Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het leven van de seer edele doorluchtighste en H. Begga, hertoginne van Brabant, stightersse der Beggynnen (1712)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het leven van de seer edele doorluchtighste en H. Begga, hertoginne van Brabant, stightersse der Beggynnen
Afbeelding van Het leven van de seer edele doorluchtighste en H. Begga, hertoginne van Brabant, stightersse der BeggynnenToon afbeelding van titelpagina van Het leven van de seer edele doorluchtighste en H. Begga, hertoginne van Brabant, stightersse der Beggynnen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.35 MB)

ebook (4.36 MB)

XML (1.05 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/biografie
heiligenleven


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het leven van de seer edele doorluchtighste en H. Begga, hertoginne van Brabant, stightersse der Beggynnen

(1712)–Anoniem Het leven van de seer edele doorluchtighste en H. Begga–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Met een cort begryp van de levens der salige, godtvruchtige en lof-weerdige beggyntjes der vermaerde en hoogh-gepresen beggynhoven


Vorige Volgende

Luyck.

IN 't jaer 1170. Leefde onder de Geestelijckheyt der Parochie Kercke van den H. Paulus te Luyck sekeren Heyligen Priester genaemt Lambertus de Begues (dat is den babelaer) om dat hy stamelde. Desen niet tegenstaende dit gebreck van sijn tonge, en dat hy boven dien soo geleert niet en was, hadde hy sulk eenen yever en kracht, om het woordt Godts te verkondigen, dat hy door den selven veel verdoolde Menschen te wege bracht. Syn vrymoedigheyt van yeder een te berispen, en sijn gebreken te seggen, was soo groot als sijnen yever, maer hy geraekte daer door haest in den haet besonderlijk van de geestelijke Overheyt, en van de Kerckelijke Bedienaeren, welckers misdaden hy oock niet en spaerde.

Daer was alsdan een vervloeckelijk gebreck te

[pagina 323]
[p. 323]

Luyck ingeslibbert en seer gemeen geworden: te weten van de geestelijcke Ampten en bedieningen voor gelt wegh te geven, 't welk de oorsaeke was, dat 'er veele door dien wegh in desen H. Staet gearaekten, en den selven daerom soo niet en kosten behoorlijk beleven.

Dit beweeghden soodanigh het gemoet van Lambertus, dat hy niet op en hieldt van geduerigh daer tegen te tieren, tot dat de Geestelijke daer door gestoort zijnde, hun beklagh gongen doen by den Bisschop, den welcken hem daerom dede vast grijpen, en hem leydende door de Kerke met de nagelen crabelden: maer hy sprak dese aen, voorseggende ay ay de dagen sullen komen dat de Verkens de aerde sullen uyt vroeten onder den Autaer van de H. Maget 't gene daer naer soo gebeurt is.

Hy bleef dan vast eenigen tijdt in den Kerker met groote verduldigheyt, tot dat hy een gelegentheyt kreegh van aen den Paus sijn saeke te vertoonen. Doch soo den Paus sagh dat sijn voornemen goet was, en dat hy niet als door nyt in den Kerker geworpen en hadde geweest, sont hy hem met vrede te rugge, en met macht van 't woordt Godts te prediken: den genen wederom gekeert zijnde heeft de Kerke van den H. Christoffel opgerecht, en nu die van het Beggyn-hof is, en aen de Beggyntjens die hy daer by een vergadert hadde, alle sijne goederen heeft gelaten. Hy is in de selve Kerke begraven, in 't jaer 1177. Gestorven den 25. Junij, alwaer ook sijn Lichaem verwacht den loon van de suyverheyt, die hy met woorden en exempel verkondight heeft. Uyt Ryckel, ende uyt de Legende van Nederlandt.

Daer naer zijn dees Beggyntjens van sekeren Petrus Tyrbonsius seer overlast geweest, de welke hier over hun klachten quamen aen hem doen, hy antwoorde dat uyt order van den Prins, daer hy aen loogh, gedaen 't hebben: ende ten waer sy ophielden van klagen en terstont wegh gingen, hy al ne-

[pagina 324]
[p. 324]

men soude datse hadden, en inder daedt hy quam om 't selve te doen: maer den Heere Godt dat niet willende ongestraft laten, heeft sijnen donder gesonden, ende dien overlaster met sijn gesellen geslagen. 't Welk den Prins en Bisschop gehoort hebbende, heeft geprotesteert dat hy van alsulke exactien niet en heeft geweten, en buyten sijn order geschiet waren, ende daerom al 't gene desen Tyrbonsius toebehoorde, geconfisqueert ende aen de Beggyntjens gegeven. Uyt Ryckel.

 

Den Cardinael JACOBUS VITRIACUS verhaelt hoe in 't jaer 1212. de stadt van Luyck ingenomen, ende aen de soldaten te plunderen gegeven zijnde, dat de Beggyntjens liever kosen te sterven als hun te laten schoffieren, oversulkx geenen middel siende, ofte van appointement, of te konnen ontvluchten, zijn sy by een vergadert, en hebben geresolveert in 't water te springen dat nevens het Beggyn-hof liep: Godt dan aenroepende en seggende Heere en rekent ons dit niet tot sonde dat wy loopen in den put des doodts: want wy protesteren 't selve niet te willen doen, om dieswille dat wy moede van leven zijn, oft uyt desperaetheyt om dat de stadt ingenomen en verandert is van Meester en Religie: maer op dat ons niet erger en geschiede, ende den vyandt ons nemende ons verkrachte, ende 't vleesch misschien sich verwilligende tot hun, ons voor u schuldigh maeckt die tenteert, ende soo gebeden hebbende door 't ingeven van den H. Geest, gelijk te presumeren is, zijn sy t'samender handt in de Maes gesprongen, door welck Manachtigh feyt sy betoont hebben dat hunne Cuysheyt geen slavinne en was, en dat de Maeghden Godt op-geoffert, conden sterven, maer niet overwonnen worden.

Het welk te verwonderen is, daer en is van alle die niet een verdroncken noch geschoffiert geweest, zijnde van hunnen goedertieren Bruydegom Iesus Christus geholpen ende bewaert: en gelijcker een in groot perijkel was van te verdrincken, soo zijn-

[pagina 325]
[p. 325]

der twee geuse soldaten met een boetjen aengekomen en hebben haer gepackt om te misbruycken.

Wat sal dese suyvere Maeght nu doen onder dees roeffianen. 't Schaepken onder de wolven, het duyfken onder de sperwers, Wat? met een krachtigh gemoet is sy wederom in 't water gesprongen, wenschende liever te verdrincken als haren Maeghdom te verliesen, en door haer gewelt is den boot omgeslagen, en de rabauwen zijn verdroncken, en sy door Godts hulpe is ongeschonden aen 't boordt geraekt. Uyt Ryckel.

 

Door de Kerke van S. Christoffel, de welke is die van het Beggyn hof van Luyck, is eenen Jonghman gepasseert, die een Dochter onder belofte van Trouw bedrogen hadde, en niet willende dese belofte voltrecken, soo was dese Dochter alsdan in de Kerk de welke sulkx versocht: doen sprak den Jonghman voor het Crucifix, het is niet waer, dat ik u heb belooft te Trouwen, en by aldien het waer is 't geen gy seght, dat het Crucifix spreke, en Christus aen het Cruys heeft terstont geseydt, Gy hebt belooft en ghy zijt gebonden met de woorden van uwen mondt. Den Jonghman verbaest wesende heeft haer getrouwt, en tot een eeuwige memorie een Lamp voor het Crucifix doen branden, maer ten tijde der Ketteren is alles verslagen. Uyt Ryckel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken