Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542) (2010)

Informatie terzijde

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

XML (13.50 MB)

tekstbestand






Editeur

Hans Beelen



Genre

non-fictie

Subgenre

bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Den Bybel met groter neersticheyt ghecorrigeert (Liesveltbijbel 1542)

(2010)–Anoniem Liesveltbijbel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Van menigerley offeranden, ende hoe veel tot elcken spijsoffere ende drancoffere toebehoort, Hoe een gestraft wort die opten Sabath hout raepte, Moses doet ghedencteekenen maken aenden cleederen.

Dat .xv. Capittel

1

Ga naar margenoot+ENde die HERE sprac met Mose seggende.

2

Spreect metten kinderen van Israel, ende segt tot hen. Als ghi comen sult int lant uwer wooningen dat ick v geuen sal,

3

ende ghi den HERE offerhande doen wilt, Het si een brantoffer, oft een offerhande totten bysonder gelofte, oft een vrywillich offer oft uwe feestoffer, op dat ghi den HERE eenen sueten ruec maect vanden runderen oft vanden scapen.

4

Wie dat sijn gifte den HERE offeren wil, dye sal vanden spijsoffer doen een thiende deel bloemen vanden mele, met olye gemengt, een vierendeel van Hin

5

ende wijn tot drancoffer, ooc een vierendeel van Hin, totten brantoffer, oft tot eenen anderen offer daer een lam geoffert wort,

6

Maer daer eenen ram gheoffert wort, suldi dat spijsoffer maken van twee thiendeelen van bloemen vanden meele met olye ghemengt, een derdendeel van Hin,

7

ende wijn tot drancoffer, ooc een derdendeel van Hin, dat suldy den HEERE tot eenen sueten ruec offeren.

8

Ga naar margenoot+Mer wildy een runt tot eenen brantoffer offeren oft tot een bysonder gelooft offer, oft tot eenen dootoffer den HERE maken,

9

so suldy tot den runde, tot spijsoffer doen drie thiendedeel bloemen vanden mele gement met olye, een half hin,

10

ende wijn tot drancoffer, ooc een half Hin. Dit is een offer den HERE, tot eenen sueten ruec.

11

Also suldy doen met eenen osse met eenen ram, met een lam ende gheyte,

12

daer nae dat dat getal is van desen offeren, daer na sal ooc sijn dat ghetal des spijsoffers ende des drancoffers.

13

So wie dat een ingeboren is, die sal also doen, dat hi den HERE offer een offer tot eenen sueten rueck,

14

Ende woont daer een vreemdelinc bi v lieden, oft onder v bi v vrienden, Ga naar margenoot+ ende wilt hi den HERE een offer tot eenen sueten ruec doen, die sal doen gelijc den ingeboren doet.

15

Der geheelder gemeynten sal een settinge zijn, beyde v, ende den vreemdelingen. Een eewige settinghe sal dit uwen nacomelingen zijn, dat voor den HERE de vreemdelinc sijn sal gelijc als ghi.

16

Een wet een recht sal v ende den vreemdelingen sijn die bi v woonen.

17

Ende die HEERE sprac met Mose, seggende,

18

Spreect met den kinderen van Israel, ende segt hen.

19

Als ghi int lant coemt, daer ic v in brenghen sal, ende ghi eten sult vanden broode des lants, so suldy den HERE een hefoffer geuen, te weten, van dat eerstelinc van uwen deege suldy eenen koec tot een hefoffer geuen,

20

gelijck een Hefoffer van uwen dorschuloer,

21

also suldy den HEERE van uwen deege die eerstelingen geuen tot eenen Hefoffer, bi uwen nacomelingen.

22

Ga naar margenoot+Ende als ghi door onwetentheyt, eenich van dese gheboden ouertreet, die de HERE tot Mose ghesproken heeft,

23

ende al wat de HERE v door Mose geseyt heeft, van dien dage aen, doen hi begonst te ghebieden tot op uwen nacomelingen,

24

als dye gemeynte yet vergheet, so sal die ganssche gemeynte offeren eenen ionghen varre vanden runderen, tot eenen brantoffer, tot eenen sueten ruec den HEERE, met sinen spijsoffer, ende drancoffer, so alst recht is, ende eenen bock tot eenen sondoffer.

25

Ende die priester sal alle dye ghemeynte der kinderen van Israel versoenen, so salt hen ver-geuen sijn, want het is eeu onwetentheyt.

26

Ende si sullen brengen alsulcke haer gauen tot een offer den HERE ende haer sondoffer voor den HERE, van haerder onwetentheyt, so wordet vergeuen der gantscher ghemeynten der kinderen van Israel, ende ooc den vreemdelingen die onder v lieden woonen, want allet volck is in sulcker onwetententheyt

27

Ist dat een siele door onwetentheyt sondicht, die sal een iarige gheyte tot een sondoffer brengen.

28

Ende die priester sal alsulcke onwetende siele versoenen voor den HERE, metten sondoffer voor die onwetentheyt, dat hise versoene, so salt haer vergeuen worden

29

Ende een wet sal sijn dat ghi voor die ontwetenheyt doen sult, beyde den ingeboren onder den kinderen van Israel, ende den vreemdelingen die onder v woonen.

30

Mer als een siele wt houaerdijen yet doet, het si een ingeboren oft vreemdelinc, die heeft den HERE wederspannich geweest, so sal die siele wtgheroeyt worden van haren volcke,

31

want si heeft des HEREN woort veracht, ende sijn gheboden achtergelaten, si sal wtgheroeyt worden, die schult sal op haer sijn.

32

Ende als die kinderen van Israel in die woestine waren, vonden si eenen man hout rapen inden Sabbath dage.

33

Ende die hem daer op geuonden hadden, als hi hout raepte, brachten hem tot Mose ende Aaron, ende voor die gansche ghemeynte,

34

ende si sloten hem in de bewaringe. Want si niet en wisten watmen hem doen soude

35

Die HEERE sprac tot Mose. Die man sal de doot steruen, Die gantsche gemeynte sal hem steenen buyten den leger,

36

Doen leyde hem die gheheele ghemeynte buyten den leeger, ende steenden hem doot, so de HERE Mose geboden hadde

37

Ende die HERE sprac tot Mose, Spreect metten kinderen van Israel

38

ende segt tot hen, dat si hen freengien maken, aen die hoecken van hare cleederen onder allen uwen nacomelingen, ende gheel snoerkens aen die freengien.

39

Daer toe sullen v die freengien dienen, dat als ghijse aensiet, ghedencken ende doen sult alle mijn gheboden des HEREN, ende dat ghi v niet en recht na ws herten gepeysen, noch na uwen oogen niet en hoereert.

40

Daerom suldy gedencken, ende doen alle mijn gheboden, ende heylich sijn uwen Gode,

41

Ga naar margenoot+Ic die HERE v God, die v wt Egypten lant gheleyt heeft, om dat ic v God wesen soude. Ic die HERE v God

margenoot+
A vers 1

margenoot+
B vers 8

margenoot+
C vers 14

margenoot+
D vers 22

margenoot+
A vers 41

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken