Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Dina Iacobs dochter wort vanden ionghen heere des lants gheschent, waer wt een grote bloetstortinghe ende schade alle den lieden van den lande ouer coemt.

Dat .xxxiiij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+DIna Lea dochter die si Iacob ghebaert hadde, ghinck wt om te sien die dochteren van dyen lande.

2

Als Sichem Hemors soon des Heuiters, die des lants heere was, Dinam sach, nam hise, ende besliepse, ende vercrachtese,

3

ende sijn herte hinck aen haer, ende hadde die deerne lief, ende sprac vriendelijck met haer,

4

ende seyde tot sinen vadere Hemor, Neemt my dat meysken tot eenen wiue.

5

Ende Iacob vernam dat sijn dochter Dina gesceynt was, ende sine sonen waren metten vee int velt, Ende Iacob sweech tot dat si quamen,

6

Doen ghinck Hemor, Sichems vader wt tot Iacob, om met hem te spreken,

7

Daer en binnen quamen die sonen Iacobs vanden velde, ende als zijt hoorden, verdroot die mannen, ende werden zeer toornich dat hy een vuyl dinc ghedaen hadde in Israel, ende Iacobs dochter beslapen hadde, want so en plachmen niet te doen

8

Doen sprac Hemor met hen, ende seyde, mijns soons Sichems herte hangt aen v dochter, Ga naar margenoot+ geeftse hem doch ten wiue,

9

maect vrientscap met ons gheeft ons uwe dochteren, ende neemt ghy onse dochteren,

10

ende woont bi ons, dat lant sal v open sijn, woont, verwerft, werct daer inne.

11

Ende Sichem sprac tot haeren vader, ende broederen, laet mi ghenade bi v vinden, dat ghy lieden my segt, dat sal ic v gheuen,

12

eyscht toch slechts stoutelijck morgen gauen van mi ende giften, ic wil v geuen hoe ghijt eyscht, geeft my maer die deerne ten wiue

13

Doen antwoorden Iacobs sonen Sichem ende sinen vader Hemor, ende spraken bedriegelijc, om dat haer suster Dina geschent was,

14

ende seyden tot hem. Wy en connen dat niet gedoen, dat wy onse suster eenen onbesneden man geuen, Ga naar margenoot+ want dat waer ons een schande

15

nochtans willen wi uwen wille doen als ghi ons ghelijc wort, ende alle wat manlijck onder v is, besneden wort,

16

dan sullen wy onse dochteren v geuen, ende uwe dochteren ons nemen, ende bi v woonen, ende een volc zijn

17

Mer ist dat ghi ons niedt en hoort v te besniden, soo willen wi onse dochteren nemen, ende van daer trecken

18

Dese redenen beuiel Hemor ende sinen sone wel,

19

ende die iongelinc en vertrac niedt dat te doen, want hi hadde lust tot Iacobs dochter, ende hi wert die heerlicste gehouden, bouen alle die in zijns vaders huys waren,

20

Als Hemor ende Sichem sijn sone quamen onder der stadt poorte, ende spraken metten borgeren van dier stadt, ende seyden,

21

Dese lieden sijn vreedsaem by ons, ende willen int lant woonen ende oeffenen, ende aldus is dit lant breedt beuanghen, ende willen ons hare dochteren nemen, ende

[pagina *]
[p. *]

hen onsen dochteren geuen,

22

Mer dan alleen willen si ons te wille sijn, dat si bi ons woonen, ende een volck met ons worden, wanneer wi al wat manlick onder ons is, besniden, ghelijc si besneden sijn,

23

haer vee, ende goeden, ende al wat si hebben sal ons zijn, als wy mer hem te wille worden, ende dat si bi ons woonen.

24

Ende si verhoorden Hemor, ende Sichem sinen soon alle dye zijnder stadt poorten wt ende in gingen, ende besneden al wat manlijc was, Ga naar margenoot+ dat tsijnder stadt wt ende in ghinck.

25

Ende ten derden daghe alst hem smertede, namen Iacobs twee sonen Simeon ende Leui Dina broeders een yegelic sijn sweert ende gingen in die stadt stoutelic

26

ende dooden al wat manlic was ende dooden ooc Hemor ende sinen soon Sichem, metter scherpten des sweerts, ende namen haer suster Dina wt Sichems huyse, ende ghingen wech.

27

Doen ginghen Iacobs sonen ouer die verslaghen ende pluysterden die stadt, om dat si haer suster gescent hadden

28

ende namen haer schapen. runderen, ezelen, ende watter inder stadt ende inden velde was, ende alle haer haue, alle kinderen, ende wiuen namen si geuangen, ende pluysterden al wat inden huysen was.

29

Ende Iacob seyde tot Simeon ende Leui, ghy lieden hebt gedaen dat ic stincke voor die inwoonderen des lants, den Cananiten ende Pheresiten, ende ic ben eenen cleynen hoop, wanneer si nv haer vergaderen ouer mi so sullen si mi slaen, also werde ic te niet ghedaen met mijnen huyse.

30

Si antwoorden, souden si dan met onse suster als met eender hoeren handelen?

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 8

margenoot+
C vers 14

margenoot+
D vers 24


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken