rekening worden gehouden met den leeftijd, stand, ontwikkeling en speciale onderwerpen voor briefwisseling van de Nederlandsche aanvragers.

De lijsten moeten aldus worden opgesteld.

Onderwijsinrichting....
Naam en voornamen
van de leerlingen
Geslacht Leeftijd Vlijt Moedertaal
Onderwijsinrichting.... Gemeente.... Provincie....
Naam en voornamen
van de leerlingen
a) Adres van vader
of opvoeder
b) Beroep van vader
of opvoeder
a) Welke onderwerpen
bij voorkeur
b) Klas
Door het
Secretariaat in te
vullen

Men verzoekt ons opname van de volgende:

Motie van den Bond van Gentsche Germanisten i.z. de spelling van het Nederlandsch.

De Bond van Gentsche Germanisten, overwegende,

 

dat sedert September 1934 de zoogenaamde spelling Marchant op de scholen in Nederland is ingevoerd en thans haast alle schoolboeken, alsook tal van boeken voor de jeugd, in die spelling worden uitgegeven.

[pagina 236]
[p. 236]

dat de toepassing, in de officieele stukken, van de eerste drie regels van die spelling (spelling van de lange e, de lange o, de sch) in het vooruitzicht is gesteld,

 

dat de vierde regel (het weglaten van de uitgangen bij een, geen, mijn, zijn, enz.) reeds sedert lang in ons onderwijs en in de praktijk wordt toegepast,

 

dat voornoemde spelling, door boek en private briefwisseling, hoe langer hoe meer in België doordringt, niet alleen in de Vlaamsche, maar ook in de Waalsche gewesten,

 

bevestigt het standpunt, dat de Bond ten voordeele van de Vereenvoudiging van onze schrijftaal heeft ingenomen (motie van 18 Dec. 1932),

dringt andermaal aan op de noodzakelijkheid van eenheid in taal en spelling tusschen Noord en Zuid,

 

en verzoekt eerbiedig Zijne Excellentie den Minister van Openbaar Onderwijs het wel daarheen te willen leiden, dat de hierboven genoemde drie regels ook in ons land zouden worden ingevoerd, zoodra daartoe in Nederland wordt overgegaan, en ook den vierden regel bij ons te handhaven

 

Wat het gebruik van de naamvals n betreft (vijfde regel van de spelling Marchant), blijft de Bond voorstander van de vereenvoudiging.

 

Wat de voornaamwoordelijke aanduiding aangaat (zesde regel van de spelling Marchant), is de Bond, in afwachting van het verdere overleg, dat dienaangaande tusschen Nederland en België wordt te gemoet gezien, de meening toegedaan, dat het niet wenschelijk is vooralsnog in België de thans in gebruik zijnde regeling te wijzigen.

 

In opdracht van de op 18 December j.l. te Gent gehouden algemeene vergadering, die deze motie eenparig goedkeurde,

Het Bestuur:

Prof. Dr. FR. DE BACKER, voorzitter.

Prof. Dr. R. VERDEYEN, ondervoorzitter.

Mevr. Dr. P. STERKENS-CIETERS,

Dr. P. PINTELON, leden.

Dr. O. DAMBRE, secretaris.

 

We ontvingen een prospectus van The City of London College (Founded in 1848). Patron: His Majesty King George VI.

Summer Course in English for Foreigners, 24th July to 18th August, 1939. Head of Course: A.C. Smith, B.A., Ph.D. Verkrijgbaar: The Head of the Day Department of Commerce, City of London College, Ropemakerstreet, London E.C. 2.

 

De Heer J.C. Snijders te 's-Hertogenbosch maakt ons, naar aanleiding van het Rapport der Commissie ter bevordering van een meerverzorgd taalgebruik, attent op het bij B.G. Teubner - Leipzig/Berlin verschenen werkje van Dr. Fritz Gerathewohl: Richtiges Deutschsprechen. Ein sprechkundliches übungsbuch. Dr. Gerathewohl is lector für Sprechkunde an der Universität München usw. Een werkje in de allereerste plaats van belang voor de leraren Duits, doch stellig ook voor die in andere talen.

Dank voor deze mededeling.

L.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken