Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van die decselen der tapeserien der wooninghen, van berderen rijchelen, vanden twee voorhancselen, voeten, potkens, ende pilaernen.

Dat .xxvi. Capittel

1

Ga naar margenoot+DEn tabernakel suldy maken van thien gordinen, van witter getweernder siden, van geelder siden, van schaerlaken ende rosetroot. Cherubim suldy constelic daer aen maken,

2

Die lencte der eender gordijnen sal .xxviij. ellen lanc sijn, ende die breyde vier ellen, Ende die gordinen sullen alle thien gelijc sijn,

3

ende men sal die .v. gordinen tsamen voegen deen aenden anderen.

4

Ende ghi sult lijstkens maken van geelder siden, aen elcken hoec der gardinen daer si te samen geuoecht sullen zijn, datse twee ende twee aen haer hoecxkens tsamen gehecht worden

5

.L. lijstkens aen elc gardine, also dat die eene die ander tsamen vatten.

6

Ende ghi sult .L. gulden gardijn ringen maken daermen die gardinen mede tsamen hechten sal, die een aen die ander, op dattet een tabernakel worde.

7

Ga naar margenoot+Ghi sult ooc een decsel van geyten hayr maken totter tenten ouer den tabernakel van elf gardinen,

8

die lencte der eender gardinen sal .xxx. ellen lanck sijn. Ende die breede vier ellen, ende si sullen alle elue euen groot sijn,

9

die vijue suldi aen malcanderen voegen, ende die ses ooc aen malcanderen, dat ghi die seste gardine dubbel maket voor aen die tente.

10

Ende ghi sult aen elcke gardine vijftich lijstkens maken aen haer zoomen, dat si metten zoomen aen malcanderen geuoecht worden.

11

Ende ghi sult .l. coperen gardijn ringen maken, ende die gardijn ringen aen die lijstkens doen, dat die tente tsamen geuoecht ende een tente worde,

12

mer datter ouer hanct vander gardinen der tenten suldi die helft laten ouer hangen achter aen dye tente,

13

op beyde die siden een elle lanc, dat dat ouerscot si op der tenten siden, ende bedecken op beyde siden.

14

Ouer dit decsel suldy maken van roode rams vellen, ende daer toe noch een decsel van hemelblau vellen.

15

Ga naar margenoot+Ghi sult ooc barderen maken totten tabernakel, van vueren houte, die staen sullen,

16

Thien ellen lanc sal een bart sijn, ende anderhalf elle breet,

17

twee schroeuen sal een bart hebben, dat deen aen dander geuoecht mach worden,

18

in deser manieren salmen alle de barderen tot den tabernakel maken, Twintich sullender zuytwaert staen

19

die sullen veertich silueren voeten onder haer hebben, te weten, twee voeten onder elck bart aen sijn twee

[pagina *]
[p. *]

hoecken,

20

Aen die ander side noortwaert, sullen oock twintich barderen staen,

21

ende daer onder veertich silueren voeten, te weten twee voeten onder elc bart,

22

Maer achter aen dat tabernakel westwaert, suldy ses barderen maken,

23

ende noch twee ander barderen achter aen die twee hoecken des tabernakels,

24

dat elc bart met sinen hoecbart geuoecht worde, ende van onder tot bouen gelijc te samen comen met eender crammen,

25

also datter acht barderen zijn met haren silueren voeten ende der voeten .xvi. twee onder elc bart.

26

Ga naar margenoot+Ende ghi sult rijchgelen maken van vueren houte, vijf totten barderen op eender siden des Tabernakels,

27

ende vijf totten barderen op dander side des tabernakels, ende vijue totten barderen achter aender tenten westwaert,

28

Ende ghi sult die rijchgelen midden aen die barderen lancx duersteken, ende alle tsamen vaten vanden eenen hoeck totten anderen.

29

Ende ghi sult dye barderen met goude ouertrecken, ende haer ringen van goude maken, datmen die rijchgelen daer inne doe, ende dye rijchgelen suldi met goude ouertrecken,

30

ende also suldi dan den tabernakel oprechten, na dat beworp dat ghi ghesien hebt opten berch.

31

Ga naar margenoot+Ghi sult ooc maken een voorhancsel van gheelder siden, van schaerlaken ende rosijn root, ende getweernder witter siden, ende ghi sult Cherubim daer aen maken constelick,

32

ende sultse aen uwer calomnen hangen van vueren houte, die verghult sijn sullen, ende si sullen gulden knoopen, ende vier silueren voeten hebben,

33

Ende ghi sult dye voorhancselen met haecken aenhechten, ende die arcke des ghetuygenis binnen dat voorhancsel setten, dat si v een onderscheyt si tusschen den heyligen, ende den alderheylichsten.

34

Ende ghi sult den Genadenstoel, op die arcke des getuygenis setten, Ga naar margenoot+ inden Ga naar margenoota Alderheylichsten,

35

Ende dye tafel suldy setten buyten den voorhancsele, ende den candelaer teghen die tafel ouer, ten zuyden waert vanden tabernakele, also dat die tafel staet tegent noorden.

36

Ende ghi sult ooc maken in die duere vander tenten eenen doeck ghebreyt van gheelder siden, rosetroot, scaerlaken, ende getweernder witter siden,

37

Ende ghi sult voor desen doeck maken vijf calomnen van vueren hout, met gout ouertoghen, met gulden knoopen, ende ghy sult daer aen vijf metalen voeten ghieten.

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 15

margenoot+
E vers 26

margenoot+
F vers 31

margenoot+
G vers 34
margenoota
Alderheylichste, dats een plaetse, daer niemant in comen en mochte dan alleen dye priesters He. ix.a iij.re. vi.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken