Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

¶ Vanden outaer ende sine toebehoorte, vanden voorhof der woningen, vanden olye ende dye ampullen.

Dat .xxvij. Capittel

1

⁺ENde ghi sult eenen outaer maken, van vueren houte, vijf ellen lanc ende breet, dat hi gelijc viercant si, ende drie ellen hooch,

+ A vers 1

2

ende ghi sult hoornen aen sijn vier hoecken maken, ende ghi sultse met metale ouertrecken,

3

ende maect ooc aschpotten ende scuppen, beckenen, crauwels, ende vierpannen, Alle sijn ghereetscap suldy van metale maken,

4

Ghi sult ooc eenen rooster maken, gelijc een metalen net, ende vier metalen ringen aen sijn vier hoecken,

5

Ghi sultet van onder op al om den outaer maken, dat die roostere reycke totten midden vanden outaer,

6

Ende ghi sult ooc hantboomen maken totten outaer,, van vueren hout, met metael ouertrocken,

7

ende ghi sult die hantboomen in die ringhen doen, dat die hantboomen aen beyde siden des outaers sijn, daermen mede dragen mach,

8

ghy sulten van wtghehoolden barde maken gelijc v opten berch ghetoont is.

9

⁺Ghi sult den tabernakel oock eenen voorhof maken, Een tapijt cleet van witter getweernder siden op een side hondert ellen lanc teghent suyden,

+ B vers 9

10

ende twintich calomnen op twintich metalen voeten, ende knoopen met haren verheuenen wercke van siluere,

11

Also ooc sal tegent noorden een tapijt cleet sijn, hondert ellen lanc, ende twintich calomnen op twintich metalen voeten, ende hare knoopen met haren verheuenen werck van siluere.

12

Maer tegen den westen sal die breyde den hoofs hebben een tapijt cleet, vijftich ellen lanc, ende thiene calomnen op thien metalen voeten.

13

Tegen den oosten, sal die breyde des hoofs hebben, vijftich ellen,

14

also dat, dat tapijt opter eender siden hebbe .xv. ellen, daer toe .iij. calomnen op drie voeten. ⁺ Ende .xv. ellen op die ander side, daer toe drie calomnen op drie voeten

+ C vers 14

15

Ende in die poorte des hoofs, so sal eenen doec zijn van twintich ellen breet, gestict van geelder siden, scaerlaken roset root, ende getweernder witter siden, daer toe vier calomnen op haer vier voeten.

16

Alle die calomnen om den hof, sullen silueren verheuen werck hebben,

17

ende silueren knopen, ende metalen voeten.

18

Ende die lengde des hoofs sal sijn hondert ellen, ende die breede .l. ellen, ende die hoochte .v. ellen van getweernder witter siden, ende sijn voeten sullen metalen sijn,

19

ende alle die gereetschap des tabernakels, tot alderley officie, ende alle sine naghelen, ende die nagelen des hoofs sullen metalen sijn.

20

⁺Ghebiet den kinderen van Israel, dat si tot v brengen die alder reynste ende puerste olye van olijfboomen gestooten om te lichten datment altijt in die lampen doe,

+ D vers 20

21

inder tenten des ghetuygenis, buyten dat voorhancsel die voor den tabernakel des getuygenis hanct.

Ende Aaron ende sijn sonen sullense bereyden, van smorgens tot tsauonts voor den HERE, Dat sal v een eewige zede sijn tot op uwe nacomelingen, onder den kinderen van Israel.