Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leven van Sinte Clara (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.55 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Editeur

Ludo Jongen



Genre

proza

Subgenre

heiligenleven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leven van Sinte Clara

(1998)–Anoniem Leven van Sinte Clara–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe sij - overmits haer gebet - een vrou verloste van V duvelen. Dat XXXII capittel

Ten es gheen wonder dat dat ghebet Sinte Clara teghen die vreetheit der menschen crachtich es, wanttet oec die vianden verbrande. Want daer was een devote vrouwe uter stede van Pijsanen ende quam op een tijt tot deser steden opdat sij Gode ende Sinte Claren dancken soude ende

[Folio 21vb]
[fol. 21vb]

loven voer dier weldaet dat sij overmits Sinte Claren gebet verlost was van V duvelen ende die boese geesten riepen in haer uutscheiden dat sij van dat vierighe ghebet Sinte Clara voerden ende van dat beseten vat moesten sceyden.

¶ Ten was geen wonder dat die vianden haer ontsagen, welc God - overmits die verdienst haers levens ende hare gebeden - veel heymelijcheden openbaerde ende wat van noode was dat sy begheerde wort haer verkundicht. Ende oec hoe dat die opiniën haers gebets bijden menschen was, dat laet ons vertellen. Want sonder saec en hadde die heilighe paus Gregorius groot betrouwen in haer ghebeden. Ende oec sette hij wonderlijc sijn gelove, want hij daer een nyewe cracht uut bevoelt hadde als hem eenighe droefheit aen quam. Ende want hy bisscop Ostiënsen was ende wort daerna gecoren totter hoecheit des pauselijcken staets ende altijt was hij devoet tot deser maget ende plach dicke haer minnelijcke brieven te scriven haer hulp begeerende welc hij

[Folio 22ra]
[fol. 22ra]

sonder twifel vernam ende als dit was een dinc vol oetmoedicheits, alsoe eest oec met ganser vliet nae te volgen, want dese stadhouder Gods bidt hulp van die dienst maecht des Heeren ende bevelt hem in hare doechden ende ghebeden. Hij wist wel wat die minne werckende conde ende wat vriën toeganc die suver maechden hebben totten stoel der overster mogentheit Gods. Want eest dat die Coninc der gloriën Hem selven gevet den geenen die Hem puerlijc minnen, wat ist dat Hi niet en gevet den genen die Hem devotelijc bidden, eest sake dattet nut is, dat sij bidden. Ende Sinte Franciscus hadde oec groot betrouwen in dat ghebet sijnder devoter dochter, dat hier na allensken declareren sal.

Want als Sinte Franciscus inden beginsel sijnre bekeringhe, in welcken hij Gode een devoten dienst bewijsde, soe dochte hij inden sinne dat die godlijcke wille te versoeken waer doer die verdiente van

[Folio 22rb]
[fol. 22rb]

Sinte Clara. Ende als sij devotelijcken ghebeden had overmits godlijcke insperacie, sprac sij tot hem, dat hij haer niet alleen profitelijc te wesen, maer dat hij gesent waer om alle dese werelt nut te wesen. Ende Sinte Franciscus hadde oec soe groote betrouwen in haer ghebeden, dat hij dicwil die sieken tot haer plach te senden, op dat sij doer haer gebet ghesontheit mocht vercrigen.

Hij hadde oec eenen broeder, die Steven, ende was onvroet geworden, soe datmen binden moest ende sinden tot haer, op dat sij hem een teken des Heilighen Cruces soude maken. Dat dede sij als een dochter der ghehoersaemheit ende niet toe scrivende haer volmaectheit. Ende sij nam desen broeder inder stadt daer sij gewoenlijc was te bidden ende lieten een weynich slapen. Ende vlucs daer na, als hij ontwaect worde, soe stont hij op gesont ende ghinc alleen ende los tot Franciscum, uut welcken men openbaerlijc mercken mach: was die stede der bedinghen van sulcker cracht

[Folio 22va]
[fol. 22va]

, hoe crachtig waren dan haer vierighe ghebeden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken