Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Van die Arcke des ghetuyghenissen met haren handtboomen, ende meer andere, dat daer toe behoort.

Dat .xxxvij. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde Bezaleel maeckte dye Arcke van vueren houte .ij. ellen ende een halue lanck, onderhalue elle breet ende hooch,

2

ende ouertrocse met louteren goude van binnen ende van buyten, ende hi maecte haer om ende om een gulden croon,

3

ende goot daer vier gulden ringhen aen haer vier hoecken, op elcke side twee,

4

Ende hi maecte hantboomen van vueren houte, ende ouertrocse met goude,

5

ende hi stacse in die ringhen aen die siden vander arcken, datmense dragen mochte,

6

Ende hi maecte den Ga naar margenoota ghenaden stoel van louteren goude, twee ellen ende een halue lanck, ende ander half elle breet,

7

ende hi maecte twee Cherubim van gesuyuert gout, aen die twee eynden des ghenaden stoels,

8

een Cherub aen dat een eynde, den anderen aen dander eynde.

9

Ende die Cherubim breyden wt haer vlueghelen van bouen ouer, ende decten also den ghenaden stoel, ende hare aensichten stonden teghen malcanderen, ende saghen op den ghenaden stoel.

10

Ende hy maecte die tafele van vueren houte, twee ellen lanc, een elle breet, ende onderhalf elle hooch,

11

ende ouertrockse met louteren goude, ende hi maecte daer ouer alomme een gulden croonken,

12

ende die lijsten maec-

[afbeelding]

te hi al om een hantbreet hooch, ende hi maecte onder die lijsten al om een gulden croonken,

13

Ende hi goot daer toe vier gulden ringhen, ende dedese aen die vier hoecken aen die voeten vast aenden lijste,

14

dat die hantboomen daer inne souden sijn, daer mede datmen die tafele soude moghen dragen.

15

Ende hi maecte die hantboomen van vueren houte, ende ouertrocse met goude, datmen die tafele daer mede soude dragen.

16

Ga naar margenoot+Ende hi maecte ooc van louteren goude die iuweelen totter tafelen, schotelen, schalen, bekers ende kannen, daer mede datmen wt ende in gote.

17

Ende hi maecte den kandelaer van louteren ghesleghen goude, ende dat maecsel was met armkens, koppen knoopen, ende bloemen,

18

Ses armkens, ghingender ter siden wt, ter elcker siden, drie armkens,

19

drie coppen, ghelijck die amandel noot, waren aen elck armken met knoopen ende bloemen.

20

Aenden candelaer waren vier coppen, met knoopen ende bloemen,

21

onder twee armen eenen knoop,

22

haer knoopen ende armen quamen wt den schacht, ende het was al ghesmeet louter gout

23

Ende hi maecte die seuen lampen met haren keers snutters ende blusuaten van louteren goude,

24

van eenen Ga naar margenootb talent gouts maecte hi den candelaer, ende alle sijn reetschap.

[pagina *]
[p. *]

25

Hi maecte oock den rueck outaer van vueren houte, een elle lanck ende breet, Ga naar margenoot+ ghelijck viercant ende twee ellen hooch met sinen hoornen,

26

ende ouertooch hem met louteren goude, ende oock die plate, ende sine keeringhen al om, ende sijne hoornen, ende maecte een croonken al om van louteren goude,

27

ende twee gulden ringen onder dat croonken, aen beyde dye siden, datmen handtboomen daer in dede, ende hem daer mede droech,

28

Maer dye handtboomen maeckte hy van vueren houte, ende ouertrockse met goude.

29

Ende hi maecte die heylighe salfolye, ende ruecwerck van reynder specerijen, na der apoteken conste.

margenoot+
A vers 1

margenoota
Genaden stoel, dat was die plaetse van waer God den kinderen van Israel toe sprack welcke plaetse was op die arcke des tesments welcke plaetse Cristum betekent. Hebre. ix.b

margenoot+
C vers 16

margenootb
Talent, dat is met ons een pont gewichs

margenoot+
D vers 25


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken