Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Leven van Sinte Clara (1998)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.55 MB)

XML (0.15 MB)

tekstbestand






Editeur

Ludo Jongen



Genre

proza

Subgenre

heiligenleven


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Leven van Sinte Clara

(1998)–Anoniem Leven van Sinte Clara–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Van haer uterste eynde ende van veel dinghen die daer ghescieden. Dat XLVII capittel

Die heilige maget Clara sceen te lesten veel dagen te arbeyden in haer versceyden. Daer van wies dat gelove der heiden ende die devocie des volcx. Ende die cardinalen ende prelaten, met ander stadiger visenteringen eerden sij den genen die voer waer heilich was. Mer dat wonderlijc te horen is: als sij dus XVII daghen lanc geen spise ontfaen en mochte, soe worde sij vanden Heere met soe grooter stercheit begavet, dat sij alle die geene die tot haer quamen stercte inden dienste Christi. Want doe die goede broeder Reynaldus haer, in soe grooter siecten leggende, vermaende

[Folio 32ra]
[fol. 32ra]

tot lijdsamheit, soe antwoerde sij hem met vriër stemmen blijdelijc:

- "Nae dien dat ic - overmits den knecht Gods Franciscum - bekende die graci Ons Heeren Jhesu Christi, soe en was mi geen lijde of pijn moelijc, geen penitencie swaer, gheen siecte hert."

Als dan die Heere meer nakende was ende bi nae voerder doore stont, doen begeerde sij geestelijcke broederen bij haer te hebben, die haer die passiën Ons Heeren ende godlijcke woerden voerspraken. Onder welcken soe was daer een broeder, hiete Juniperus, een groot predicaer des altijt plach te spreken vierighe woerden vanden Heer. Desen vraechden sij met nyewer vrolijcheit of hij yet nyewes en hadde inder tegenwoerdicheit vanden Heere, welc broeder op dede sijn vierighe herte ende sprac met sijn mont vlammighe woerden daer die maghet Christi groote solaes of

[Folio 32rb]
[fol. 32rb]

ontfinc.

¶ Ten lesten soe keerde die maghet haer totten screyenden dochteren ende prijsde hem die armoede ende beval hem dat sij Gode altijt dancken souden van sijn gaven. Sij benedide die devote bruederen ende susteren ende alle joncfrouwen inden armen cloesteren beyde tegenwoerdich of toecomende verwerf. Sij melde graciën der benedictie des Heeren. Och, wie soude die ander navolgende dingen uut spreken moghen sonder screyen?

Bi haer soe stonden twee devote broeders van Sinte Franciscus gesellen, van welcke die een was gheheten Angelus ende troeste met screyen den susteren. Die ander hiet Leo. Die custe dat bedde der stervender maghet. Die gelaten dochteren bescreyden den doot harer milde moeder ende dien sij niet meer sien en souden, bescreyden sij doen sij sterf. Die susteren bedroefden hem zeere dat al haer troest met haer wech ginc ende dat sij in dat dal der tranen niet mee getroest en souden worden van haer meestersse. Nauwe en

[Folio 32va]
[fol. 32va]

scoerden sij niet haer lichaem, en hadde die scaemte gedaen. Ende dat verwecte in hem scerpe droefheit, dat sij van buten niet genoch screyen en mochten - die statuten des cloesters gheboden hem te swighen - die cracht der droefheit uut persende dat suchten dat aenschijn wort gheven van tranen, die druust des vol screyenden herten uut brocht noch nyewe tranen.

¶ Dese maghet in haer selven gaende, soe sprac sij int heymelijc harer zielen toe:

- "Gaet," seyde sij, "vrilijc van hem, want ghij hebt eenen goeden leider des wechs."

- "Gaet," sprac sij, "want Die dij gemaect heeft, sij gheheilicht, ende u altijt bewarende als een moeder haer eenich kint, heeft Hij u altijt utermaten zeere gemint. Heere, gebenedijt soe moet Ghij sijn die mi ghescapen hebt ende ic segge U gracie ende dancbaerheit Die mi hier toe ghebroecht hebt, mijn Heere, mijn God. Amen."


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken