Germanischer Sagenborn, herausgegeben von Emil Engelmann, mit Bildern von Karl Mühlmeister. Uitg.: Enszlin & Laiblins Verlagsbuchhandlung, Reutlingen. 288 blz. Prijs: M. 3.- geb.
Dit grote, keurig uitgevoerde boek vertelt ons 6 sagen na, t.w. ‘Die Walküre oder die Sage von Sigurd und Brünnhild’, ‘Walter und Hildegund’, ‘Der hörnene Siegfried’, ‘Die Nibelungen oder die Sage von Siegfried und Kriemhild’ (waarin het gehele Nibelungenlied verhaald wordt), ‘Roland, der Paladin Kaiser Karls’ en ‘Helias, der Schwanenritter’. De grote waarde van het werk ligt m.i. hierin, dat het zowel door de boeiende verhaaltrant als door de levendige illustraties de belangstelling voor deze stof zal prikkelen. Een korte inleiding, die iets over de bronnen vertelt, gaat aan elke sage vooraf. Het nut hiervan is, dat de jeugdige lezers hierdoor tenminste iets horen over Edda, Nibelungenlied, e.d. Met de eisen der wetenschap moet men deze inleidingen echter niet naderen. Dat de oorsprong van de Siegfried-sagen in Duitsland gezocht moet worden (blz. 5) is een koene bewering, en dat het Nibelungen-epos door een ridderlijke Duitse speelman uit verschillende liederen werd samengesteld (blz. 88) is een hypothese, die wetenschappelijk al heel zwak staat.
Dit beschouw ik echter geenszins als een reden om het boek niet met de meeste aandrang voor de schoolbibliotheek aan te bevelen. De sagenwereld, die voor de leerlingen geopend wordt is zo rijk, dat dergelijke wetenschappelijke onnauwkeurigheden geen bezwaar mogen zijn, evenmin als het feit, dat verschillende overleveringen wel eens wat willekeurig gecombineerd zijn.
Aan het eind van het boek worden enige verouderde woorden en Germaanse godennamen verklaard. Minder gewenste scènes zijn voor kinderen geschikt gemaakt.