Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Als Moses gheboren was so wort hi opt water gheleyt, Die dochter Pharaons vant hem, ende voede hem op. Ende als hi daer na den Egyptenaer verslaghen hadde, so wijct hi int lant Midian, daer trout hy Siporam des priesters dochter

Dat .ij. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde het ghinck een man vanden huyse Leui, ende nam een dochter Leui, ende dat wijf ontfinck ende baerde eenen sone, ende als si sach dat een fijn kindeken was, Ga naar margenoot+ verborch si hem drie maenden

2

Ende als si hem niet langer verberghen en conde, nam si een kiste van biesem,

3

ende si bestreect met lijm ende peck, ende leyde tkint daer in, ende steldet aenden oeuer des waters,

4

maer sijn suster stont van verren, dat si beuinden wilde, hoe dat met hem vergaen soude.

5

Ende Pharaos dochter quam neder om te baden int watere, ende hare ioncwijuen ghingen aenden cant vanden watere, ende als si die kiste inden lissche sach, sant si hare dienst ioncfrouwen, ende lietet halen,

6

ende als sijt op dede, sach si dat kint, ende siet, dat kindeken weende, doen iammerdet haer, ende sprack het is een vanden Hebreeuschen kinderkens.

7

Doen sprack sijn suster tot Pharaos dochter, sal ick gaen roepen een vanden Hebreeuschen wijuen, die daer sooghet, dat si v dat kindeken sooge?

8

Pha-

[pagina *]
[p. *]

raos dochter sprac tot haer, gaet, d.e maecht ghinc ende riep des kints moeder.

9

Doen sprack Pharaos dochter tot haer, neemt dit kindeken ende sooghet mi, ic salt v loonen, dat wijf nam dat kint ende soochdet.

10

Ga naar margenoot+Ende als dat kint groot worden was, bracht sijt Pharaos dochter, ende het was haer soon, ende hiet hem Mose, Want si sprack. Ick hebbe hem wtden watere ghetrocken.

11

Ten dien tijden, als Mose groot geworden was, ginc hi wt tot sinen broederen, ende sach haren last, ende werdt gewaer dat een Egiptenaer sloech sinen broedere, een vanden Hebreeuschen,

12

ende hi keerde hem al om, ende als hi sach, dat geen mensch daer en was, versloech hi den Egyptenaer ende groef hem in dat sandt,

13

des anderen daechs ghinc hi oock wt, ende sach twee Hebreeusche mannen kijuende, ende sprack tot den godlosen, waerom slaet ghi uwen naesten?

14

Mer hi sprac, wie heeft v tot eenen rechter oft ouerste ouer ons geset? Wildi mi ooc verslaen, gelijc ghy den Egyptenaer verslaghen hebt? Mose vreesde doen, ende sprac. Hoe is dat openbaer geworden?

15

Ende het quam voor Pharao, ende Pharao socht Mose om te dooden, mer Mose vloot voor Pharao, ende onthielt hem int lant Midian, ende hi sadt neuen een fonteyne.

16

Ende die Ga naar margenoota priester van Midian had seuen dochteren, die quamen om water te sceppen, ende vulden die goten om haers vaders schapen te drincken.

17

Doen quamen die herderen ende stietense daer af, mer Mose stont op, ende holp haer, ende drencte haer scapen,

18

ende als si tot haren vader Reguel quamen, sprac hi. Hoe sidi heden so volliken ghecomen?

19

Si spraken, een Egypsch man verloste ons vanden herderen, ende schepte ons, ende drencte dye scapen.

20

Hi sprack tot sinen dochteren, waer is hy? Waerom hebdi den man gelaten, dat ghi lieden hem niet en noodet dat hi met ons ate.

21

Ende Mose consenteerde bi den man te blijuen, ende hi gaf Mose sijn dochter Zipora,

22

die baerde eenen soon, Ga naar margenoot+ ende hi hiet hem Gerson, want hi sprac, ic ben een vreemdelinc geworden in eenen vreemden lande,

23

Ende si baerde noch eenen soon, dien hiet hi Elieser, ende sprac die God mijns vaders is mijn helper, ende heeft my van Pharaos handen verlost.

24

Wat tijts daer na sterf die coninc van Egypten, ende die kinderen van Israel suchteden ouer haren arbeyt ende riepen, ende haren roep haers arbeyts quam voor God,

25

ende God verhoorde haer suchten, ende gedacht aen sijn verbont dat hi met Abraham, Isaac ende Iacob gemaeckt hadde, ende die HERE aensachse ende bekendese.

[afbeelding]

margenoot+
A vers 1
margenoot+
In deser tijt, als Moses gheboren wert, so werdt oock die heylighe Iob gheboren van Nahors gheslachte Abrahams broeder als dye werelt hadde gestaen iij.m vi.c. ende L. iaer voor cristus gheboorte duysendt cccc. iaren

margenoot+
B vers 10

margenoota
Priester dat was een ouerste coninc regerende ouer dat volc dye dat oock leerde, ghelijck melchisedech was ge. xij.d.

margenoot+
D vers 22


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken