Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

¶ Hoe die priesters reyn ende onbesmet sijn sullen, Ende hoe si behoren te leuen, Ende haer nerghens mede en sullen ontsuyueren.

Dat .xxi. Capittel.

1

Ga naar margenoot+ENde die HERE sprac tot Mosi, segt tot den priesteren Aarons sonen, ende spreect tot hen, Een priester en sal hem aen geen siele van sinen volcke, ontreynighen,

2

sonder alleen aen sijn naeste maesscap, dat hem aengaet, als aen sijn moeder, aen sijn vader, aen zijn sone, aen zijn dochter, aen zijn broeder,

3

ende aen zijn suster, die noch maecht is, ende gheens mans wijf en heeft geweest, die hem aengaet, aen desen mach hi hem ontreynighen,

4

Oock en sal hi hem niet ontreynighen aen eenen ouersten van sinen volcke, dat hi hem niet en ontheylighe.

5

Hi en sal ooc geen cruyn maken op zijn hooft, noch sinen baert afscheren, ende aen haren lichaem geen teeken snijden,

6

Si sullen haren God heylich zijn, ende niet ontheylighen den naem haers Gods, want si offeren des HEREN offer, dat broot haers Gods, daerom sullen si Heylichdom zijn.

7

Si en sullen geen hoeren nemen, noch geen gheschoffierde, Ga naar margenoot+ noch die van haren man verstooten is, want hi is heylich sinen God,

8

daerom sal hi hem heyligen, want hi offert dat broot zijns Gods, Hi sal v heylich zijn, want ic ben heylich, die HERE die v heylicht.

9

Als eens priesters dochter beghint te hoereren, so salmense met viere verbranden, want si heeft haren vader ghescheynt.

10

So wie dat hooge priester is, onder sine broederen op diens hooft dat die salfolye gegoten, ende zijn handt gheuult is, dat hem aengedaen worden die heylige cleederen, die en sal zijn hooft niet ontdecken, ende zijn cleederen niet doorsnijden,

11

ende en sal tot gheenen dooden comen, Ga naar margenoot+ ende en sal hem noch ouer vader noch ouer moeder ontreynighen.

12

Hi en sal wt den heylichdom niet gaen, dat hi niet en ontheilige dat Heilichdom zijns Gods, Want die croone des salfolye zijns Gods is op hem, want ick ben die HEERE.

13

Een maecht sal hi te wijue nemen,

14

mer gheen weduwe, noch verstooten, noch ghescoffierde, noch hoere, maer een maecht van sinen volcke, sal hi tot eenen wiue nemen,

15

op dat hi zijn zaedt niet en ontheylighe onder sinen volcke, Want ick ben die HEERE die hem heylicht.

16

Ende die HERE sprac met Mose seggende,

17

Spreect met Aaron ende segt. Als aen yemande van uwen zade in v gheslachte een ghebreck is, die en sal niet comen dat hi dat broot zijns Gods offere,

18

Want een yegelic die een smette heeft, die en sal niet comen, is hi blint

[pagina *]
[p. *]

lam met eenen onscickelicken nuese, met eenen onbehoorlijcken lede,

19

oft hi gebroken voeten oft handen heeft,

20

oft gebult is, oft vel ouer die ooghen heeft, oft scheel, oft grillich, oft scorft, oft die gescuert is.

21

Ga naar margenoot+So wie dat van Aarons des priesters zade een smette heeft, en sal niet comen om te offeren den offer des HEREN, want hy heeft een smette, Daerom en sal hi niet comen totten broode sijns Gods, dat hijt offere,

22

Nochtans sal hi vanden broode sijns Gods eten beyde vanden heyligen ende vanden alderheylichsten,

23

mer totten voorhancsel en sal hi niet comen noch totten outaer niet gaen, want hy die smette heeft, dat hi niet en ontheilige mijn Heilichdom, want ic ben die HERE diese heilicht,

24

ende Moses seide dit al tot Aaron ende sinen sonen, ende tot alden kinderen van Israel

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 7

margenoot+
C vers 11

margenoot+
D vers 21


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken