Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Vander priesteren cleedinghe, ende van haer wijnghe.

Dat .xxviij. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde ghi sult Aaron uwen broedere ende sine sonen tot v nemen vanden kinderen van Israel dat hi mijn priester si, te wetene, Aaron ende sijn sonen Nadab, Abihu, Eleazar, ende Ithamar,

2

ende ghy sult Aaron uwen broeder heylige cleederen maken tot eeren ende tot vercieringhe,

3

ende ghi sult den wijsen van herten seggen, die ic metten gheest der wijsheit veruult hebbe, Dat si Aaron cleederen maken tot zijnder wijnge, dat hi mijn priester si.

4

Ga naar margenoot+Dit sijn die cleederen die si maken sullen, borstlap lijfroc, siden rock, engen rock, hoet ende een gordel, Also sullen si heylige cleederen maken dijnen broeder Aaron ende sinen sonen, dat hi mijn priester si,

5

daer toe sullen si gout nemen, geel side, scaerlaken, rosijnroot, ende witte side

6

Den lijfrock sullen si maken van goude, geelder siden, scaerlaken, rosetroot, ende getweernder witte side constelic,

7

datment op beyde siden met sinen zome te samen vate,

8

Ende sinen gordel daer op, sal vander selfder consten ende wercke sijn, van goude, van geelder siden scaerlaken, rosetroot, ende ghetweernde witte side.

9

Ga naar margenoot+Ende ghi sult nemen twee Onixsteenen, ende daer op grauen die namen der kinderen van Israel,

10

op elcken ses namen. Na die ordinantie haers ouderdoms,

11

dat suldi door die steensnijders doen, die de segelen grauen, Also dat si met goude rontsomme begrepen worden,

12

Ende ghi sultse op die schouderen des lijfrocx hechten, dat die steenen mogen wesen in gedachtenisse der kinderen van Israel, ende Aaron hare namen op beyde sine scouderen drage voor den HERE tot eenre gedachtenis

13

Ende ghi sult gulden spannen maken, ende twee ghewrongen ketenen van louteren goude,

14

achter ouer

[pagina *]
[p. *]

gaen, Ende sultse aen die spannen doen.

15

Den borstlap des gherechts suldy maken nader const, ghelijck den lijfrock van goude, geelder siden, schaerlaken, rosetroot, ende ghetweernder witter siden, viercant sal hi sijn ende dobbel.

16

Een handt breet sal sijn langte sijn, ende een handt breet sijn breyde,

17

Ende ghi sulten vullen met vier rijen vol steenen, Die eerste rije sal zijn een Sardix, Topaes, Smaragdus,

18

Die ander rije een Robijn, Saphir, Diamant,

19

Die derde rije Ligurius, Acathes, Amethistus,

20

Die vierde rije Torkoys, een Onix Iaspis, Alle die vier rijen sullen int gout ghesloten sijn,

21

Ga naar margenoot+ende sullen nae die twaelf namen der kinderen van Israel staen,

22

gegrauen van steensnijders, een yeghelijc sinen naem, na die twaelf stammen. Ende ghi sult gewronghen ketenen aenden borstlap ouer een doen, van louteren goude

23

ende twee gulden ringhen, alsoo dat ghi die selue twee ringhen hecht aen die twee hoecken des borstlaps,

24

ende doet die twee gulden ghewrongen ketenen in die sulue twee ringen.

25

Maer die twee eynden vanden twee ghewronghen ketenen, suldy in die twee spannen doen, ende hechtense aen die hoecken vanden lijfrock teghen malcanderen ouer

26

Ende ghi sult twee ander gulden ringhen maken, ende aen die twee ander hoecken des borstlaps hechten te wetene, aen sinen cant, daert buyten opten lijfrock mede hangt.

27

Ende ghi sult noch twee gulden ringen maken, ende op die twee hoecken aenden lijfroc, van buyten teghen malcanderen ouer hechten, daer den lijfrock te samen coemt.

28

Ende men sal den borstlap met sinen ringhen, met eenen gheheelen snoere aen die ringen des lijfrocx knoopen, dattet opten lijfroc vast aen ligghe, ende den borstlap niet los en worde vanden lijfroc.

29

Also sal Aaron die namen der kinderen van Israel dragen inden borstlap des rechts, op sijnder herten, als hi in dat heylighe gaet, totter gedachtenisse voor den HERE altijt,

30

Ende ghi sult inden borstlap des rechts doen, licht ende volheyt, op dat si op Aarons herte sijn, als hi ingaet voor den HERE, ende draecht dat recht der kinderen van Israhel op sijn herte voor den HERE altijt

31

Ga naar margenoot+Ende ghi sult ooc den siden roc totten lijfroc maken, al vol van gheelder siden,

32

ende bouen midden daer in sal een gat sijn, ende eenen boort rontom dat gat, om dat te samen te behouden, dattet niet en schuere,

33

Ende onder aen sinen zoom suldi granaet appelen maken, van gheelder siden, scaerlaken, rosetroot rontsom, Ende ghi sult daer tusschen gulden bellen rontsom hangen,

34

also dat daer een gulden belle si, daer nae een Granaet appel, ende noch een gulden belle, ende dan weder eenen Granaet appele, ende also voort rontsom aen den zoom des seluen siden rocx.

35

Ende Aaron sal hem aen hebben als hi dient, Ga naar margenoot+ datmen sine gheclanc hoore als hi wt ende ingaet, in dat heylighe voor den HERE, op dat hi niet en sterue

36

Ghi sult ooc een voorhooft plate maken van louteren goude, ende daer in grauen na steenhouwers const Die Ga naar margenoota heylicheyt den HERE,

37

ende ghi sult dye plate met een gheel snoer hechten voor aenden hoet op Aarons voorhooft,

38

op dat Aaron also drage die Ga naar margenootb misdaet der heylighen, die die kinderen van Israel heylighen, in alle hare gauen ende heylichdom, ende het sal altijt aen sijn voorhooft sijn, op dat hise versoene voor den HERE.

39

Ghi sult ooc eenen engen roc maken van witter siden, ende eenen hoet van witter siden maken, ende eenen ghesticten gordele

40

Ga naar margenoot+Ende Aarons sonen suldy rocken, gordels, ende huyuen maken, ter eeren ende tot verchieringen,

41

ende ghi sultse uwen broeder Aaron met sinen sonen aentrecken, ende ghi sultse saluen, ende hare handen vullen, ende wijensen, dat si mijne priesters sijn,

42

Ende ghi sult hen lijnen broecken maken, om te bedecken dat vleesch der schamelheyt, vanden lendenen tot aen die dgie,

43

ende Aaron ende sijn sonen sullense aen hebben, als si in dye tente des ghetuyghenis gaen, oft als si gaen totten outaer, op dat si dienen in dat heylighe, dat si hare misdaet niet en draghen, ende so steruen Dat sal hem ende sinen sade na hem een eewighe zede sijn

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 4

margenoot+
C vers 9

margenoot+
D vers 21

margenoot+
E vers 31

margenoot+
F vers 35

margenoota
Heylicheydt des heren dats den naem Gods, gescreuen met vier letteren, dwelck die ioden nyedt en dorsten nomen, ende in dye plaetse van dien seyden sy Adonay exo. vi a

margenootb
Misdaet, dat is offerhande gedaen voor die midaet ra. viij.a esa. liij d

margenoot+
G vers 40


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken